EUROPESE COMMISSIE ONDERZOCHT KLACHTEN 2000 GEVANGENEN
Ook martelingen in Griekenland
DEN HAAG — De Oostenrijkse autoriteiten die een tot het Boeddhisme overgegane Joodse gevangene geen toestemming gaven een baardje te laten staan, hebben de mensenrechten van gevangenen, in het bijzonder de godsdienst- en gewetensvrijheid niet geschonden. Dit is de conclusie van de Europese commissie voor de rechten van de mens, die een onderzoek naar klachten van gevangenen heeft gepubliceerd.
Van de in totaal circa 5000 klachten over vermeende schendingen van de mensenrechten die de commissie tot half juli had ontvangen, was ongeveer 40 procent afkomstig van gevangenen. Dezelfde Oostenrijkse gevangene had zich er bij de commissie over beklaagd, dat hij geen gebedssnoer mocht bezitten. De Europese commissie kwam tot de conclusie dat dit snoer hem terecht, met het oog op zijn veiligheid en de discipline in de gevangenis, was onthouden. Evenmin zijn gevangenisautoriteiten gehouden gevangenen de boeken te verstrekken die zij bij het beoefenen van hun godsdienstplichten of in het kader van hun levensbeschouwing noodzakelijk achten.
Een andere Boeddhist, die aanspraak maakte op speciaal voedsel, werd evenmin in zijn mensenrechten beknot toen de autoriteiten hem dit voedsel weigerden. De commissie nam hierbij in aanmerking, dat het Boeddhisme in Oostenrijk niet een door velen beleden godsdienst is.
Een Nederlandse gevangene had er over geklaagd dat hij geen bezoek mocht ontvangen. Een dergelijke weigering vormt geen schending van de mensenrechten indien dergelijke bezoeken zouden kunnen dienen voor het nastreven van onwettige oogmerken, aldus de commissie.
De gevangenisautoriteiten hebben eveneens het recht de correspondentie van gevangenen te controleren. De commissie zegt dit o.a. met betrekking tot de klacht van een Amerikaan, verdacht van handel in verdovende middelen, die in afwachting van zijn uitwijzing naar de Verenigde Staten in Nederland gevangen werd gehouden.
Ook de Duitse autoriteiten, die een gevangene verboden drie maanden met zijn gezin te corresponderen omdat hij in — overigens in beslag genomen brieven — kritiek had geleverd op het gevangenissysteem en het personeel, hebben de rechten van de mens niet geschonden.
Zelfs een weigering — door Engelse gevangenisautoriteiten — een gevangene toe te staan met een parlementslid en de leider van de oppositie te corresponderen, is niet in tegenspraak met de Europese conventie over de rechten van de mens.
Waar de rechten van de mens duidelijk wèl zijn geschonden is in Griekenland. De commissie heeft een onderzoek ingesteld naar 23 gevallen van „falanga" — het slaan op de voetzolen, dat uiterst pijnlijk is maar hoegenaamd geen sporen nalaat, twaalf gevallen van een schijn-terdoodveroordeling en 26 andere gevallen van mishandeling. Het bleek niet mogelijk een onderzoek in te stellen naar bijna 250 andere gevallen van mishandeling.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 15 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's