Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Baptistengemeente van Franeker - acht leden - houdt Philpot nog in ere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Baptistengemeente van Franeker - acht leden - houdt Philpot nog in ere

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

FRANEKER — Wandelend over het Bolwerk van Franeker waar de frisse Friese wind om de oren waaide, belandden wij in de Zilverstraat, niet onbekend door Wevers antiquariaat. Langs een gevel met het jaartal 1631 en het prachtig gerestaureerde Korendragershuisje van 1634 moesten wij eerst nog een fraaie „nieuwe" Gereformeerde kerk passeren om bij een drie tegels brede steeg te belanden: het doel van de reis. Daarachter, wisten wij, bevond zich de schuilkerk van de „gemeente van gedoopte christenen", de Calvinistische baptisten".

Wie Franeker uit het wijde Friese land binnenkomt en met zoveel historie in steen wordt geconfronteerd denkt onwillekeurig aan de tijd dat William Amesius of Martinus Lydius hier rondwandelden. Zij waren immers beiden verbonden aan de in 1584 gestichte Hogeschool, evenals hun collega-theologen Sybrandus Lubbertus Johannes Maccovius, Johannes é Marck, Hermannus Witsius, Meinardus Schotanus en — om er maar niet meer te noemen — Herman Alexander Röell.

Dat Smytegelts, Philpots of anderer erfenis nog in hoge ere gehouden zou worden in Franeker, ooit aangewezen voor de oprichting van de enkele jaren later te Kampen opgerichte Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken, durfden wij niet hopen. Ongedacht kwamen wij hun nalatenschap tegen bij mej. Tj. Kuperus die kennelijk als kosteres, die de uit de zeventiende eeuw stammende doopsgezinde schuilkerk — er als een oud huis uitziend — als gewoon huis bewoont. Onze gastvrouw is een van de nu nog uit acht „zusters" bestaande gemeente.

Baptistengemeenten
Al wie „De Christen" regelmatig leest, het weekblad van de Unie van Baptistengemeenten in Nederland, vindt weinig terug aan verwantschap met Bunyan of Philpot. Daarvan gaf kort geleden pastor Manfred Barenfanger in het genoemde weekblad nog de verklaring: zowel in Duitsland als in Nederland verloren de Baptistengemeenten tegen het einde van de 19e eeuw hun duidelijk calvinistische karakter, in Duitsland door de Lutherse omgeving, in Nederland tengevolge van de invloed die van de opwekkingsbeweging van Moody en Sankey. Franeker deelde in deze ontwikkeling echter niet. Serieuze contacten met de in 1881 opgerichte Unie van Baptistengemeenten heeft men daarom niet.

Acht zusters
Nog acht zusters — maar niet naar het vlees — telt de gemeente. Zeven daarvan zijn gedoopt. Een zo vertelt ons onze gastvrouw is nog niet tot volle geloofsblijheid gekomen. In vroeger jaren was de gemeente groter. De overlevering zegt zelfs dat bij een doopdienst het kerkgebouw wel duizend mensen bevatte.

Ze stonden toen tot in het portaal, dicht opeengedrongen. De galerijen, aan drie zijden van het kerkje,moeten gekraakt hebben onder ongewone last, waaronder vele nieuwsgierigen. Toen bloeide de gemeente. Maar nu nog getuigt de tafel met enkele boeken midden in het oude gebouw van het vergaderen.

Hoewel zuster Kuperus een Friezin is verstaan wij elkaar: op het harmonium ligt opengeslagen een vergeeld boek van Worp. Iets anders dan de Statenvertaling wordt niet gebruikt, onze gastvrouw toont zich ernstig bezorgd over het toenemend verval in kerk en maatschappij, kortom, wij spreken dezelfde taal. En wat zou daaraan de grote doopvont, onder een bruin luik voor de preekstoel verborgen, waarin al zovelen zijn ondergedompeld, voor afbreuk doen?

Waarom Baptist?
„Der pelgrims metgezel" van Saarberg staat op het boekenplankje van de al niet meer zo jonge zuster Kuperus broederlijk naast een bundeltje preken van ds. F. Bakker en in de waardering van Warburtons „Weldadigheden van een verbondsgod" en Huntingtons „God de kassier der armen" vinden wij elkaar. Mochten wij ook, aldus onze gastvrouw, Gods hand maar zo opmerken in de kleine dingen van het leven.

