Raadslid Bunschoten wil niet gaan staan
BIJ UITSPREKEN AMBTSGEBED
BUNSCHOTEN — „Wij zijn voor de bescherming van de geestelijke en persoonlijke vrijheden van alle burgers, aldus de woordvoerder van de GPVfractie J. Koelewijn, in zijn betoog aan het adres van ir. N. J. Bos (D'66).
,,Wij zijn ook voor de politieke vrijheden van minderheden, maar tegen volkssoevereiniteit en daarom eigenlijk tegen de letterlijke betekenis van het woord democratie. Niet de mens als norm maar Gods geboden zijn de laatste toetsstenen in een christelijk bestuursbeleid. We kunnen lezen in de reactie van het CDA op de wel. zijnsnota, dat de overheid is Gods dienaresse, dat wil zeggen God onderdanig te zijn, zo vervolgde J. Koelewijn (GPV) zijn politieke rede. ,,Maar ze duiden daarbij op een iets andere uitwerking. Wat is nu God onderdanig te zijn? Het CDA citeerde in dit verband het oude program van beginselen van de AR, waarin dr. A. Kuyper een groot aandeel heeft gehad. Wat schrijft deze in zijn stonelezingen over de overheid? „Ze moet God als haar Opperheer erkennen aan Wie zij haar macht ontleend. Ze moet God dienen door het volk naar Zijn ordonnantiën te regeren". Stoepengebied. aVoor 8 december a.s. moeten belangstellenden zich aanmelden.
Wij als fractie, aldus G. W. Willemsen (RPF-SGP) zien het niet — zoals het CDA — als een vrijblijvende zaak. Als we dit horizontalistisch bekijken komen we er niet uit. Uit hoofde hiervan dienen wij, bepaalde zaken — die niet stroken met Gods Woord — als overheid af te wijzen. De heer J. Zwaan (GAP) ging nader in op een zinspeling van de heer L. Hartog woordvoerder van de CDA-fractie, als zou de heer Zwaan de raad voortijdig gaan verlaten. Het CDA heeft de beginselen van Kuyper laten vallen, aldus spreker, daarom ga ik niet weg. Misschien kan ik het CDA tot andere gedachten brengen.
Ambtsgebed
De heer L. J. van der Werff verklaarde tijdens de beschouwingen zich niet langer geroepen te voelen om tijdens het uitspreken van het ambtsgebed „waarin hij zelf niet gelooft" te gaan staan. Hij stelde vast dat de meesten in de raad dat wel doen „uit respect voor een vermeend Opperwezen." Directe aanleiding om niet langer te gaan staan is voor Van der Werff de houding van het gemeentebestuur ten opzichte van de woonwagenbewoners. Ze zouden op een armlengte worden gehouden terwijl het christelijk geloof o.m. de verplichting inhoudt zwakken in de samenleving te beschermen.
Staande
Burgemeester J. W. Bol wees het raadslid er op dat de godsdienstige handeling, de publieke erkenning van Gods gezag, bestaat uit het uitspreken van het ambtsgebed. Als gedragsregel daarbij bepalen de artikelen 13 en 37 van het regelement van orde van Bunschoten dat het gebed staande wordt aangehoord. Aan deze democratisch tot stand gekomen gedragsregel heeft een ieder die dé raadsvergadering bijwoont zich te houden. Wanneer elk lid van de raad zelf uitmaakt welk artikel van het regelement van orde hij wel of niet naleeft dan zou de geregelde gang van zaken worden verstoord en zou vergaderen onmogelijk zijn. Wat met een lid dat de geregelde gang van.zaken belemmert kan gebeuren staat in artikel 72 van de Gemeentewet. De raad kan besluiten dat lid de toegang tot de vergadering te ontzeggen, aldus de Bunschoter burgemeester.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's