Harderwijk zonder dekkingsplan

Het vaststellen van dit meerjarenschema wacht vooral op de beslissing over het al of niet bouwen van een nieuw gemeentehuis. Hantering van het meerjarenschema 1978-1983 wijst het college af: deze ramingen zijn niet meer actueel, terwijl daarin op geen enkele wijze is rekening gehouden met de gevolgen van bestek'81.

Gevolg van een en ander is, dat het inleveren van algemene beschouwingen achterwege is gebleven en dat de raad in een korte begrotingsvergadering zal reageren op de aanbiedingsnota en de begrotingen voor 1980 moet vaststellen. (Intussen staat al vast dat de behandeling van het meerjarenschema 1980 tot 1984, dan compleet met algemene beschouwingen, in januari 1980 zal plaatsvinden).

Telllngren

Het hoofdstuk „algemeen begrotingsbeeld" ontbreekt deze keer. De genoemde cijfers geven immers geenszins een indruk van de totale financiële positie van de gemeente. De uitkomsten van de eerste tellingen van de ontwerpbegroting 1980 laten zien dat een bedrag van ƒ 494.000,- beschikbaar is voor nieuwe werken en voorzieningen. Van invloed op dit cijfer waren onder andere: verhoging van de post onvoorzien (van 6,30 naar 6,60 per inwoner), het groter aantal inwoners (de 30.000ste is inmiddels gepasseerd) en de grotere toeneming van het aantal woningen. Enkele positieve verschillen ten opzichte van de primitieve begroting 1979 zijn bijvoorbeeld de stijging van de uitkeringen uit het Oemeentefonds en een andere voor de gemeente voordelige manier van berekenen van de onderwijsuitkeringen.

Wat de onzekerheden betreft, noemt het college de flnanciering van het kruiswerk en de rijksbijdrageregeling sociaal-culturele activiteiten. Het Is niet in te schatten welke effecten dit voor de gemeente zal hebben. Dat de uitkeringen uit het Gemeentefonds zullen stijgen, is een gevolg van het feit dat uit deze uitkering in 1980 voor alle gemeenten een gelijk bedrag per woning zal worden ingevoerd y^lh ƒ 13,50. De byerheersende rol van'het'inwbneraantöï iiomt dan te vervallen. Voor Harderwijk zou dit een hoger bedrag' van rond ƒ 103.000,- opleveren. Het nieuwe vergoedingssysteem voor onderwijsuitkeringen zou voor 1980 een (extra) verhoging betekenen van ƒ 128.000,- ,

Voor 1980 wordt als beleidslijn aangegeven, dat de belastingen alleen trendmatig zullen worden verhoogd. Dit vooral omdat vorige jaren de onroerend goedbelasting werd verhoogd met 16%. Het college schrijft nu: „Gelet hierop menen wij dat op het belastingvlak een pas op de plaats moet worden gemaakt". Ben en ander houdt in dat de retributies (tarieven) met 3'/s en de algemene heffingen (onroerendgoedbelasting, hondenbelasting) met 5% zullen stijgen.

Algremene conclusies

Uit de voorlopige tellingen trekken en w enkele globale conclusies. „De algemene indruk is, dat de uitgaven zich lijken te stabiliseren, dat er minder extra nadelige effecten op de gemeente afkomen, dat de filosofie: groei-inkomsten zijn bestemd voor groeiuitgaven gestalte begint te krijgen en dat er in de sector onderwijs een belangrijke structurele verbetering valt te bespeuren".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen