Solide overlevering van oudste Evangelie
Studie H. Baarlink over Marcus:
KAMPEN — Vrijdagmiddag is aan de Johannes Calvijn Academie, verbonden met de theologische hogeschool der Geref. Kerken (Oudestraat) in Kampen drs. H. Baarlink uit Uelsen (graafschap Bentheim) gepromoveerd tot doctor in de Godgeleerdheid op een Duitstalige nieuwtestamentische studie over „Aanvankelijk Evangelie. Een bijdrage tot een andere bepaling der theologische motieven in het Marcusevangelie", Als promotor trad prof. dr. Herman N. Ridderbos op.
Dr. Heinrich Baarlink, die in Kampen en Göttingen theologie studeerde, is predikant van de Bvangelisch-Altreformierte Kirche in Niedersachsen met als standplaats Uelsen. Deze kerk is al een halve eeuw in classicaal verband opgenomen in de Gereformeerde Kerken en dr. Baarlink was diverse malen afgevaardigd naar de generale synoden in Lunteren. Hij is sinds 1953 predikant en van 1958 tot 1968 was hij in dienst van de Soembazending.
Motieven
Zijn 313 pagina's tellende dissertatie „Anfangliches Evangelium" verscheen bij Kok te Kampen. Hij wil erin rekenschap geven van de motieven, die Marcus dreven om zijn Evangelie — naar algemeen wordt aanvaard het oudste en eerste — te schrijven.
Zo'n onderzoek naar de bronnen achter de evangelietekst is bij Marcus niet eenvoudig en moet uit de tekst zelf gereconstrueerd worden. Baarlink wil tot op zekere hoogte rekening houden met de „Sitz im Leben" in verschillende fasen van de overlevering, maar kant zich tegen overschatting van deze veronderstelling.
De redenen voor deze voorzichtigheid zijn gelegen in de algemeen behoudende en solide wijze, waarop overlevering in het joods-christelijk milieu plaatsvond én in het conservatieve gebruik van de traditie door Marcus, zoals dat in zijn evangelie op tal van punten aanwijsbaar is.
Na een uitvoerig overzicht van de geschiedenis van het onderzoek naar deze centrale vragen, wordt in drie delen gepoogd het eigene van Marcus aan te wijzen: a. Het begrip „evangelie", b. de literaire structuur van het evangelie, en c. het gebruik van verschillende christologische benamingen.
Conclusies
Zowel de door sommigen veronderstelde anti-thetische opstelling, als de door anderen aangenomen synthetische doelstelling van Marcus worden door de auteur afgewezen.
De conclusie luidt, dat Marcus in zijn geschrift getuigt van het evangelie in zijn aanvankelijke gestalte, passend bij de fase, die vooraf ging aan het tijdperk van de kerk en haar getuigenis. Deze gestalte van het evangelie wordt enerzijds bepaald door het nog in de toekomst liggen van kruis en opstanding, terwijl dit (nog) verborgen centrum der verkondiging anderzijds door alle delen heen de structuur van het evangelie beheerst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1977
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1977
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's