Babypakje^ -sokjes en warme plaid
Wat is eigenlijk leuker, dan iets voor een baby te maken. We hebben deze keer dan ook een eenvoudig patroontje uitgekozen, dus oud en jong kan aan de slag. Het resultaat zal verrassend zijn, en door de jonge moeders dankbaar aanvaard worden.
Benodigheden: /-Suisses Baby Courtelle. Leeftijden: 9 (12-18) maanden. Kluwens iO,23 (3-4) hoofdkleur 1 (1-2) in Ie en 2e bijkleur.
WoofdUeut- • •
1 haaknaald no. 3, 8 knopen en elastiek. Gebruikte steken: Lossen, vasten, dubbele vasten (= de haaknaald in een steek steken, omslaan, en I lus ophalen, omslaan, 1 lus afhaken, omslaan, de laatste 2 lussen afhaken), halve stokjes. *.JLKK
jLiiXX——•-AK^ _
1^ biiUle.u.tP^i
Streepmotief'in dubbele vasten: (x) 2 toeren hoofdkleur, 2 toeren Ie bijkleur, 2 toeren 2e bijkleur, vanaf (x) herhalen. Steken verhouding: Een vierkant van 10 cm in dubbele vasten en haaknaald no. 3 = 17 steken en 16 toeren. ••
1' Ur Uaui
Uitvoering truitje
Rugpand: Met de hoofdkleur op een ketting van 44 (46-48) lossen met 1 losse om te keren in streepmotief.
Raglanafschuining; Bij een totale hoogte van 18 (20-22) cm, aan weerszijden elke toer 14 (15-16) x 1 steek onbewerkt laten. verdeeld. Langs de bovenkant van elke mouw en de rughals eveneens 1 toer vasten haken. De knopen aannaaien. , Benodigheden: 3-Suisses, Baby Courtella. Hals: Er blijven 16 steken over. Voorpand: Als het rugpand. Mouwen: Met de hoofdkleur op èen, ketting van 20 (22-24) lossen met 1 losse om te keren in streepmotief. Aan weerszijden 4 X elke 4 cm 1 steek meerderen (28-30-32 steken).
Raglanafschuining: Bij een totale hoogte van 16 (17-18) cm over alle steken met de hoofdkleur en tegelijkertijd aan weerszijden voor de afschuining 6 (7-8) X elke toer en 4 x elke 2e toer 1 steek onbewerkt laten. Er blijven 8 steken over.
Afwerking: De delen onder een vochtige doek laten drogen. De naden sluiten ,en de mouwen in raglanvorm inzetten, echter de raglannaden aan de kant van •het voorpand gedeeltelijk openlaten voor de sluiting. Langs elke sluiting en de voorhals 1 toer vasten met de hoofdkleur haken, hierbij langs elke mouw 4 knoopsgaatjes vormen. Voor elk knoopsgat 3 lossen haken en 1 steek overslaan. De knoopsgaatjes over gelijke afstand
Broekje
.Rugkant: Ie pijpje: Met de hoofdkleur op een ketting van 19 (20-21) lossen met 1 losse om te keren, 6 (7-8) cm in dubbe-' Ie vasten, werk laten rusten. 2e pijpje: op dezelfde wijze. Nu over de steken van bijde pijpjes verder haken en tussen beide delen 7 lossen haken voor het kruisje (45-47-49) dubbele vasten. Bij een totale hodgte van 21 (23-25) cm. de draad afknippen. Voorkant: Als rugpand. Afwerking: Beide delen onder een vochtige doek laten drogen. De zijnaden, pijpnaden en het kruisje sluiten. Langs de bovenkant l.toer vasten haken, hierbij over dun elastiek haken.
Sokjes
Ie Sokje: Voor het zooitje met de hoofdkleur op een ketting van 31 (35-39) lossen met 1 losse om te keren als volgt in dubbele vasten. Ie toer: 14 (16-18) dubbele vasten, 1 meerdering (=2 dubbele vasten in 1 steek). 1 dubbele vaste, 1 meerdering, 14 (16-18) dubbele vasten (33-37-41 dubbele vasten). 2e toer: 1 meerdering, 13 (15-17) dubbele vasten, 1 meerdering, 3 dubbele vasten, 1 meerdering, 13 (15-17) dubbele vasten, 1 meerdering (37-41-45 dubbele vasten). 3e toer: 1 meerdering, 14 (16-18) dubbele vasten, 1 meerdering, 5 dubbele vasten, 1 meerdering, 14 (16-18) dubbele vasten, 1 meerdering (41-45-49) vasten. 4e toer: 1 meerdering, 15 (17-19) dubbele vasten; 1 meerdering, 7 dubbele vasten, 1 meerdering, 15 (17-19) dubbele vasten, 1 raeerdering, (45-49-53 dubbele vasten). Nu 2 toeren zonder meerderen met de 2e bijkleur en 1 toer met de Ic bijkleur.
Voorvoetje: Over de middelste 7 (7-9) steken afzonderlijk, 7 (8-8) toeren in dubbele vasten. Nu boven de eerste 10 (11-12) onbewerkte steken, de 7 (7-9) steken van de voorvoet en boven de laatste 10 (11-12) steken in dubbele vasten (27-29-33 steken). Na 8 toeren in streepmotief. de draad afknippen. 2e Sokje: Op dezelfde wijze. Afwerking: De zijnaden van het voorvoetje, de zooinaad en de achternaad sluiten.
