Ook fincanciële adoptie vraagt om juiste levensbeschouwelijke keuze
DOORN - Eén van de mogelijkheden om de nood van kinderen in de allererbarmelijkste omstandigheden der derde wereld enigszins te lenigenis de zogeheten financiële adoptie, een wat minder verplichtende vorm vansteun dan de internationale adoptie. Hoewel wij om verschillende redenenmenen, dat die interlandelijke adoptie waar mogelijk de voorkeur behoortte hebben, is natuurlijk elke druppel op deze gloeiende plaat toe te juichen.
Nu is er recentelijk op grootscheepse schaal, ook via advertenties, radio en tv, propaganda gemaakt voor een groots opgezet „pleegouder-plan", het Foster Parents-plan. Damesweekbladen als recentelijk „Margriet" en zo meer zetten zich er voor in en lanceren wilde kreten als „duizend adoptie-ouderparen gevraagd". Bekende figuren uit de omroepwereld, de politiek en wat niet al, hebben hun naam er aan gegeven, zoals Mies Bouwman, mevr. Liesbeth den Uyl en anderen.
Verwarrend
Het komt mij voor, dat er onder eventuele ,,echte" adspirant-adoptiefouders verwarring ontstaat door deze campagnes, die het zo voorstellen, alsof men kinderen uit bijv. Indonesië en Columbia gemakkelijk kan „adopteren". Dat nu is niet juist — ook al worden er wel via interlandelijke adoptiekinderen uit die landen in Nederlandse adoptiefgezinnen geplaatst, maar eerder druppelsgewijs dan op grote schaal.
,,Financiële adoptie" betekent niets meer en niets minder dan dat men zich vanuit Nederland verplicht, financieel zorg te dragen voor het onderhoud van één of meer kinderen in één der derdewereld-landen. Die kinderen blijven daar in de tehuizen waar ze zijn, of bij pleeg- of adoptiefgezinnen in die landen. Ze komen niet op langere termijn naar ons land, kunnen niet door kinderloze echtparen hier „echt" geadopteerd worden.
Relatie
De enige band tussen de „pleegouders" in Nederland en bijv. een financieel geadopteerd kind uit India bestaat uit correspondentie en informatie over de ontwikkeling van dat kind, vergezeld van foto's. Hoewel men dus in zeer beperkte zin „adoptiefouder" mag heten van een kind uit een ver land, dat men zelf waarschijnlijk nooit te zien krijgt — tenzij men naar India reist met vakantie e.d. — is die steun toch een goede zaak.
Op deze wijze wordt menselijkerwijs gesproken het leven van een daar ten dode opgeschreven kind gered. Dat alleen al rechtvaardigt zulk een steun. Bovendien ontstaat er toch wel iets van een speciale relatie tussen dat ene kind en zijn Nederlandse geldgever. Maar eventuele verwachtingen omtrent een hieruit voort te vloeien feitelijke interlandelijke adoptie zijn nergens op gebaseerd.
TEARFUND
Nu kunnen natuurlijk tal van Nederlanders — gehuwd, ongehuwd, met of zonder kinderen — zich opgeven voor zo'n financiële adoptie, maar het is toch gewenst, niet zonder meer met een neutrale instantie als het Foster Parents-plan in zee te gaan. Een christen wil toch graag zien, dat zijn of haar „adoptiefkind" in dat verre land een christelijke opvoeding krijgt, omdat de geestelijke nood van de mens ten diepste altijd de lichamelijke overstijgt.
Intekenen op zo'n neutrale adoptie-instantie betekent, dat men alleen het brood belangrijk acht, terwijl ook de Bengalees en Indiër en Columbiaan zal moeten leren leven van de spijze die niet vergaat. Nu zijn er ook andere mogelijkheden om kinderen financieel te adopteren. Zo is er het Kinderadoptieplan van het TEAR-Fund in Doorn, als ook dat van Woord en Daad.
Het Tearfund (eigenlijk: tranenfonds, maar de letters staan voor The Evangelical Alliance Relief fund) is een evangelisch hulpfonds, de diakonale tak van ,,De Evangelische Alliantie", waarin internationaal duizenden zendelingen van tal van geloofszendingen samenwerken. Tearfund heeft in veertig landen ruim honderd projecten, waaronder in Bangladesj, waar diverse Nederlandse vrijwilligers van deze hulpverleningsorganisatie werken.
