Meer overheidsbemoeienis noodzakelijk
Vanwege milieuverontreiniging
Als wij als SGP-ers over de milieuverontreiniging spreken, dan moeten we dat doen vanuit de bijbelse visie op dat probleem, zo stelde zaterdagmiddag de Utrechtse student F. van de Pol (21) in zijn inleiding op de jaarvergadering van het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen (LVSGS), die onder ruime belangstelling in het Utrechtse hotel Smits werd gehouden. De harmonische relatie tussen mens en natuur, zoals in het Paradijs bestond, is door de zondeval verloren gegaan. Het leven wordt wel steeds meer technisch geperfectioneerd, maar eeuwenoude tradities worden daardoor kapot geslagen. Straks bestaat de mens alleen nog maar met de dingen, waardoor hijzelf ook een ding dreigt te worden.
De grote belangstelling voor het milieuvraagstuk uit zich onder meer in het ontstaan van allerlei actiegroepen, zoals de Raad voor Milieudefensie. Veel aandacht trok ook het rapport dat door de Amerikaanse prof. Dennis Meadows aan de Club van Rome werd uitgebracht. Hij kwam daarin tot de conclusie dat wanneer de huidige curves zich voortzetten, dit leidt tot een grote crisis en een massale sterfte van de wereldbevolking.
ECOLOGIE
Deze problematiek van de milieuverontreiniging heeft zelfs geleid tot het ontstaan van een nieuwe wetenschap, de ecologie. Ons milieu beschouwt men dan als een eco-systeem met positieve en negatieve beïnvloedingsrelaties. Volgens prof. Meadows is een wereldwijde aanpak van het milieuprobleem nodig en wel op vijf fronten tegelijk, namelijk op het gebied van de bevolkingsgroei, de industrialisatie, de vervuiling, de voedselproduktie en op dat van de grondstoffenvoorraden. Als de huidige curves zich voortzetten, is er nog maar voor 25 jaar koper en voor 20 jaar aardolie; dan is de bodem uitgeput.
Prof. Meadows streeft naar een strikt utilair oplossen van de problemen. Zo zou volgens hem de gezinsgrootte beperkt moeten worden tot twee kinderen. Dit alles is een uitvloeisel van een pragmatische levensinstelling.
In de tweede helft van zijn inleiding behandelde Van de Pol de situatie in Nederland. Ons oppervlaktewater heeft een beperkt zelfreinigend vermogen; het organische afval van ongeveer vijf en een half miljoen mensen zou kunnen worden verwerkt. Dit bevolkingsaantal was echter reeds in 1897 bereikt. Daarbij komen dan nog de afvalstoffen uit het buitenland en die uit de industrie, terwijl de anorganische afvalstoffen het zelfreinigend vermogen van het water belangrijk verminderen. Vandaar dat op 1 december 1970 de Wet verontreiniging oppervlaktewater in werking getreden is, met als principe „de vervuiler betaalt".
De bestrijding van de luchtverontreiniging is minstens even belangrijk, maar voor de industrie veel ingrijpender. Van de Wet op de luchtverontreiniging is daarom nog maar een deel in werking getreden. De commissaris van de Koningin kan volgens die bepalingen een inrichting (bijv. een fabriek) bevelen te sluiten of het gebruik van bepaalde brandstof verbieden, wanneer zich een situatie van ernstige luchtverontreiniging voordoet. Bij overtreding geldt zelfs een maximum gevangenisstraf van zes maanden of een boete van 10.000 gulden.
Opvallend is dat de SGP al sinds de oprichting in 1918 de bestrijding van de milieuverontreiniging in haar beginselprogram heeft staan. In artikel acht staat immers dat de overheid tot taak heeft om „de verontreiniging van het water en de openbare weg en van de dampkring" te verhinderen. Ir. H. van Rossum heeft daar bij de behandeling van de Wet op de luchtverontreiniging ook op gewezen.
FORUM
Na de pauze werd een forumbespreking gehouden, waarin de vele vragen die waren ingediend, aan de orde kwamen. Naast de inleider hadden in dit forum zitting het Tweede-Kamerlid C. N. van Dis, de Veenendaalse wethouder G. van den Berg en ir. G. van Bezooyen, werkzaam bij de Stichting verwijdering afvalstoffen. Het bestuurslid M. Golverdingen trad op als gespreksleider.
