Over orgels en over het orgel van VU
Unieke ^^Couperin^gebouwd in aula
Toen begin april het nieuwe hooÉdgebouw van de Vrije Universiteit in gebruik werd genomeïn in aanwezigheid van H.M. de Koningin, vermeldden wij rxeeds dat in de aula het enige orgel werd gebouwd, dat Nederland op het gebied van Couperin-orgels rijk is. Hoe uniek dit orgel is, schrijft prof. dr. F. C. Stam in „Ad Valvas", het blaid van de Vrije Universiteit.
Volgens vele bronnen is het orgel in 264 voor Christus uitgevonden door Ktesibios uit Alexandrië. Vandaar uit heeft het instrument in de tweede eeuw voor Chr. zijn weg gevonden naar het muziekleven van de Griekse cultuur. In de eerste eeuw voor (3^. werden er reeds orgelwedstrijden gehouden, zoals blijkt uit een inscriptie in de tempel van RpoUo te Delphi. Hierin wordt vermeld dat de virtuose organist Antipatros de prijs won in de twee dagen durende wedstrijd. Vanuit Griekenland is het orgel in de Romeinse cultuur geïntroduceerd. Zo heeft Cicero het instrument tijdens zijn reis door Griekenland leren kennen en waarderen (79-77 V. Chr.). De Romeinse keizer Nero (37-68 na Chr.) werd zelf een enthousiast bespeler van het orgel, hiertoe geïnspireerd door de filosoof en dichter Seneca.
Dolfijnen
Het orgel werd aanvankelijk slechts gehoord in paleizen en in de huizen van de voornamen. Later werd het ook gebruikt om bijeenkomsten in de openlucht op te luisteren, zoals gladiatorengevechten en overwinningsfeesten. Plinius (23-79 na Chr.) schreef in zijn werk over natuurlijke historie dat het orgel ook gebruikt werd om dolfijnen tot dartele sprongen te inspireren.
Na de ondergang van het Westromeinse rijk en gedurende de volksverhuizingen in de 5e en 6e eeuw na Chr. geraakten het orgel en de orgelcultuur geheel in het vergeetboek. In het Oostromeinse rijk en in de Arabische cultuur bleef het instrument echter in hoog aanzien staan. In de 8e eeuw kwam het orgel opnieuw vanuit het Middenoosten naar de West-Europese landen. In 757 gaf de Bijzantijnsé keizer Constantinus namelijk een orgel aap Pepijn de Korte ten geschenke om hem voor zich te winnen. Vanaf die tijd won het orgel weer terrein in West-Europa.
Er was echter nog geen sprake van een kerkelijk gebruik van het instrument. Eerst in de 10e eeuw werden er in sommige kloosters orgels ingevoerd. De kerkelijke autoriteiten zagen deze ontwikkeling met argusogen aan. Eerst in de 14e eeuw kwam het orgel als kerkelijk instrument geleidelijk aan in ere. Omstreeks 1300 stonden er in de meeste grote stadskerken en in kloosterkapellen orgels. Deze ontwikkeling betekende een krachtige stimulans voor de orgelbouw. 'echo'. Dit viüaren onvolledige klavieren. De baskant werd slechjts! voor een gedeelte gebruikt. Bij sommige orgels mlti die tijd werd de baskant in het geheel niet gebrufflrt en spraken deze klavieren dus vanaf de middelste C. Deze onvolledige klavieren waren alleen voor' solistische doeleinden of echo-effecten bedoeld. De' dispositie van dit orgeltype wijkt sterk af van de Nciord- en Zuidduitse barokorgels.
De Franse orgelcomponisten tussen 1600 en 1800 schreven hun muziek voor dit orgeltype en de daarbij behoren die dispositie. De band tussen deze componisties en de dispositie van de orgels was zo sterk, dat deze werken niet of nauwelijks op een ander orgeMype tot hun recht kunnen komen. Helaas is in jJp 19e eeuw het grootste deel van de klassieke Fi'.-knse orgels ten offer gevallen aan behoefte om Helt orgel aan te passen aan het karakter van het synjfonie-orkest De Franse orgelbouwer Cavaillé-CoEl; heeft deze nieuwe richting tot grote bloei gebracW^:.
Herleving
Het is te JbeÉreuren dat hij er geen enkel bezwaar in zag om tvele klassieke instrumenten, waarvoor hij weinig waardering had, op te offeren aan de veranderde smaak. Zo heeft hij één van de grootste monumentea "van de klassieke Franse orgelcultuur, het Clicquotoïgel in de St. Sulpice te Parijs, geheel ten gronde geiricht. Hetzelfde deed hij in verschillende andere- grote kerken in Parijs en daarbuiten. Gelukkig zijïl ler in Poitiers en in Souvigny nog vrij gaaf geblevea klassieke Franse orgels te beluisteren.
Intussen zijn er enkele orgels weer in oude staat teruggebracht,, zodat wij van een herleving van de klassieke Fraiuse orgelkunst kunnen spreken.
De Franse 'orgelbouwer J.C. Koenig heeft er zich op toegelegd jam de oude orgelklank weer in nieuwe instrumenten, te doen klinken. Hij oriënteert zich hierbij op de- gegevens, die de Benediktijner monnik Dom Bédlos in 1762 heeft vastgelegd in een uitvoerig boek|: Bart du facteur d'Orgue.
Lacune
Een frontaanzicht van het unieke Couperin-orgel in de aula van het VU-hoofdgebouw.
De achttiende-eeuwse Franse orgelliteratuur is vrij belangrijk, maar je hebt daarbij 't verschijnsel dat de orgelwerken speciaal geschreven zijn voor het daarbij behorend orgel. Als 'n bepaalde organist, ik noem niaar 'n naam als Couperin, 'n stuk schreef, dan dacht hij daarbij aan het orgeltype dat hem ter beschikking stond en niet aan het orgelty'pe, dat toen te vinden was in Duitsland of Nederland.
En nu is de situatie in Nederland de laatste dertig a veertig jaar zó, dat deze Franse muziek veel gespeeld wordt, maar nooit op het goede orgel, want dat is er niet. In Frankrijk is het vrijwel verdwenen, moet ik erbij zeggen. Daar heb je nog slechts twee of drie historische instrumenten, waarop het mogelijk is deze werken goed uit te voeren. En zo kwam Stam op het idee: laten we hier in de aula nu eens een orgel neerzetten, dat 'n kopie is van zo'n type orgel. Je hebt, zo was de redenering, in Nederland zoveel goede orgels waarop je Bach kunt spelen, maar er is • eigenlijk nog geen ding voor Couperin en aanverwanten. Er is bewust gekozen voor iets wat er nog niet is. En in dat, stadium hebben ze mij erbij gehaald." iïs^i'
Personalic
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1973
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1973
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's