Waarom ze Baptist is hoeven we niet te vragen. Er staat toch: Wie geloofd zal hebben en gedoopt zou zijn? Wij twistten er maar niet over tijdens ons bezoek.

Wanneer is dat tijdstip van de doop gekomen? Wel, zo vertelt ons zuster Kuperus, ieder moet verslag af kunnen leggen — zo ging het althans vroeger — van zijn of haar bekering. Dat gebeurde voor een samenkomst van de gehele gemeente. En daarop wordt iemand gedoopt.

Of de kerkeraad nooit te streng was in het voorafgaande beluisteren van dat getuigenis dat deze of gene uit zijn leven ging? Jazeker. Daarover spreken de oude notulenboeken duidelijke taal. Dan gaf de bazuin, meende men, een onzeker geluid. Maar later kwam openbaar dat niet iedereen even vrijmoedig of welbespraakt was als hij voor de gemeente kwam, terwijl toch het ware leven gevonden werd.

Hebt u, zuster Kuperus, dat verslag ook voor de gehele gemeente moeten geven?

Jazeker. Mijn moeder hoorde aan onze gemeente, mijn vader was Hervormd. Hij had een bloeiende wagenmakerszaak, maar toen de letters begonnen te leven veranderde dat: de vijandschap van de dorpelingen in Oppenhuizen kwam openbaar. In ieder geval, gedoopt werd ik niet. Vanaf mijn 17e jaar ging het eeuwig wel en wee mij zwaar wegen, omdat de angst der hel mij alle troost deed missen. Maar toen ik 22 was kwam ik in de ruimte: Gij zijt verlost. Hij heeft u welgedaan. Toen werd alles vrede. Het heeft toen nog 8 jaar geduurd voordat zuster Kuperus zich heeft laten dopen. Maar toen kon zij niet anders meer. Gesterkt door deze woorden: vele wateren zullen deze liefde niet kunnen blussen, mocht ze haar getuigenis voor de gemeente geven.

 

Zuiver in de leer

Een eigen voorganger heeft de „gemeente van gedoopte christenen" te Franeker niet meer. Over de geschiedenis weet juffrouw Kuperus niet zóveel. Maar zo'n vijfentwintig jaar geleden onder Pier Salwerda telde de gemeente nog ongeveer 60 leden. De jongeren trokken weg, de ouderen stierven. Dé laatste voorganger, T. van Diggelen, die de gemeente een paar jaar diende, is nu veertien jaar geleden overleden. Tijdens zijn bediening — zo vertelt ons zuster Kuperus — kwam er nog een oplevinkje: er kwamen er verschillenden in de ruimte.

Het is al veertien jaar geleden dat het Heilig Avondmaal voor het laatst bediend werd. Op 26 september 1976 heeft er voor het eerst weer een predikant gesproken in het Franekers kerkgebouw. Hij komt nu eens per maand. Hessel van der Flier hoort wel aan de Unie, maar is in ieder geval geen man van „de vrije wil", aldus zuster Kuperus. Het is ons wel goed bevallen. Maar met Avondmaalsbediening willen wij voorzichtig zijn. Er kwamen — op uitnodiging — als Van der Flier preekte, weer wat meer mensen: een 25. Maar overigens: de tijd is donker. Philpot zei het in zijn dagen al, zo vertelt ons zuster Kuperus, dat een verderfelijke leer Nederland was binnengekomen. Men durft nu te zeggen dat Jezus' bloed is gestort voor iedereen. Maar zo is het niet! Zou dan Judas' zonde tweemaal gestraft zijn?
 
Als Van der Flier niet preekt zijn de zusters weer met hun achten. Of als het stormachtig of regenachtig weer is — want de verste komt van vijftien kilometer — met nog minder. Zondag waren ze met z'n drieën. En dan lezen ze zelf weer preken. Kersten is geen onbekende. Er komt een flinke stapel preken uit de dertiger Jaren van de Chr. Geref. serie „Uit de levensbron" op tafel. Of ze lezen van Philpot, Smytegelt en Comrie. Elk op zijn beurt. Niet in de huiskamer, maar in de kerk. Rond de tafel...

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 augustus 1977

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Baptistengemeente van Franeker - acht leden - houdt Philpot nog in ere

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 augustus 1977

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's