HEBT U GELEZEN?
Enigheid
In „Koers", het protestants-christeldjke opinieblad van de Reformatorisch Christelijke Persstichting, schrijft de Veenendaalse predikant ds. A. Vroegindeweij ter gelegenheid van de herdenking van Embden over „eenheid of enigheid" onder meer dit:
„En het moet ons daarbij treffen dat onze vaderen daar gezocht hebben niet zo maar een eenheid met elkaar, maar een „enigheid des waren geloofs". Er zijn in onze dagen eenheidsbewegingen genoeg. Ook in de dagen van de reformatie was een zwaar argument dat men de eenheid van de kerk niet verbreken mocht. Zoals ook in onze dagen de volle klemtoon valt op de noodzakelijke eeniheid van de kerk. Maar de waarheid komt daarbij achteraan. Wat de Wereldraad van kerken najaagt is een eenheid zonder waarheid. Wat de reformatie zocht was een „enigheid". En daarin moeten we navolgers zijn van de reformatie ook in onze dagen. Zeker, de verscheurdheid en verdeeldheid van de kerk van onze tijd kan ons alleen maar bedroeven. Over de oorzaken schrijven we nu hier niet. Maar we kunnen „deze breuk van de dochter Mijns volks" niet op het lichtst genezen door alles maar één te maken en zelfs water en vuur te verbinden. Want dat loopt op niets uit. Maar wel moeten we met elkaar de „enigheid" zoeken en geen verdeeldheid maken of zoeken in stand te houden waar dit niet nodig is. En We hebben daarbij een voorbeeld in die eerste nationale synode van de Nederlandse kerk te binden, die nog wel in het buitenland moest worden gehouden. Men sprak het daar immers uit: „Om die eendrachtigheydt in die Leere tusschen de Nederlandsche Kercken te bewijsen, heeft het den Broederen goet gedacht de belijdjinghe des Ghelooifis der Nederlandsche Kerken te onderschrijven, ingelijcx oock de belijdinghe der Kercken in Vranokrijck te onderteekkenen, omdaer mede hare verbindinghe ende eenigheyt met der sslver Francoischer Kercken te betuygen, seeckerlijck vertrouwende, dat de Dienaren der selver Frangoischer Kercken oock op hare zijde de bdijdenisse des Gheloofs der Nederiandtsohe Kercken, tot ghetuyghnisse der onderlingher eendraohtigheyt, ondersohrijven sullen".
Zending en Sinterklaas
In „Alle den Volcke", het zendingsblad van de Gereformeerde Zendingsbond wordit veel aandacht aan een actie „Doe 't eens voor een ander" geschonken. In plaats van de gebruikelijke Sint-Nicolaascadeaus zag de GZB namelijk graag dat het geld naar diverse zendingsprojecten ging. Na een beschouwing constateert het blad:
„Wat heeft dit hele verhaal met de zending te maken? In de eerste plaats dit, dat de oude bisschop geen onbekende is in de zending. Althans; zijn gulle eigenschappen. De zendingsarbedders moeten zich hoeden voor de image van Sint Nicolaas. In het verleden zijn de jonge kerken vaak opgescheept met grote gebouwen.
Symbolen van westerse vrijgevigheid in het kader van grote acties voor de derde wereld. Hoe fraai en nuttig ook, toch wordt de jonge kerk (en de zendingsgemeente hier in het westen) voor ontstellend hoge lasten geplaatst. Zodra het gebouw er staat, komen de maandelijks terugkerende lasten van onderhoud, inventaris en salarissen om de hoek kijken. De zending moet het voomamelijk hebben van de gewone, regelmatig terugkerende bijdragen ten behoeve van het gewone werk, dat God wil gebruiken voor de uitbouw van zijn Koninkrijk".
Bach in de Westerkerk
In „Hervormd Nederland" hield de hoofdredacteur C. Timmer een vraaggesprek met ds. H. A. Visser van de Amsterdamse Westerkerk (midden in de Jordaan). Ds. Visser zegt daarin dat de Westerkerk de weg van zoveel afgebroken of gesloten kerken was gegaan als niet voortdurend in het wijkbteadje de leus had gestaan: „Was u al eens in de mooiste kerk van de hele wereld?" Ds. Visser heeft het hele gebeuren in de kerk en vooral de kerkdiensten zowel voor binnen-kerkelijken als voor bulten- en onkerkelijken zo attractief gemaakt dat het kerkgebouw kon worden behouden. Op de vraag „U bracht cultuur in de kerk: Baohoantates. Waarom?" antwoordt de Amsterdamse predikant:
„Ik meende dat de kerk wanneer ze aan cultuur doet, ze niet met kunst moet beginnen die buiten de kerkelijke cultuur staat. Dan moet er cultuur worden ingebracht die de kerk zelf heeft. En dan is de Bach-muziek, de cantatemuziek met name, eenvoudig dé aangewezen muziek. Ik had natuurlijk het voorrecht, dat al snel na mijn komst in de Westerkerk Simon C. Janssen als organist kwam, zodat we samen aan het werk konden gaan om deze cantates in de kerkdienst uit te voeren. Want de gedachte was, en ik geloof dat het nog altijd juist is, dat deze kerkmuziek liturgische muziek is en dat ze dus in het kader van de eredienst moet worden uitgevoerd".
Borrelend Nederland
In het officieel orgaan van de Gereformeerde Vereniging voor Drankbestrijding „Ons Maandblad" wordt van leer getrokken tegen het misbruik van alcoholica. J. Wartena besluit een artikel onder het opschrift „borrelend Nederland" met:
„De keur van alcoholische dranken, de verleiding, die van een geregeld gebruik en van de reclame uitgaat, het handhaven van de huidige drinkgewoonten, ook in christelijke kring, nopen tot het plaatsen van het rode licht. Voor duizenden onder ons is de drank verkeerd in een vijand, die hun leven in de ban heeft en van wie zij zich niet los kunnen maken. De gevolgen daarvan laten zich gevoelen in vele gezinnen en werkkringen, ja, in de samenleving als geheel.
