Rijnmondraad moet lange weg bewandelen
DISCUSSIES OVER ONDERWIJS EN LUCHTVERONTREINIGING
De openbare vergadering van de Rijnmondraad duurde deze week — in tegenstelling tot de beide vorige keren — slechts van 14 tot 16,15 uur. Er werden heel wat minder sprekers „in het veld" gebracht en de discussies waren bepaald veel duidelijker dan de vorige maal, toen de zaak uit de hand dreigde te lopen bij de behandeling van de brief van het dagelijks bestuur over de deelneming aan besprekingen over de stichting van een tweede nationale luchthaven. Niettemin was er toch wel sprake van een klein incident, waarover hierna meer.
Het waren vooral twee agendapunten, die de discussies beheersten: het voorstel om in te stemmen met het toevertrouwen door de Rijnmondgemeenten aan het Openbaar lichaam van hun bevoegdheid scholen voor gemeentelijk voortgezet onderwijs te plannen, alsmede de (voorlopige) rapportering inzake de luchtverontreinigingsperiode van 16-24 september jl.
Mevr. Tinhout-van der Vlerk (PvdA), hoewel blij met deze overdracht, vond de lange procedure toch wel bezwaarlijk en hoopte, dat na de overdracht van hun bevoegdheid, de gemeenten toch niet afzonderlijk aan de minister zullen verzoeken een school voor die gemeente op zijn plan te plaatsen.
Ook de heer A. P. van der Jagt (D'66) laakte de lange weg die gevolgd moet worden en vroeg naar de personeelsbezetting van Rijnmond voor de onderwijsaangelegenheden.
Voor de SGP sprak de heer P. Zoutendijk en deze herinnerde er aan, dat de SGP-fractie een vorige keer duidelijk heeft uitgesproken uitbreiding van de bevoegdheden van Rijnmond principieel te willen realiseren door de overdracht van bovengemeentelijke belangen aan Rijnmond. Daar is nu sprake van: veel scholen betrekken hun leerlingen uit een groter gebied dan de gemeente van vestiging. Blijkbaar willen de gemeentebesturen dit thans erkennen. Spreker miste In het voorstel, dat na de overdracht van de bevoegdheid om scholen te plannen, ook het voordragen van scholen ter opneming in het „deelplan" tot de taak van Rijnmond gaat behoren. Ook het feit, dat het financiële aspect maar nauwelijks ter sprake komt, vond hij een ernstig bezwaar. Het is niet voldoende, dat het dagelijks bestuur later hierover „informatie" denkt te geven: er is meer nodig: een voorstel aan de raad om een uitgavenpost in te stellen. Ondanks deze kritische opmerkingen is de SGP-fractie voor aanneming van het voorstel.
Gecommitteerde drs. L. van Leeuwen (VVD) had het niet moeilijk met de beantwoording. Hij sprak zijn vreugde uit over de ontvangst van het voorstel, stemde toe dat de procedure erg lang is en beloofde in zijn beleidsnota op het onderwijsbeleid terug te komen. Wat de financiële consequenties betreft, meende hij niet al te gauw van stapel te moeten lopen.
In tweede instantie meende de heer S. Barendregt (PvdA) terug te moeten komen op een opmerking van de heer ?oj|tendijk. De2e had opgemerkt, dat de wet op het voortgezet onderwijs de minister verplicht rekening te houden met individuele verzoeken èn met deelplannen. Daarom meende hij, dat het onjuist is het te doen voorkomen, of Rijnmond de gemeenten die bevoegdheid, n.l. om zelf een voorstel te doen als men niet aan zijn trekken komt, wil laten. De heer Barendregt had dit kennelijk opgevat in de zin van een aanmoediging om toch rechtstreeks aan de minister te verzoeken een nodig geachte school in zijn plan op te nemen.
LUCHTVERONTREINIGING
Het voorlopig rapport inzake de luchtverontreiniging werd slechts door enkele sprekers behandeld. Er was een „broederlijke" eensgezindheid (?): mevrouw J. H. de Rave-Molenaar sprak namens D'66 en PvdA, de heer A. van Wijngaarden namens PCG (=AR+CHU) èn KVP.
Mevr. De Rave wees er op, dat blijkens het rapport geen sprake is van massahysterie. De Industrie en het kassengebied oostelijk van Delft en in het Westland worden als voornaamste vervuilers aangewezen. Het verkeer schijnt vrijwel geen Invloed te hebben. De medische aspecten berusten op onvoldoende gegevens: er is dus geen conclusie uit te trekken. De industrie neemt volgens het rapport vrijwillig maatregelen. Dat baart zorgen, aldus spreekster. Zij Is van oordeel, dat bij het stichten van bedrijven nog meer rekening moet worden gehouden met weersomstandigheden.
In tegenstelling tot mevr. De Rave meende de heer Van Wijngaarden dat uit het rapport niet te lezen is dat de industrie de grootste vervuiler is. In het rapport zijn 37 pagina's opgenomen met brieven van de bedrijven, vermeldende wat zij gedaan hebben om de overlast te beperken. Daar hebben we zo weinig aan, aldus spreker. Is het dagelijks bestuur hierover tevreden of ontevreden' Moet het verkeer stilgezet worden of de bedrijven stilgelegd? Een nader onderzoek naar de „bijdrage" van de diverse vervuilers is noodzakelijk.
De heer Zoutendijk (SGP) sprak de dank van zijn fractie uit over het verschijnen van dit rapport, waaraan ongetwijfeld veel werk is verbonden. Het dagelijks bestuur stelt alleen maar voor over dit rapport van gedachten te wisselen. Heeft het er zelf geen mening over? Gaat het straks wel de vragen beantwoorden? Dat kan men toch niet overlaten aan de samensteler van een ambtelijk rapport? Spreker zegt dat zijn fractie,bij de beoordeling niet wil uitgaan van „Wees vertrouwd en vertrouw niemand", maar van het Bijbelse „Wat gij wilt dat u de mensen doen zullen, doe gij hen desgelijks". Daarmee zijn recht en gerechtigheid gediend.
ANDERE TAAL . .
Blijkens het rapport moet er op herhaling gerekend worden: daarom is het goed reeds thans uit te spreken, dat er telkens een rapport moet komen om een vergelijkend onderzoek te kunnen instellen en daardoor wellicht meer duidelijkheid te kunnen verkrijgen over punten, die thans nog aan twijfel onderhevig zijn.
Dit rapport spreekt een heel andere taal dan het voorstel van het dagelijks bestuur, in de vorige vergadering behandeld, waarin woorden als „protestbereidheid, radicalisering, apathisering en overgevoeligheid" worden gebruikt. Omdat het grootste aantal klachten uit Vlaardlngen is gekomen en in dat verband het rapport heel duidelijk stelt, dat de industrie in Pernis daar verantwoordelijk is, vroeg spreker het dagelijks bestuur wat het met dit gegeven denkt te doen.
Laatste spreker in de eerste ronde was de heer S. Barendregt (PvdA) die vroeg wat er nu gebeurt met een actie van de gemeenteraad van Vlaardlngen, ertoe strekkende 'dat de gemeenten In Rijnmond hun hinderwetbevoegdheid aan Rijnmond moeten overdragen. Volgens een persbericht 'iftenen burgemeester en •Wethouders van Rotterdam dat dit niet kan, aldus spreker.
Gecommitteerde J. de Jong (PvdA) deelde mede, dat een tweede rapport (over een nieuwe luchtverontreinigingsperiode, na die van 16-24 september) helaas nog niet gereed is, doch wel zo spoedig mogelijk^ komt. Nu zijn er met name een veelheid van klachten als er duidelijk sprake is van een grote mate van S02-verontreiniging. Er is een geregeld contact met het bedrijfsleven en men is duidelijk tot gesprek bereid. De bedoeling zit voor zodanige maatregelen te treffen, dat een geringer hinder wordt bewerkstelligd.
In deze periode was in het gebied van Rijnmond duidelijk de industrie de grootste vervuiler, maar elders was het duidelijk het verkeer (Badhoevedorp, De Bilt). Er is niet alleen apparatuur nodig om SO-2 te meten, maar evenzeer een meter om salpeterzuur op te sporen.
Na de pauze ontstond er een klein Incident, toen drs. H. J. Viersen (PCG) een ordevoorstel wilde doen, menende dat de vraag van de heer Barendregt niet aan de orde was. Het blijkt, dat niet alleen drs. Viersen, maar ook voorzitter W. A. Fibbe er niet aan gedacht heeft, dat de door de heer S. Barendregt bedoelde motie op de lijst van ingekomen stukken .staat met advies: behandelen bij het rapport luchtverontreiniging!
Gecommitteerde De Jong moest dit laatste erkennen en was bereid uit te spreken, dat het bedoelde Rotterdamse standpunt juridisch niet meer houdbaar is. De Rotterdamse mening wordt algemeen als -verouderd beschouwd. Het dagelijks bestuur — aldus de heer De Jong — meent dus dat overdracht door de gemeenten van hun op de Hinderwet steunende bevoegdheid aan Rijnmond wel mogelijk is.
Het plan is, dat de Rijnmondraad D.V. maandag 20 december a.s. opnieuw bijeenkomt. Het is de bedoeling dan in elk geval de begroting voor 1972 te behandelen, alsmede een beleidsnota inzake volkshuisvesting en daarmede zal de agenda heus niet ten einde zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's