God vrezen
Doen wij de vreze des Heeren teniet door het geloof? Dat zij verre! Maar wij bevestigen die vrees. Want het is alleen de vijandelijke, richterlijke en slaafse vrees voor de Heere, die door het waarachtig geloof, als het welgaat, overwonnen en verbannen wordt: omdat het geloof de verzoening aanneemt, door welke de grond en het voedsel van deze vrees wordt weggenomen. En in deze zin stemt het vertrouwen van het ware geloof overeen met de volmaakte liefde, die alle vrees buitensluit.
Doch deze vrees, die aan de liefhebbers des Heeren niet betaamt, buitengesloten zijnde, blijft in het geloof de kinderlijke vrees, die aan het vertrouwen van degenen, die zich op God, als op hun Vader, beroepen, is verbonden.
„Indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming, des persoons oordeelt naar eens iegelijken werk, zo wandel in vrees, den tijd uwer inwoning" (1 Petr. 1 : 17).
J. VAN DEN HONERT T. HZN. („Mens in Christus")
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's