In zulke bijzondere omstandigheden, zo zegt onze vereniging in haar Standpunt, in het persoonlijk leven of in het huiselijk leven, of in het leven van anderen, of óók in algemene tijds somstandigheden, kan het niet gebruiken van de alcoholische dranken tot de ere Gods en tot het welzijn van de naaste strekken. Het miet gebruiken van alcoholische dranken is een duidelijk getuigenis tegen de verleiding, die er ligt in het stelselmatig aanbod en een stevige bodem voor hen, die matigheid niet kunnen hanteren".
Menselijkheid
Het „Antwerpse Kerkblad" schrijft in het oktobernummer onder meer:
Zelfmoord, dé ultieme wanhoop van een mens zonder antwoord. Verzuipend in welvaart, walgend van alles en allen. „Theologen" verklaren: God is dood. En in de dorre woestijn van een wereld-zonder-vader zwerven de hopelozen ontzet rond. Waarheen? Waarom? Wie heeft het antwoord? — wat we niet hebben, dat willen we, en we hebben het gedood...
Er zijn mensen die het antwoord hebben. Ze weten het soms zelf niet. Zijn zich niet bewust van de heerlijke schoonheid van hun antwoord, We zijn immers allen dezelfden... Niets beter dan die anderen, die horde... Er lopen Brasmussen rond, vele humanisten lopen er rond, en die gaan de mens beter maken. „Menselijkheid". „Alle Menschen werden Brüder...". Broeders zonder vader... Wezen...
Visie op AR en KVP
Binnen het streven naar eenwording met andere kerken, weten die roomskatholieken zich niettemin gebonden aan de paus. Ook de zeer-vooruitstrevenden. Ook daar waar ernstige kritiek op paus Paulus VI wordt geleverd (inzake de pil en het celibaat). Men blijft lid van deze kerk die geleid wordt door paus en bisschoppen met het primaat van de eerste. Dat schrijft dr. B. Wentsel. Gereformeerde predikant te Beverwijk in het Kerkblad van Rotterdam-Lombardijen over de verhouding tussen de RK en de Geref. Kerken.
Dr. Wentsel vervolgt: „Voor Paulus VI moet waardering opgebracht worden voorzover hij de Nederlandse kerkprovincie tot de orde geroepen heeft inzake het bijbelse en „katholieke" belijden. We denken hierbij met name aan de verzoeningsleer, welke in de nieuwe catechismus volstrekt eenzijdig wordt weergegeven. De verzoening wordt daar namelijk omschreven als een verandering van de mens. Het element van het dragen van zonde, schuld en gericht door Christus wordt praktisch geëlimineerd. Trouwens op meer punten heeft Paulus VI terecht de Nederlandse kerkprovincie tot de orde geroepen.
Onder de drie stromingen in de Rooms-Katholieke kerk achten we de humanistisch getinte gevaarlijk. Deze stroming onderkent het grote verschil tussen geloof en ongeloof, het rijk van Christus en het rijk van de satan in het geheel niet. Dit betreuren we. We hadden gehoopt dat de Rooms-Katholieke kerk dichter bij de reformatie was gekomen inzake het belijden van zonde en genade, veroordeling en rechtvaardiging, geloof en vernieuwing door Christus. Dit is helaas met betrekking tot de humanistische flank van de Nederlandse kerkprovincie niet het geval. Tegelijkertijd moet wel gezegd worden dat er een frisse wind door de Nederlandse kerkprovincie ging waaien. Het verketteren van protestanten behoort tot het verleden. De bijbel ging sterker functioneren in de prediking. Maar soms lijkt het wel alsof het gehele evangelie opgaat in de humanisering van de samenleving.
We moeten het gistingsproces in de Rooms-Katholieke kerk laten uitwerken. Onze opdracht is ons samen over het woord van God te buigen als de enige norm en het vaste bestek voor ons totale leven.
Tenslotte omschrijf ik mijn visie op datgene wat er wel en wat er niet gebeuren moet in de toekomst.
A. Wij moeten samen veel bidden tot God om de nederdaling van de Pinkster-Geest. Ik denk aan bidstonden, bijbelclubs en gemeenschappelijke kerkdiensten.
B. Wij moeten ons samen richten tegen een humanisering van het evangelie zonder ons overigens te keren tegen een humanisering van de maatschappij. Het luistert hier nauw. We bedoelen dit: we worden niet zalig (vrij van het oordeel Gods) door onze werken, maar alleen door Christus, de Zaligmaker (Redder van het oordeel). Dus: het evangelie van de genade verschilt wezenlijk van "en algemene humanistische benadering van de werkelijkheid.
C. Een samenvloeien van AR en KVP moet afgewezen worden om drie redenen:
1. De principiële achtergronden ver schillen aanzienlijk;
2. Een vereniging leidt tot nog groter
versplintering van de partijen;
D. In de toekomst zal gewerkt moeten worden aan een gemeenschappelijke visie op het avondmaal of de eucharistie vanuit het Oudtestamentische Paasfeest.
3. Door samen gescheiden op te trekken en zoveel mogelijk samen te werken kan men hetzelfde bereiken wat men beoogt bij een vereniging.
(Dr. B. Wentsel promoveerde verleden jaar op het proefschrift: „Natuur en genade, een introduktie en een confrontatie met de jongste ontwikkelingen in de rooms-katholieke theologie.").
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's