Plaid
Nu we toch aan het haken zijn, maken we er eigenlijk maar een warme Babyplaid bij. Het materiaal is Baby Courjteliie, dus gemakkelijk wasbaar. Maat: 90 X 90 cm. Kluwens: 5 hoofdkleur, 4 in de Ie en 2e bijkleur. 1 haaknaald no. SVi. Gebruikte steken: Lossen, vasten, stokjes, 1 nop = (X) omslaan, de haaknaald in 1 steek steken, omslaan en 1 lus hoog ophalen, vanaf (x) nog 3 x herhalen in dezelfde steek, omslaan, 8 lussen afhaken, omslaan, de laatste 2 lussen afhaken.
Stekenverhouding: Een vierkant meet ± 13 cm. 10 JUAJ.^
Ie Vierkant: Op een ketting van 26 lossen. Ie toer: 1 stokje in de 4e losse, 1 stokje in elke volgende losse (24 stokjes). 2e toer: 3 lossen (=le stokje), 1 stokje in de opening tussen het 2e en 3e stokje, 1 losse, 1 nop in de opening tussen het 3e en 4e stokje, (x) 1 losse, 1 nop in de opening na de volgende 2 stokjes, vanaf (x) herhalen tot er in totaal 10 noppen zijn gehaakt, 1 losse, 1 stokje in de laatste opening, 1 stokje op het laatste stokje. Er zijn 10 noppen met aan weerszijden 2 stokjes.
3e t/m 10e toer: 3 lossen (== 1 stokje, 1 stokje op het 2e stokje, 1 losse, 1 nop in de opening voor de Ie nop, (x) I losse, 1 nop in de opening tussen 2 noppen, vanaf (x) herhalen tot er in totaal 10 noppen zijn gehaakt, 1 losse, 1 stokje op elk der 2 stokjes. 11e toer: 3 lossen (= 1 stokje), 1 stokje op het 2e stokje, 1 stokje in de opening voor de Ie nop, 9 x (2 stokjes in elke volgende opening), 1 stokje in de laatste opening, 1 stokje op elk der 2 stokjes. Op deze wijze 19 vierkanten in hoofdkleur, 16 vierkanten in Ie bijkleur en 14 vierkanten in 2e bijkleur haken (=49 vierkanten).
Afwerking: De vierkanten volgens tekening aan elkaar leggen. Nu met dubbele draad hoofdkleur eerst in horizontale richting, daarna in verticale richting, de vierkanten overhands aan elkaar naaien. Rondom de plaid met dubbele draad hoofdkleur 2 toeren vasten, hierbij op elk hoek 3 vasten in 1 steek.
Dwaalwegen van het hart
vreemd vindt ze, zoals hij schrijft dat ze christelijk is en daarom wel fatsoenlijk zal zijn. Wat denkt hij eigenlijk? Dat ze christeUJk is heeft ze zelf tegen hem gezegd, terwijl ze juist zo los is van alles. En hij zou ook hervormd zijn....toch wat vreemd vindt ze. Dit had ze niet verwacht. „Wat zou vader ...." denkt ze. „Ach wat, vader..;.die weet immers niets en hoeft niets te weten. Ouders zijn ouderwets en christelijke ouders zijn nog moeilijk ook. Waarom moet zij zo benepen doen? Ze wil genieten van het leven en kan met Lies samen best met die meneer Otterdoom uitgaan. Ze zal wel op zichzelf passen. En hij is in elk geval een keurig iemand". Ze redeneert in gedachten en praat alles goed. Het is immers heel gewoon. Ze hoeft niets achter* zijn bedoelingen te zoeken. De vol-' gende avond zit ze bij Lies en vertelt van de brief. „Zo zo. jongedame, ben je in de gunst gekomen van onze vriend Otterdoom? Dat heb ik je immers wel gezegd. Mij ziet hij niet eens en van jou is hij meteen gek". „Doe jij niet zo gek Lies. Hij ziet niets in ndj hoor, gelukkig niet". „Dan is hij pas blind geworden.'. „Ach, zeurkous. Zoek niet overal meteen zoiets romantisch achter. Daar moet ik trouwens niets van hebben, dat weet je". „Best hoor. ik geloof je op je woord. Maar waarom schrijft hij aan jou en niet aan mij? Heb je hem ongremerkt toch betoverd en is hij bezvireken voor de gloed In je ogen?" Mientje moet toch lachen om die malle Lies, die altijd alles op een dwaze manier benadrukt. „Dat begrijp ik ook niet, eerlijk gezegd". Mientje haalt haar schouders op. „Hij vond het erg leuk met ons, schreef hij en wilde graag vaker uitgaan". „Schreef Uj dat hij het leuk vond met ons of met jou?" „Eh..Jiou...dat weet ik niet precies meer. Ja toch wel, met ons meen ik. Waarom ben je zo wantrouwend?"
,J)at weet ik iilet precies. Misschien ben ik bang dat jij je een keer onverhoeds in zijn armen stort. Jij bent zo argeloos kind. je vertrouwt die jongeman blijkbaar meteen voor honderd procent, terwijl je hem amper kent. Ik heb hem wel vaker gezien, maar weet verder ook niets van hem. Toch ben ik er bijna zeker van, dat hij heel wat vriendinnetjes heeft. Soms vind ik hem net iets te aardig".
„Och, wat g*e'eft het eigenlijk. Als wij samen eons' met hem uitgaan hebben we toch plezier. Je hebt dat zelf gezegd".
„Hij schreef toch dat hij het fijn zou vinden als jij eens met hem mee zou gaan 's avonds? Hij wil vast nog een bloempje in zijn ruiker doen en hij heeft nu een heel mooie ontdeltt".
„Dat doe ik vast niet Lies. 'Als het om gezelligheid g^at dan kunnen wij samen mee, of niet soms?"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1979
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's