Nu is het kinder-adoptieplan van Tearfund opgezet in samenwerking met ,,Compassion" (mede-lijden), een evangelisch-christelijke organisatie voor de kinderzorg. Op dit moment zijn er zo'n tweeduizend kinderen, vaak wezen, half-wezen of door hun ouders in de steek gelaten, die via Tearfund financieel geadopteerd kunnen en moeten worden. Dat kan, zo deelt het Nederlandse secretariaat (directeur drs. Jan van Barneveld) mee, ook gebeuren door groepen, schoolklassen e.d.
De basis is het gebed. Er wordt in hun ogen een christelijke opvoeding in een bijbels verantwoorde zondagsschool gegarandeerd. De medewerkers van deze organisatie van geloofszendingen moeten „de Here Jezus Christus als hun Redder en Heer kennen", zo heet het in de voorlichtingsbrochure. De coördinatie van de aanvragen e.e.d verloopt via het Britse hoofdkantoor in Teddington (Middlesex).
Bedragen
De praktische zijden van dit kinderadoptie-plan zijn als volgt: men steunt zo'n kind door een bedrag (minimaal) van 8£ per maand, thans ongeveer 35 gulden, of 105 gulden per kwartaal of ƒ 420,- per jaar. Daarvoor ontvangt het: (christelijke) opvoeding, lagere school-opleiding, medische zorg, wat voedsel en kleding. Om praktische redenen is de verzending van pakketjes niet mogelijk; wel kan men af en toe een extra gift van twee pond (ƒ 9,-) overmaken, waarvoor in het betreffende land speelgoed of een ander cadeautje kan worden gekocht door de verzorgers.
Enkele andere regels uit het Tearfund-project: Men mag ,,zijn" of „haar" kind zo vaak schrijven als men wil; eens per maand bijv., maar ook met verjaardagen of feestdagen is voldoende. De kinderen schrijven zelf (met hulp) al terug als ze zeven jaar en ouder zijn. De Nederlandse brieven moeten eenvoudig en kort zijn en in het Engels gesteld; ze worden vertaald in de talen van de adoptiefkinderen.
De steun van deze kinderen gaat door tot ze van school gaan (zo'n 16 à 17 jaar), waarna ze soms een beroepsopleiding kunnen volgen. De kinderen staan onder controle van christen-voorgangers van plaatselijke kerken, aldus de informatie van Tearfund.
Ook „Woord en Daad"
Wie begrijpelijkerwijs gereserveerd staat tegenover Tearfund en zijn geestelijk klimaat willen wij in overweging geven, dan een ander financieel adoptieproject te steunen, dat van de Reformatorische hulpactie „Woord en Daad", waarover wij al eerder berichtten. ,,Woord en Daad" heeft op dit moment contacten en adoptiefkinderen in India, Brazilië en Guatemala.
Eva den Hartog
Overigens: wie interesse heeft in deze zaken moet zeker niet nalaten het ontroerende boek van de voormalige Leger des Heilsofficier majoor Eva den Hartog: „Bangladesh: Berusten wij erin?" te lezen. Dat bitter-schone plaatwerk (110 blz. groot formaat, vele tientallen foto's, prijs ƒ19,90) verscheen bij T. Wever in Franeker met een nawoord van minister drs. J. P Pronk.
In dat tweetalige werk (Nederlands en Engels) geeft mevr. Den Hartog een ontroerend beeldverslag van haar jarenlange arbeid, samen met o.a. mevr. Grace Samsom, in Dacca en daarbuiten. Het is natuurlijk in-triest, dat deze vrouw, die leven en gezondheid opofferde voor dit onvoorstelbaar moeilijke werk, door een conflict met de Legerleiding is teruggeroepen naar Nederland en weggepromoveerd, na eerst te zijn gedegradeerd tot gewoon Heilssoldate. Dit boek is een schokkend document, waarin zij — in korte sobere bewoordingen; de illustraties vertellen de tragiek en vreugden verder — verantwoording aflegt van deze vorm van naastenliefde. Kinderkampen, vluchtelingenkampen, het adoptieprogramma (waardoor zij meer dan honderd ten dode opgeschreven kinderen naar Nederland kreeg voor feitelijke interlandelijke adoptie), de medische en voedingszorg, het bejaarden werk: van dit alles legt het boek een duidelijk getuigenis af. Het moet in veel handen komen, ook van jonge mensen, ook van hen die geen financiële of interlandelijke adoptie zoeken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1977
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1977
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's