KOEKPRENTEN IN HOUT
December is bij uitstek de maand voor het bakken van speculaas, koek en taai. Onze voorgeslachten waren er op gesteld de gekruide lekkernijen allersmakelijkst te bereiden. Het gebruik groeide met name in de Nederlanden uit tot een rijk geheel vol verscheidenheid. De kunst van het speculaas maken stamt reeds uit de middeleeuwen en de vormgeving en gestalte ervan worden aangegeven door prenten, die in negatieve vorm in hout worden gesneden. Overstelpend is het aantal vormen van snijwerk geweest.
Aanvankelijk werden deze vormen vervaardigd door de bakkers zelf, later door rondreizende kooplieden en nog later door beeldsnijders. De plankjes waren meestal van perenhout met kundig en scherp uitgesneden figuren. De koeteplank wordt vaak de spiegel van ons volksleven genoemd. Mede door de koekplanken krijgen wij een beeld uit het dagelijkse leven onzer voorouders, maar wij vinden er ook bekende veitialen uit de Bijibel in terug, precies zoals de beeldsnijder deze beleefde en zag.
Het godisdienstig leven is in ons land een welbewuste ikracht geweest, het geloof woiTtelde diep in ons volkskaraikter en het Is dan ook geen wonder dat dit mede tot uitóng kwani in de vormen welke aan de koekplank werden toevertrouwd. met de dlruiventros, Jona in de walvis, Daivid met de harp, aanibidding der herders, aanbidding der koningen en nog andere gebeuiTtenissen. Grote vormen waren bijv. ook een vrijer en vrijster, St. Joris en de idraak, een ruiter te paard, een karos, schip of molen. Voor het bakken van kleine specullaasjes werden vele kleinere vormen op één plank gemaakt, alle meesterstuikjes op zichzelf. In deze vaak zeer bewerkte lfcoe]q>Iarfcen drukte men het deeg, voordat het in de oven gebalkken werd. Tal van kunstzinnige exemplaren welke met fantasie en met bekwaamheid werden vervaardigd, zijn nog in oude bakkerijen en miusea te vinden: het aantal verzamelaars vian zeventiendeen achttiende-eeuwse vormen is klein.
jammerlijk
In de loop der eeuwen zijn er ook vele . ten offer gevaUen aan hoaiitwooim of kwamen terecht in de bakkersoven om te worden verbrand. Duizenden planken gingen ook naar het buitenland, waar men er schijnbaar meer belanigstelling voor aan de dag legde. Ook door branden is een groot deel verloren gegaan, o.a. het depot van hot Openluchtmuseum in de Betuwe, het bezit van de Nederlandse Baikkersbond in Den Haag en een collectie van een bakkerij op de Blauburgwal te Amsterdam.
Toch zijn er nog verzameffingen te bewonderen, zoals in het Openluchtmuseum te Arnhem, de Lakenhal te Leiden, het Waagmuseum te Deventer, het museum der Nederlandse Banlketbaikkerijen te Amsterdam en het IWes Museum te Leeuwarden, waar zelfs koek-„planken" zijn geglazuurd in aardewenk. Van de collecties in het buitenland noemen wij die in het openluchtmuseum te Bokrijk in Belgisch Limburg.
groeiend
Voor de oorlog was de belanigstelling voor de koekplank gering. Nu is er weer een groeiende waardering voor de oudtijds primitieve snijkunst, al hebben de thans in de handel verkrijgbare ikoefcplanken niets meer met de oude koekplanken gemeen en men dient het vervaardigen daarvan dan ook niet te beschouwen als de opbloei van een oudle volkskunst, doch slechts als een wandversiering, soms inclusief de „wormgaatjes". Wat vroeger uit de oven via de koek
Naïeve kerstvoorstelling op koekplank (Oldenzaal). De houtsnijder is vermoedelijk geïnspireerd geweest door een gedicht van Vondel: „Hier schuilt dat God'lijk aangezicht waaruit de zonne schept Heur licht". plank kwam was een smakelijk gebak. Het bakiken van speculaas was ook een traditie. Zo ook bijv. het vergulden van speculaaspoppen in de vorige eeuw. In de Camera Obsura van, Hildebrand kunnen wij uitvoerig lezen over de verguldavond bij de koekebakker De Groot; een gezellige bijeenkomst zoals hier te lande vrijwel algemeen plaats had, doch nu tot het verleden behoort.
De aanbidding van de wijzen uit het oosten op oude koekplank (Dordrecht). de meester koekebakker en zijn gezellen volgden en de „sdhoone wonderen kneedden, duimden, schikten en bakten". En binnen had „de edele ikunst van het vergulden plaats".
Ook het beeWsnijden behoort tot het verleden. Het oude handwerk van het bakken eveneens. Het gebak is een machinaal product geworden in papieren of plastic zakken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1973
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1973
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's