Commentaar
Verkeerd gerichte aandacht
Het spreekwoord zegt. „holle vaten klinken het hardst". En de waarheid daarvan ondervinden wij elke dag. Nauwelijks is de ene onbenullige politieke storm gaan liggen of de meute van politieke betweters holt weer achter de volgende windvlaag aan. Op zich zou dit niet zo bezwaarlijk zijn, ware het niet dat deze voortdurende staat van opwinding over bijkomstige zaken het zicht op de werkelijkheid in de mist doet gaan. In dit opzicht is het „smog-effect" in ons parlement voor onze constitutionele democratie desastreus.
Haast elke dag opnieuw wordt het Woord des Heeren bevestigd, dat Hij verlaters van Zijn Wet in het dorre doet wonen. Dit blijkt ook weer uit de verkeerd gerichte aandacht, die de uitlatingen van prins Bernhard over het „nieuwe staatsbestel" hebben gekregen.
Al is het dat hij als prins-gemaal in zijn uitlatingen meer zorgvuldigheid moet betrachten dan anderen, het misbruiken van die uitlatingen en het tendentieus commentariëren van zijn woorden stelt politici schuldig aan onwaarachtigheid. De aandacht wordt nu meer gericht op zijn uitlating dat het „nieuwe staatsbestel" afwijkt van de grondslag van onze parlementaire democratie, een uitdrukking van de vraagstellers in de Tweede Kamer, terwijl veel meer de aandacht gericht zou moeten zijn, op zijn opvattingen omtrent de monarchie in de Europese Gemeenschap.
Wanneer de prins meent, dat wanneer het volk geen monarchie meer nodig zou vinden, leden van het koninklijk huis altijd nog als gewone mensen zouden kunnen worden ingezet, dan zijn dit uitlatingen, die ons behoren te verontrusten. Want daarmee ontkent hij openlijk de bijzondere plaats die het Huis van Oranje in ons staatsbestel inneemt. Dat verdriet ons meer dan wij uitdrukken kunnen.
Want het Huis van Oranje is een bewijs geweest en is nog een bewijs, dat God in zijn ontferming aan ons in het verleden heeft gedacht, ons gerukt heeft uit de duisternis van Romeins heerschappij en gesteld heeft tot een natie, waarin zijn Woord leefde. En deze uitlating van prins Bernhard heeft veel meer met de grondslag van onze parlementaire democratie — wij spreken liever van een constitutionele monarchie — te maken, dan de uitlatingen waar men zich nu over opwindt.
Klantenservice
Op een vergadering van de NVV bond Merouriu kwamen koopavond en zaterdagmiddagsluiting aan de orde. Aangezien bij deze bond het winkelpersoneel is aangesloten is dat een begrijpelijke zaak.
Een koopavond vonden de leden een verwerpelijke zaak. Als het toch moet zouden als compensatie de winkels op zaterdagmiddag gesloten moeten zijn. Dat is mogelijk zonder schade voor klanten en ondernemers, zoals is aangetoond in andere landen, zo stelde de vergadering. Men vindt het te veel gevraagd om zowel op vrijdagavond als op zaterdagmiddag voor „koning klant" klaar te staan. Een verschuiving van de aankopen naar de zaterdagmorgen zou ook een betere spreiding over het gehele winkelbestand geven.
Wij menen dat dit wat te simplistisch gedacht is. Natuurlijk moet men oog hebben voor de belangen van het winkelpersoneel. Maar zij moeten bedenken, dat zij bij de keuze van hun beroep in een dienende functie terecht gekomen zijn. De klant wordt immers „bediend", hoewel dit in de praktijk ook wel eens wat te wensen overlaat.
Ieder die op een zaterdagmiddag wel eens in het centrum van een Duitse stad is geweest zal hebben opgezien van de doodse sfeer die daar dan heerst. Men mag het winkelen toch ook wel een gezelligheidsfactor noemen, die door veel mensen alleen op zaterdagmiddag kan worden beleefd, verder denken we vooral aan gezinnen met kinderen. Verschillende gezinsaankopen worden door man en vrouw samen gedaan, maar kunnen in verband met de gezinssamenstelling alleen overdag gebeuren. Als dit alles moet worden teruggedrongen naar de zaterdagmorgen blijft er v&n de klantenservice helemaal weinig over.
Wij geloven niet zo erg in een betere spreiding over het gehele winkelbestand, omdat men vooral bij duurzame aankopen, zich toch mede in het stadscentrum en de winkelcentra gaat informeren. Het uitvallen van de zaterdagmiddag als koopmiddag zou ons inziens ook voor buiten het centrum gelegen winkels weinig voordelen bieden.
Om het winkelpersoneel tegemoet te komen zou bij de instelling van een koopavond een zaterdagmiddagsluiting om bijv. vier uur aanvaardbaar zijn. Verder kan men compensatie zoeken in een optellen van de extra gewerkte uren tot snipperdagen. Tenslotte moet natuurlijk ook het loon de arbeid verzoenen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's