Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Eig^enzinnig^e g*eneratie'' g^af eig^en ideeën g^estalte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Eig^enzinnig^e g*eneratie'' g^af eig^en ideeën g^estalte

Mondige mens rekende af met oude tijd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bekend modehuis adverteert de laatste t^d met de volgrende blikvangrer: „De mode van een eigenzinnig^e g>eneratie: de dertigrers". Bedoeld xirordt de g^eneratie die nu in haar dertigrer jaren is. Van deze g^eneratie wordt gfezegfd: „Een eigenzinnig:e greneratie... zingeend en dansend veranderde de t^d met de dertigrers... z^ bleven zoeken naar nieuwe ideeën... ziy ontdekten India en de mystiek van Zen, ISuddha en meditatie... zi(j wekten wrevel door hun langde haar... z^ z^n eer nogsteeds, in muziek, films, literatuur en mode; eigenzinnig:, opvallend, creatier'.

Het is de generatie die nu carrière maakt, in de maatschappij ingeburgerd raaict of reeds is. Het is de generatie die de meeste dadendrang toont, wellicht getemperd door toenemende ervaring, maar toch, haar invloed is onmiskenbaar. De troonrede van dit jaar gewaagt van de vooruitzichten voor de jaren tachtig. Ergens aan het begin staat: „Er zal veel minder te verdelen zijn dan in de uitbundige jaren zestig."

Üitbundigr In alles

Wie over de zeventiger jaren moet schrijven moet wel terugblikken naar wat was en zich bezig houden met dat wat nien verwacht. Welnu, de jaren zestig waren uitbundig, wie zal het tegenspreken? Uitbundig op vele terreinen des levens; uitbrekend soms, in zonden. Politiek waren het de jaren van polarisatie en (dus?) van nieuwe partijvorming, van Nieuw Links en D'66. De „geboortegolf' 'brak door naar allerlei vormen van hoger onderwijs en wie weet dan niet meer van Het Maagdenhuis, van rellen in Parijs en universiteitsbezettingen? Toen kwam de democratisering op gang met in haar kielzog de emancipatie, of was het andersom?

Het waren de jaren van welvaart en van een van zoveel welvaart kokhalzende „sub-cultuur" van kabouters en provo's, maar ook van het zoeken van welzijn in drugs, meditatie enz. enz. De oosterse religies of wat er voor door moet gaan, begonnen hun duizenden te verslaan, de moderne theologie maakte het mogelijk andere religies op voet van gelijkheid te ontmoeten. Het waren de jaren van angst voor de bom en waardering voor de kerncentrale, hoewel men zich ook op het laatste terrein voorzichtiger ging opstellen. Uitbundig in alles, in het opmaken, in het grove, in de vooruitgang van de techniek in het... maar we zouden het hebben over de zeventiger jaren.

^, Tegr^enkraohten

Die waren rustiger, matter, burgerlijker. Was het stilte na de storm? Was het reactie op een overmaat aan actie? Is er sprake geweest van tegenkrachten, die bijstuurden waar de koers wel erg verlegd was? Ik denk aan vele zaken die in de zeventiger jaren hun beslag kregen of op gang gebracht werden. Ik denk aan — om dicht bij huis te blijven — de antiabortusbeweging, het RD, de EO, de EH, Koers, Reformatorisch onderwijs, activiteiten die met name door de Unie School en Evangelie werden ondernomen in het kader van de identiteit van hét Christelijk onderwijs, bijbelscholen, koffiebars, een Sociale Academie, een sterkere profilering van de Gereformeerde Bond, een GBS en een Stichting tot... Nogmaals mogen wij niet spreken van tegenkrachten, hopen wij niet een beetje op tekenen van herleving?

De redactie gaf mij de opdracht te schrijven over veranderende leefgevoelens. Ze maakte het mij in zoverre makkelijk dat in andere artikelen een aantal uitingen van die leefgevoelens nog aan de orde zullen komen. Daarom wil ik proberen een omschrijving van die leefgevoelens te geven en verder moet er antwoord gegeven worden op de eigenlijk hierboven al gestelde vraag: „Hoe moet ik de zeventiger'jaren zien, als reaktie of bevestiging van wat in de zestiger jaren op gang werd gebracht?"

Overheerseiide «roep

Hierboven had ik het over de dertigers. Dat zijn de jongelui, de mannen en de vrouwen die zo'n tien jaar geleden twintig tot dertig jaar waren. Zij waren het die — toen nog voor het merendeel los van maatschappelijke verplichtingen of genietend van maatschappelijke verplichtingen -r- zo uitbundig waren. Zij gootdeii knüpjjelis in de diverse üóëhderhokken, zij... maar we gaan niet herhalen. Zij zijn er nog en de vraag klemt: wat bleef er van hun leefgevoelens over, nu ze maatschappelijk en kerkelijk hun plaats verworven hebben?

De toekomstverkenning „De komende vijfentwintig jaar", een rapport aan de regering, rechtvaardigt mijn nadruk op de dertigers. Zij zullen de overheersende leeftijdsgroep zijn de komende jaren.

Volgen wij enkele verwachtingspatronen van dit rapport dan wijzen die" in de richting van een geleidelijk toenemende overheidsbemoeienis, maar dan vooral op economisch gebied. De overheid zal op het terrein van de ethische zaken (bv. zedelijkheidswetgeving) terughoudender (moeten) worden.

Veel nadruk krijgt de maatschappelijke emancipatie (gelijkstelling) van minderheden. Die emancipatie zal weer leiden tot particit)atie (meedoen). De maatschappij wordt dus rijker geschakeerd, vooral ook omdat participatie leidt tot een eerlijker verdelen van sleutelposities. Het gezag, op welk niveau dan ook uitgeoefend zal als minder vanzelfsprekend geaccepteerd worden, laat staan het gezag bij de gratie Gods. Men moet zich waar maken, fouten worden afgestraft.