Een belangrijk gesprekspunt vormde de bevolkingsgroei. Hierover merkte het kamerlid Van Dis op, dat de scheppingsopdracht na de zondeval niet ingetrokken is. Het gehele probleem van de overbevolking is op z'n minst een dubieus punt. Bij een goede aanwending van de mogelijkheden die onze aarde biedt, is er in het geheel geen sprake van een voedseltekort. Het streven naar geboortebeperking wordt vooral ingegeven door de wens een makkelijk leventje te hebben. Op een vraag uit de zaal of dit antwoord ook voor ontwikkelingslanden als India geldt, antwoordde Van Dis, dat als God in Zijn Woord iets zegt, dat een universele opdracht betekent. Hij wees in het geval van India op de heilige koeien, die door het hindoeïsme beschermd worden, maar die het voedseltekort vergroten.
OVERHEIDSBEMOEIEMS
Vanuit de zaal werd ook de vraag gesteld of een aanpak van de milieuverontreiniging niet zou leiden tot een grote bureaucratie en een sterke overheidsbemoeienis. Wethouder Van den Berg beklemtoonde dat tenzij er een mentaliteitsverandering gaat plaats vinden, de industrieën zich geen beperkingen zullen opleggen en daarom wel gedwongen moeten worden hun schadelijk afval te beperken.
Van Dis wees er op dat in artikel acht van het beginselprogram ten aanzien van deze kwestie duidelijk een taak op de overheid gelegd wordt. Ook in de Sowjet-Unie zit men met een milieuprobleem. Het doet zich dus voor, ongeacht het maatschappelijk stelsel.
Ir. Van Bezooyen wees in dit verband op het belang van de opvoeding. Daarnaast moet men zich hoeden voor een weinig zakelijke aanpak van het probleem, zoals bijv. in de discussie rond de weggooiverpakking te signaleren valt. Omdat de retourfles iedere keer weer gereinigd moet worden en daarvoor water, energie en wasmiddelen (fosfaten) nodig zijn, is de milieubelasting van een retourfles groter dan die van 25 plastic zakken.
Ook de plastic huisvuilzakken geven bij verbranding geen problemen. De gemeentebesturen zijn echter vaak niet bereid voldoende geld uit te trekken voor een verantwoorde verwerking en vernietiging van hun afval, zo constateerde hij in zijn antwoord aan zijn medeforumlid Van den Berg, die het vanuit zijn wethouderspraktijk allemaal wat moeilijker zag.
RECLAME
Ook het punt van de wenselijkheid en geoorloofdheid van de reclame kwam uitvoerig aan de orde. Van Dis wees er op dat de verpakkingsmiddelen soms duurder zijn dan het product zelf. De reclame is van zichzelf normloos. Wellicht zal het nodig zijn orn de economische groei — met name in het westen — wat af te remmen, maar we moeten er ook voor zorg dragen dat daardoor de werkgelegenheid niet wordt ondermijnd.
Wethouder Van den Berg concludeerde dat „Wij als SGP altijd voor weinig overheidsbemoeienis zijn geweest. Daar moeten we nu met het oog op de milieuvervuiling wel enigzins op terug komen. We zullen ook bereid moeten zijn, bepaalde offers te brengen ter wille van een schoon milieu." Hij onderstreepte ten slotte nog de opvoedende taak die er hier lag voor het onderwijzend personeel.
GESPREKSGROEPEN
In zijn jaarverslag voor de huishoudelijke vergadering, moest de secretaris Sturm constateren dat het aantal verenigingen van 19 tot 18 was terug gelopen, maar dat aantal leden met 556 gelukkig nagenoeg constant gebleven was. Vanuit de kring van het bestuur was de gedachte geopperd om zich naast het verenigingswerk ook te richten op de vorming van gesprekgroepen. Deze zouden dan vanuit een landelijk secretariaat van discussiemateriaal moeten worden voorzien. Een studieconferentie zou eventueel kunnen dienen als afsluiting van een bepaald gespreksthema. Deze gespreksgroepen zouden vooral de mogelijkheid bieden om belangstellenden te bereiken in plaatsen waar hun aantal voor een studievereniging te klein is. In de vergadering vond deze suggestie wel enige weerklank en werd besloten hiermee het komende seizoen te experimenteren.
Ter vervulling van de beide vacatures in het bestuur werden door de afgevaardigden gekozen de heren W. Bron te De Wilp en F. Klok te Barneveld. Aan het adres van de scheidende penningmeester, de Apeldoorner K. Jans, die sinds 1966 in het bestuur zitting had werden door voorzitter G. van den Berg dankwoorden gesproken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 april 1972
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 april 1972
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's