Evangelie prediking
<br />
De troosttaal van het Evangelie moet geenszins vergeten worden, maar toch, hoor Jezus, wie spreekt Hij zalig? (Matth. 5): Armen, treurigen, zachtmoedigen, hongerigen, dorstigen, reinen van hart, en die alles voor Jezus willen ondergaan. Maar dat zijn verre de minsten; de meesten leven genadeloos, blind en afkering henen, gaande in de wegen huns harten. Moet men niet dezulken met alle ernst zoeken te overtuigen van hun doodschuldige en rampzalige staat, en hen door de schrik des Meeren zoeken te bewegen tot het geloof? Kan dat te sterk aangedrongen worden? Is de zaak niet van een eeuwig en oneindig gewicht en aanbelang?
Dat was toch de praktijk van Johannes de Doper, als hij zegt, Matth. 3 : 7: „Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van de toekomende toorn? brengt dan vruchten voort der bekering waardig, en vers 10 en 12, „Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren" enz. De zachtmoedige Jezus zelf sprak het wee en de eeuwige smarten der hel zo menigmaal over de zondaren uit. Was Paulus ook niet menigmaal een zoon des donders, zeggende: „met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen en het Evangelie van Christus ongehoorzaam zijn?"
Joh. Groenewegen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 juli 1976
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 juli 1976
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's