Geza^

Verwacht wordt dat de sturing en organisatie van de samenleving onder spanning zullen komen -te staan: theorie en praktijk kloppen niet meer. Met name de gezagsstructuur en daarmee de besluitvorming zal (moeten) veranderen. Dit leidt tot complexe overlegstructuren, waarbij de verschillen tussen de deelnemende groepen gemakkelijk aan het licht kimnen treden. De overheid zal in die situatie meer scheidsrechter zijn dan beslissende instantie. Verder is de overheid de vertegenwoordiger van wat we don noemen het algemeen belang.

Als het gezag taant, neemt de overtreding toe, tenzij algemene rechtsregels worden teruggedrongen ten gunste van opvattingen die verschillen VEUI groep tot groep. De wetgeving volgt de zedelijke draagkracht van het volk, van de groep. Emancipatie en participatie, ook van en binnen het gezin. Geen wonder dat ook het denken over het ^ezln en daarmee over het huwelijk in deze Jaren grote verapderlngen ondergaat. Het man-vrouwpai^oon Is (wordt) drastisch veranderd (werkverdeling enz.), de kinderen zuUen eerder zelfstandig zUn, de gezinnen kleiner. Dit zal Individualisering van het gezin als eenheid, maar ook van de personen binnen het gezin tot gevolg hebben. Mooi gezegd, maar betekent het elgeniyk niet gewoon een stuk vereenzaming?

Het valt op dat de religie,, zeker de christelijke religie nauwelijks meer genoemd wordt als inspiratiebron. Zij is teruggedrongen, zal steeds meer teruggedrongen worden, tot in de binnenkamer. Tellen we op dan blijft er een triest saldo over. Als de samenvatting van de bovenbedoelde veranderingen in leefgevoelens kan fungeren: een toenemende secularisatie (verwereldlijking). De autonome (in zichzelf mondige) mens rekent af met de oude tijd en daarmee krijgen we nieuwe oplossingen voor allerlei problemen, niet het minst op het gebied van leven en dood.

Ook zagen we dat de bede uit de troonrede verdween, dat God onlangs door een van onze volksvertegenwoordigers publiekelijk gehoond werd, dat het ethisch reveil dreigt té verzanden in een krampachtige wetsprediWng; van de tweede tafel der Wet wel te verstaan. Wat dat betreft krijgen we wel antwoord op onze vraag: de zeventiger jaren waren draaipunt naar de nieuwe tijd, zij bevestigden de op gang gebrachte processen, die ten diepste stoelen op veranderde, verwereldlijkte leefgevoelens. En niet voor niets nam ik de dertigers als uitgangspunt. Het zijn de mensen en hun ideeën en niet de structuren die het hem doen. De gedragspatronen zijn misschien Typerend beeld uit de jaren zestig: rebellen in Amsterdam. wel wat gepolijst, maar de ideeën zijn gebleven.

Vorm zonder inhoud
'JS

En de tegenkrachten dan? Ik bagatelliseer ze niet, ik ontken de opdracht niet die de motivatie is, maar ik heb wel vragen. Is het „toevallig" of zijn het tekenen aan de wand dat in een van onze kerkelijke bladen onlangs een artikel geschreven werd over de eerbied die men ten opzichte van ambtsdragers moet betrachten, terwijl in een politiek weekblad van een partij die ten diepste de volksregering afwijst door de hoofdredacteur geschreven moest worden dat hem verweten wordt soms niet democratisch gehandeld te hebben. Trouwens, hoe is het in onze gezinnen als het gaat over de naleving van het vijfde en het zevende gebod? Nu is alles heel wat ingewikkelder dan in vijf, zes zinnen hier beschreven kan worden, maar hoe staan wij tegenover het gezag, ook het gezag van Gods Woord, het dfiarvan afgeleide gezag van de Belijdenis, zelfs daar waar deze dogmatisch van aard is? Buigen wij voor het „Er staat geschreven, er is geschied?"

Het eerste artikel in deze serie opende met: .Reformatorisch volksdeel kwam alleen te staan." Is dat zo en moeten we daar blij mee zijn? Betekent het dat we met deze constatering overal vanaf denken te zijn? Dan miskennen we dat we allemaal „dertigers" zijn. Ook ons is de eeuw in het hart gelegd. Zijn we in het isolement gedrukt? Dan herkende men in ieder geval nog een eigen identiteit. Was het werkelijk „niet van de wereld, hoewel in de wereld"? Als ons isolement maar geen vorm zonder inhoud is. Als we maar inzien dat de dagen „als van Noach'^ niet aan ons voorbij gaan.

Richtlön

Aan de andere kant benauwt het als geconstateerd moet worden dat vorm en — soms ook — inhoud worden prijsgegeven om toch vooral te kunnen participeren. Er is in dit verband geschreven over „pelgrimage", over „in het isolement ligt onze kracht" en „wij hebben een Woord voor de wereld". Het is allemaal waar en de aanhalingen wijzen er al op dat ons staan in deze wereld niet in één zin te vangen is. Twee dingen zou ik echter nog willen toevoegen.

Wil het reformatorisch volksdeel — de opdracht was daarop het verhaal toe te spitsen — niet ondergaan in de maalstroom der veranderende leefgevoelens, dan moet er gebogen worden. Gebogen, persoonlijk, voor de Heere God, maar ook collectief, opdat de leefgevoelens gericht worden door Zijn Wet en Getuigenis,

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Eig^enzinnig^e g*eneratie'' g^af eig^en ideeën g^estalte

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's