Markt

Het kopen op de markt blijkt steeds populairder te worden. Vorig jaar waren er niet minder dan 481 gemeenten in ons land waar markt gehouden werd, vijfjaar geleden was dat nog maar 372. Het zijn vooral de weekmarkten die een groeiende aantrekkingskracht uitoefenen op het publiek. Deze gegevens staan te lezen in een rapport over de warenmarkten in ons land in 1978, gepubliceerd door het Economisch instituut voor het midden- en kleinbedrijf In de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht vindt één op de zes weekmarkten plaats. Amsterdam alleen al neemt tien procent van alle weekmarkten voor zijn rekening. Het instellen van een markt, een taak van het gemeentebestuur, heeft als belangrijkste motief: het brengen van meer levendigheid. De verkoop vindt merendeels plaats via kramen, de moderne verkoopwagens nemen nog maar acht procent voor hun rekening. Nog wat percentages: het aantal standplaatsen waar textiel aan de man wordt gebracht, is iets groter dan het aantal voedings- en genotmiddelen-kramen: 34,4 tegen 32,6 procent. Voor bloemen en planten was dit percentage in 1978 8,6.

De grote belangstelling voor de markt legt dewinkelieren die in de omgeving van de markt hun waren trachten te slijten geen windeieren. In meer dan 80 procent van alle gevallen genieten de winkels dankzij de markt een grotere omzet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen