Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Er zullen wel eens mensen in de CH geweest zijn, die in

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Er zullen wel eens mensen in de CH geweest zijn, die in

igheid van wethouder-uit^ever-joumalist D. Rebel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Z'n politieke tegenstanders verwijten hem dat hij principiële stellingnames ontwijkt, een man is van het compromis, iemand die zijn levensbeschouwelijke achtergrond niet vertaalt in concrete daden.

Geestverwanten noemen hem juist een knap strateeg, een intelligent en snedig debater die door behendig manoeuvreren en geven en nemen veel wist en weet te bereiken. Hoe het ook zij, dat wethouder-uitgever-journalist D. Rebel een dominerende positie in de Barneveldse samenleving bekleedt, daar zijn vriend en vijand het roerend over eens. i^ ee, meneer Rebel is er niet. Hij is hier altijd van acht uur tot half negen, maar als u hem wilt spreken, kunt u beter het gemeentehuis bellen. De telefoniste van de Barneveldse drukkerij en uitgeverij is in ieder geval vriendelijk. Volgende poging. „Nee, wethouder Rebel heeft op 't ogenblik spreekuur, en dan mag hij niet gestoord worden". Het vermoeden wordt bewaarheid: Rebel is bijna niet te benaderen. „De ongekroonde koning van Barneveld", zo hij wel wordt genoemd, is een druk bezet man. Zo druk, dat hij zegt niet te kunnen begrijpen hoe hij die vele functies steeds heeft kunnen combineren. „Op het laatst ben je zo geprogrammeerd dat ik het gevoel kreeg dat ik iets verkeerds deed wanneer ik zo maar stil zat en dat is natuurlijk fout. Je mag toch best eens 's avonds niks doen.

Daarom heb ik in de loop der jaren tientallen bestuursfuncties die ik vervulde, afgestoten. Daarom ook ben ik, na daarvan een decennium lang lid te zijn geweest, uit de staten gegaan. Dat was in '78".

Rebel hield overigens nog genoeg functies over. Momenteel is hij financieel directeur van de Barneveldse drukkerij en uitgeverij, medewerker aan de Barneveldse krant (Rebel schrijft dagelijks het commentaar), wethouder met de portefeuilles financiën, planologie, grond- en bouwbeleid en volkshuisvesting, is loco-burgemeester, commissaris van het intergemeentelijke gasinstituut Gamog en heeft tot slot zitting in het bestuur van de christelijke scholengemeenschap Johannus Fontanus te Barneveld.

„Dat legt natuurlijk wel een grote druk op me", zegt hij, „maar anderzijds bevruchten sommige functies elkaar heel goed. Als ik bijvoorbeeld al die jaren alleen maar wethouder \*as geweest, zou ik toch een tikkeltje ambtenaar zijn geworden. Ik vind ook datje in de politiek veel te veel mensen tegenkomt die uit de ambtelijke of semi-ambtelijke hoek komen, waardoor toch het gevaar dreigt dat er eenzijdige beslissingen worden genomen". wethouderschap en dat statenlidmaatschap om nog ergens anders belangstelling voor te kunnen hebben". Il

Bondmilieu

Geboren en getogen in het Noordhollandse Huizen groeit Dirk Rebel op in een typisch gereforroeerde-bondmilieu. Hij is daar een ijverig lid van de jeugdvereniging op gereformeerde grondslag „Samu'éi", is daarvan een tijdlang secretaris en wordt daar „gepokt en gemazeld" in die vaardigheden, die, nu eenmaal een goed politicus eigen moeten zijn.

Is achttien als de oorlog uitbreekt en wordt in 1942 gevorderd voor Duitsland. Duikt dan onder tot de oorlog voorbij is. „Die oorlogsperiode", zegt hij nu, „is van grote invloed geweest op mijn latere leven. Ik heb in die tijd veel kunnen studeren en lezen. Een neef van mijn moeder zorgde ervoor dat ik lectuur kreeg, vooral moderne filosofen en schrijvers". Hij duikt eerst bij z'n zuster onder, daarna thuis, op de boerderij. „Ik kwam overdag niet op straat, leidde een leven als een kluizenaar. Op het laatst had ik ook niet meer die belangstelling veel te eenzijdige blik. Hij wil vrij zijn, maar waarom zijn medewerkers niet? Wel is het verleidelijk je oude idealen te vergeten, zeker als de zaak goed draait". (Dat het Rebel ernst is met deze zaak, mag blijken uit de driejaar geleden opgerichte Stichting werkgemeenschap BDU. Deze stichting, waarvan alle werknemers lid kunnen zijn, is aandeelhouder van de BDÜ en heeft daarmee een directe greep op het beleid binnen het bedrijf.)

„Daarnaast heb ik in de journalistiek altijd getracht strikt onafhankelijk te zijn. Dat had wel tot gevolg dat ik hier een bepaalde naam kreeg, want dat was men niet gewend he. „Die Rebel zal .wel links zijn", dacht men. Als je een algemeen blad bent, dan moetje ook onafhankelijk zijn. D'r zullen wel eens mensen bij de CH geweest zijn die in mij teleurgesteld waren. Maar uiteindelijk heeft men het toch gewaardeerd".

Dat laatste bleek overduidelijk in 196.6 toen Rebel door de CHU werd gekandideerd voor de gemeenteraad en provinciale staten. Met voorkeurstemmen kwam hij in de raad en werd gelijk wethouder. Saillant detail was dat Rebel ruiterlijk te erkennen, daarbij iedere beschuldiging bij voorbaat wegnemend dat hij zijn functie bij de BDU zou misbruiken ten behoeve van zijn positie in de plaatselijke gemeentepolitiek. .

Overigens wil Rebel wel toegeven dat zich precaire situaties kunnen voordoen. „Een plaatselijke krant" zegt hij, „is indringend. Iedereen leest het. En als dan een goede kennis een misstap begaan heeft, hoe doe je dat dan he? Maar ik had zo mijn eigen formule. Als ik dacht, nou nee, dan wordt de betrokkene zwaar gestraft, dan wist ik daar wel raad mee. Anderzijds ben ik ook weer zo dat ik, bijvoorbeeld in mijn commentaren, onderwerpen uit de weg wil gaan die moeilijk liggen. Ik denk aan abortus provocatus.

Als je echter, ook daar weer, onafhankelijk bent, leert de lezer het wel accepteren. En ...ik behoor niet tot de schoppers...ik zal niet gauw ergens tegenaan schoppen. Dat moetje niet doen, maar bedenken dat die ander het ook goed bedoelt".

„U hebt dus een optimistische mensbeschouwing? „Tja, mijn levensbeschouwing....Je ïs.Nederlands hervormd, kerkt confessioneel), de politiek, de CHU. Z'n stem verraadt af en toe emoties, het gesprek wordt minder zakelijk. Hij zegt zeer in het besefte leven dat hij maar een detail is, maar een onderdeel te doen heeft. „Met mijn hobby, het familieonderzoek, ervaar ik dat heel duidelijk....al die Gooijenaren, hè... komen en gaan...komen en gaan. Daarom vind ik ook dat de kerk in het kader van dat besef moet bezig zijn. Ze moet verstaanbaar zijn voor al die mensen die niet meer van de kerk willen weten. Haal ze binnen de kooi, zeg ik, want ze kunnen het in wezen niet missen, al denken ze van wel. We zijn allen zeer afhankelijke mensen die de reis eens elders zullen moeten voortzetten. En dan geldt: Niet bij brood alleen, de CDA-slagzin die me uit het hart gegrepen is. Dat is toch een ding wat mij zeer drijft".

CDA

De term is al gevallen: CDA. Heeft hy, als CDA-lid van de CHU en afkomstig uit het orthodoxe bolwerk Huizen, nooit moeite gehad met de vorming van het CDA? Rebel: „Kijk, (Aarzelt), het is zo....ik heb ÜM alleen om praktische redenen, dus niet slechts omdat de CH, AR en KVP afbrokkelende partijen waren en samenwerking ook een zaak van lijfsbehoud was. Nee, ik zie het vooral ideologisch. Ik vind dat christenen bij elkaar horen. Ook al denken ze verschillend, ze zijn van dezelfde stam. Het is ook een kwestie van elkaar kunnen verstaan". Het valt niet moeilijk te voorspellen dat deze laatste uitspraken door hpt orthodox-gereformeerde deel van de Barneveldse bevolking niet onderschré^ ven zullen worden. Dat Rebel grote kwaliteiten heeft en een uiterst kundig bestuurder is, daar twijfelt men niet aan. Maar op dezelfde golflengte zit men njgt bepaald, veeleer is sprake van een zekere kloof. Die komt duidelijk aan het tiélt als Rebel in oktober '76 op een gecomMneerde CH/AR-vergadering zijn vreugde uitspreekt over de samenwerking met rooms-katholieken in de Gelderse statenfunctie. Woorden, die tijdens de eerstvolgende verkiezingscampagne (mei '77) een korte, maar kernachtige polemiek zullen.losmaken. Ondubbelzinnig is de bijdrage van het SGP-raadslid N. Verdouw in het plaatselijke partij-orgaan Tussentijds: „(....) Is Rome zo ingrijpend veranderd? Is Gods Woord niet hetzelfde gebleven? Dat Woord is verlaten. De Basis zelf is ondergraven; een jarenlang verwereldlijkingsproces heeft plaatsgevonden. De reformatorische beginselen werden terzijde gelegd, het fundament op losse schroeven gezet (....)"

Rebel zou Rebel niet zijn als hij hier niet op zou reageren. In de Barneveldse krant verschijnt diezelfde maand in de rubriek ;,Ingezonden"(!) z'n weerwoord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

„Er zullen wel eens mensen in de CH geweest zijn, die in

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's