Utrecht Intrede kand. J. S. v.d. Net

„Gij dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is" (2 Thimotheus 2 vers 1) was de tekst voor de bevestigingsdienst. Het thema van de prediking was: Een heenwijzing naar en een opwekking tot de kracht en sterkte van de ware evangelie dienaar. De bijzondere aanspraak — de noodzakelijke versterking en de bron waaruit dit alles voortvloeit hadden de aandacht.

Na het plechtig uitgesproken „Ja ik, van ganser harte" namen naast de bevestiger aan de handoplegging deel de predikanten A. Elshout, C. Harinck, J. M. Kleppe, H. Rijksen en J. W. Verweij, alsmede ouderling J. A. Saarberg. Het kerkgebouw was tot de laatste plaats bezet, toen ds. J. S. van der Net zich in de avonddienst aan de gemeente verbond met het tekstwoord uit Handelingen 10 de verzen 42 en 43. De gemeente werd bepaald bij de Evangelie prediking door Gods knechten. Zij hebben daarbij een Goddelijke opdracht, ze mogen wijzen naar de verhoogde Middelaar en ze mogen de weg ten leven wijzen. Als een getrouw getuige van zijn Zender hoopte hij zegen en vloek de gemeente voor te houden.

Christus bedient zijn profetisch ambt door Zijn getuigen. God wil zondige mensen daarvoor gebruiken en deze stellen tot onderherder. Gods knechten wordt geboden op te roepen tot bekering, aldus ds. v.d Net. Hij wenste het sein niet op veilig te zetten als de weg van zijn hoorders onveilig was.

Namens de classis en particuliere Synode Oost en als consulent voerde ds. J. M. Kleppe het woord, ds. P. Blok deed dit namens het curatorium, terwijl ouderling Driessen de tolk van de kerkeraad en de gemeente van Utrecht was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen