Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Commentaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Commentaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenheid

Uit de Verklaring in De Banier van deze week blijkt duidelijk dat het hoofdbestuur der SGP alles wil vermijden dat tot een polarisatie in de partij zou kunnen leiden. Het gevaar van een dergelijke polarisatie is bepaald niet denkbeeldig. 

De SGP is niet meer uitsluitend een partij van kleine luyden aan wie de ontwikkelingen grotendeels voorbijgaan. De jongeren hebben vaak meer opleiding genoten dan vorige generaties en zijn in aanraking gekomen met allerlei opvattingen en problemen, waar men voorheen veel minder mee te maken had. Het is dan een zeer legitieme zaak wanneer zij naar oplossingen en antwoorden zoeken, maar evenzo is het van het grootste gewicht dat men dit doet vanuit Schrift en belijdenis en niet geleidelijk aan daarvan afdwaalt. 

In de rechtervleugel van de partij viel er de laatste jaren een zeker onbehagen te bespeuren over de gang van zaken. Het duidelijkst kwam dit tot uiting in de — niet geslaagde — voorkeursactie voor ds. F. Mallan bij de laatste kamerverkiezingen. 

Als kleinde minderheidspartij is het voor de SGP echter van het grootste gewicht om de eenheid in haar gelederen te handhaven. Een uiteenvallen van de partij zou de kracht van het reformatorisch getuigenis in de politiek nog verder verzwakken. Gelukkig heeft men dit in brede kringen in de SGP ook duidelijk ingezien en is in allerlei besprekingen van meet af aan de begeerte aanwezig geweest om elkaar vast te houden. 

Als staatkundig gereformeerde partij heeft de SGP de roeping om in onze ontkerstenende samenleving te blijven getuigen van Gods geboden voor het staatkundig leven. Daarin vindt zij haar uitgangspunt en haar kracht. Ouderen en jongeren, „bezwaarden" en „niet-bezwaarden" dienen zich op basis van dat uitgangspunt verenigd te weten. 

Vanuit dat beginsel zal men zich dienen te bezinnen op de concrete politieke problemen en bereid moeten zijn om — waar mogelijk — bestuursverantwoordelijkheid te dragen. Met de tijdgeest mag men geen compromis sluiten, maar evenmin de concrete vragen van deze tijd uit de weg gaan. Voor beide gevaren moeten we oog hebben. Als de ene groep alleen maar kijkt naar het eerste en de andere groep alleen maar naar het tweede, leidt d at slechts tot een heilloze polarisatie, waarvan alleen de niet-reformatorische en half-reformatorische krachten voordeel zullen hebben.


Synode en Getuigenis

Woensdag was het de lang verbeide dag, waarnaar niet alleen de Ned. Hervormde Kerk, maar ook een deel van de rest van kerkelijk Nederland uitzag. Ruim een maand na het verschijnen van het veel omstreden Getuigenis dat een steen wierp in de vijvers, die alleen aan zijn oppervlakte rustig leek, maar inwendig een kolkende poel was van soms tamelijk troebel water, sprak de Generale Synode der Hervormde Kerk zich erover uit. 

Die uitspraak stemt ons verdrietig, al hadden we moeilijk iets beters durven hopen. Wat is namelijk het geval? 

Dit Getuigenis heeft overduidelijk aangetoond, wat ieder wel wist, maar sommigen probeerden weg te redeneren, te weten dat deze meerdere kerkelijke vergadering niet geacht kan worden, haar „grondvlak" evenredig of adequaat te vertegenwoordigen. Dat valt niet meer te loochenen. De bewijzen ervan had prof. Van Itterzon in de koffer van zijn auto liggen: stapels bijval van gewone gemeenteleden, waaronder ook veel jongeren, die de kwalijke beïnvloeding van bepaalde zijde meer dan beu zijn. En die bijval komt echt niet alleen uit „Bonds"of Confessionele gemeenten! 

Mede hierom is de kwaadwilligheid van Hubbelink e,a. te laken als zij suggereren, dat het hier om een zeer gering aantal gewraakte theologen gaat. Na de „handige" poging van een dominee om deze kwestie van de agenda te krijgen (reageerde hij ook zo bij Kosmokomplot en andere knoeierijen?) konden alle sprekers onbeperkt tekeer gaan tegen of in de bres springen voor de ondertekenaars. Gelukkig was het debat niet eenzijdig. Het resultaat is dat echter wel. 

Men kan de instemming met het voorstel van ds. Landsman op tweeërlei manier beoordelen. Men kan — zoals verschillenden deden — er van uit gaan, dat er hier tenminste iets positiefs gezegd is en dat dit wel het meest haalbare is geweest, waarbij te hopen valt, dat er verder in de gemeenten iets mee gedaan wordt. Men kan echter ook stellen — en dat is ook onze persoonlijke mening — dat de genuanceerde benadering en het tamelijk vage en daarom uiterst sluwe voorstel uiteindelijk het Getuigenis min of meer de nek hebben omgedraaid, temeer daar dit stuk volledig in zijn recht staat, wanneer het de kerk weer oproept tot haar belijdenis. Wij troffen te weinig bij de synode het besef aan: Samen zijn wij ziek geworden, samen moeten wij gezond worden. Inderdaad, op basis van dit Getuigenis kan men verder gaan. Maar wat zegt dat nog? De oproep tot terugkeer van de heilloze ingeslagen weg wordt weg-vertaald in de uitnodiging, er nog eens over na te denken. Welnu, dat doet men al jaren en het resultaat was geen bekering van de ganse kerk, de zevenduizend goeden die hun knieën niét voor de Baal van deze tijd gebogen hebben niet te na gesproken.  Natuurlijk ontkennen wij niet, dat de Geest ook de huidige dorre doodsbeenderen tot leven kan roepen en wij hopen, dat daarvoor in alle kerken veel gebed mag zijn. Maar menselijkerwijs gesproken zien wij de zaak pessimistisch in en wij stemmen graag in met prof. Van Niftrik, die bijna aan het eind van het debat moest vaststellen, dat een (groot?) deel der synode nog steeds niet begreep, waarover het in het Getuigenis nu werkelijk ging. Men sprak op totaal verschillende golflengte en dan is de een voor de ander onverstaanbaar. 

Natuurlijk valt ook niet te ontkennen, dat er tenminste iets gebeurd is en dat er in de gemeenten nog veel gebeuren kan. Maar dan zal men het niet moeten verwachten van voorstellen en verklaringen van de secretaris-generaal der kerk — een vreemde benaming overigens, alsof het hier de VN-baas Oe Thant of NAVO-chef Luns betreft — maar van de Heere der Kerk, die in Zijn Woord herhaaldelijk oproept tot de Wet en tot het Getuigenis. Zo niet, dan zal de kerk geen dageraad hebben en zal ze blijven liggen in de nacht der verblinding, die haar nu omhult. En waarlijk niet alleen de Ned. Hervormde Kerk!

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Commentaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's