Amerika zoekt hulp bij Internationaal Hof
Chomeiny daagt Carter voor rechter
TEHERAN/DEN HAAG — De Verenigde Staten hebben het Internationale Gerechtshof in Den Haag verzocht Iran de vrijlating te gelasten van de 50 gijzelaars die in Teheran noorden vastgehouden. Daartegenover heeft Chomeiny in Qom gezegd dat Carter en zijn voorgangers als „medeplichtigen" van de sjah moeten worden berecht.
In hun verzoek aan de president van het Hof zeggen de Verenigde Staten dat minstens vijftig staatsburgers door Iran in langdurige en onmenselijke detentie worden gehouden. Ze verzoeken hem daarom direct tot actie te willen overgaan. In hun klacht spreken de Verenigde Staten van een flagrante schending van het internationale recht en verwachten binnen enkele dagen van het Hof interimmaatregelen.
Het is nog niet duidelijk of het Hof het verzoek van Amerika in behandeling kan nemen. Het kan alleen handelen en over het verzoek oordelen wanneer beide partijen daarmede instemmen. Overigens zijn de uitspraken van het Hof slechts in theorie bindend. In de praktijk worden ze vaak genegeerd, omdat het Hof geen mogelijkheden heeft het nakomen van haar uitspraken af te dwingen.
Desondanks is de uitspraak van groot belang omdat er een stroom processen op gang gaat komen over de bezittingen en saldi van Iran buiten haar grondgebied. Zo heeft Morgan Guaranty TVust Cy woensdag beslag^ gelegd op de Iraanse aandelen in Krupp. Dergelijke aanspraken vinden ook in andere landen plaats.
Chomeiny
De Iraanse staatsradio verspreidde gisteren een felle rede van Chomeiny, waarin de laatste zei, dat Carter en zijn medestanders voor het gerecht gedaagd moeten worden. Tegelijkertijd werden er in Teheran weer massale anti-Amerikaanse demonstraties gehouden.
De Iraanse geestelijke leider zei dat het Amerikaanse besluit om de sjah toe te laten „geen humanitaire zaak was, maar dat er andere faktoren meespeelden. Een mogelijkheid, die groter 'is dan andere mogelijkheden, is dat zij weten welke misdaden zij hebben begaan via deze corrupte persoon", aldus de 79-jarige ayatollah. „Zij weten het zelf. Het is toch onwaarschijnlijk dat de presidenten niet wisten van de vele misdaden die Mohammed Reza (Pahlevi) heeft begaan. Misschien bestonden er wel geheimen tussen de toenmalige president en Mohammed Reza.
Vrees
Het lijkt erop dat Carter zelf vreest dat bij een berechting van de sjah in Iran, naast zijn misdaden die zullen worden bewezen, ook de misdaden aan het licht zullen komen van anderen die toen president waren, in het bijzonder meneer Carter, die de laatste tijd president was.
En precies zoals wij de berechting eisen van Mohammed Reza, en als God het wil zullen wij hem voor de rechter brengen, zo zullen wij ook de berechting eisen van de presidenten, degenen die medeplichtig waren aan de misdaden, wat ^hun positie ook is, of het nu Carter betreft, of Nixon of Johnson.
Wij zullen eisen dat zij voor de rechter worden gebracht en dat is juist wat Carter vreest. Hij is bang dat die misdaden worden bewezen en dat wij actie tegen hem ondernemen, zodat hij de mogelijkheid verliest als president te worden herkozen.
Verward
Chomeiny viel ook het geloof van Carter aan en zei dat diens bijwonen van kerkdiensten even vals is als de pretentie van de sjah dat hij toegewijd was aan de Islam. Volgens de Iraanse leider is Carter „verward en gaat er geen dag voorbij of ons ministerie van Buitenlandse Zaken stuurt ons een of twee briefjes met het verzoek uit het . buitenland om de vrijlating van de gijzelaars of zoiets".
Carter zou doodsbang zijn „en hij heeft daar alle reden toe, want als een man een verrader is, is hij bang".
DEN HAAG rechtshof. \
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's