Persoonlijke relatie tussen huisarts en patiënt mag niet verdwijnen
Op bijeenkomst 25-jarig bestaan LHV:
De voorzitter van de landelijke huisartsenvereniging, de heer F. N. M. Bierens, heeft op een bijeenkomst ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de LHV gezegd dat thema's als leefbaarheid en kwaliteitsbewaking bijzonder de aandacht van de vereniging hebben. Wij beseffen, aldus dr. Bierens, dat er vele instanties zijn die mede verantwoordelijk zijn voor de volksgezondheid. Een open communicatie noemde hij hard nodig om te ontdekken wat de patiënt in de toekomst van zijn huisarts verwacht.
De paternalistische vertrouwensman mag niet plaats maken voor de overhaaste receptenschrijver, de persoonlijke relatie huisarts-patiënt mag niet verdwijnen door een geïnstitutionaliseerde zorg, die de patiënt tot verval zal verlagen en de geneeskunde zou ontmenselijken.
De LHV wil de ontwikkeling van praktijkgroepen, groepspraktijken en gezondheidscentra krachtig ondersteunen. Het teamverband, zo zei de heer Bierene lijkt ons onontbeerlijk, ook in de extra murale geneeskunde. De huisarts zal moeten fungeren als coordinator: niet omdat hij de belangrijkste is, maar omdat de patiënt zich tot nog toe het meeste tot hem wendt en omdat hij het beste het overzicht houdt vanuit zijn centrale positie.
Het werk van de huisarts zal verschuiven. Dr. Biereins verwacht dat de curatieve geneeskunde afe wezenlijk onderdeel van het vak in de toekomst zeker zal warden geholpen door de technologische ontwikkeling op het gebied van de radiologie, de cardiologie en de laboratoriumdiagnostiek. Misschien zal in de toekomst een groot deel van onderzoek en preventie kunnen worden overgelaten aan teams voor paramedisch onderzoek, waarmee experimenten worden verricht die al in een vergevorderd stadium zijn.
Taak in maatschappij
Voor het gezonde leven zal een steeds gecompliceerder wordende maatschappij met haar spanningen en milieuvervuiling steeds meer een taak worden van de huisarts, aldus de heer Bierens, die zei dat de huisarts mede feitenmateriaal zal moeten aandragen om de maatschappij minder ziekmakend te maken. De sociatrie zal mede in het opleidingsprogram moeten worden opgenomen.
Op de jubileumbijeenkomst werd veel aandacht besteed aan het vorig jaar gepubliceerde macrotest-rapport over een onderzoek naar de relatie tussen huisartsen en publiek. Uit dit onderzoek kwam de huisarts naar voren als een hooggeschatte, eigenlijk onaantastbare grootheid, die door het publiek op banden wordt gedragen. Het onderzoek toonde ook aan, dat de huisarts een dergelijke uitkomst verwachte.
De heer F. A. van Spanje, (arts), secretaris van de LHV, zei dat onze uitkomst toch zorgen moet baren. Er blijkt namelijk uit dart publiek en huisarts in wezen vreemd met elkaar omgaan. Noch de huisarts noch het publiek, zo blijkt uit de enquête, „slikken" de kritiek op de speciale positie en houding van de huisarts, zoals die de laatste jaren nogal eens wordt geuit in de pers.
„Toch", aldus de heer van Spanje, „zullen we moeten erkennen dat deze kritiek bestaat en dat wij, als we maatschappelijk geëngageerd willen zijn, er de grootste aandacht aan moeten geven".
Computer
Dr. HHW H. H. W. Hügerzeil, directeur van de medische dienst van Philips, sprak over huisarts en computer. Hij stelde, dat door de ontwikkeling wan de medische Wetenschap en van de sociale verzekeringen de consumptie van medische zorg zo is toegenomen dat er een gegevensexplosie is ontstaan binnen de gezondheidszorg, die de communicatiekanalen verstopt en die een informatie vervuiling veroorzaakt, die de arts mentaal dreigt te verstikken op een zelfde manier als milieuvervuiling zijn patiënten.
Het takenpakket van de huisarts is kwalitatief en kwantitatief tot in het absurde uitgebreid, zonder dat er ooit iets
Systeemgeneeskunde
Ditzelfde geldt voor een informatiesysteem. Als er geen doelstelling is, wordt het informatiesysteem een financiële ramp en een belasting voor de gebruikers. Maar is die doelstelling er wel dan kan het informatiesysteem de huisarts volgens dr. Hogezeil van een aantal taken ontlasten, de medische wetenschap helpen ontwikkelen en de medische zorg helpen bevorderen. In dit verband wees hij er onder meer op, dat de huisarts op het ogenblik nog de enige administratieve figuur in de volksgezondheidszorg is. Hij gelooft niet, dat dat zo moet blijven, omdat het technisch mogelijk is, dat een informatiesysteem en de computer deze taak van hem overnamen. Volgens hem zal de LHV de beslissing moeten durven nemen, deze taak door beheerders van systemen te laten verzorgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's