Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drs. Bakkenist: „We krijgen nu het loon van de angst"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drs. Bakkenist: „We krijgen nu het loon van de angst"

Afglijden van onze economie kan zo niet doorgaan

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DEN HAAG — „Wij geloven in de overtuigingskracht van het reële argument, in de overredingskracht van duidelijke taal, in de veerkracht van het gezonde verstand". Aldus de voorzitter van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen, tevens werkgeversvoorzitter van het bestuur van De Stichting van de Arbeid, drs. S. C. Bakkenist in zijn jaarrede. Hij heeft die uitgesproken in de algemene ledenvergadering van zijn verbond die woensdagmiddag in het Rai-congrescentrum in Amsterdam is gehouden. Het heeft naar onze mening, te lang ontbroken aan reële argumenten, aan duidelijke taal, aan het appeleren aan het gezonde verstand van de kiezer, werknemer en consument, zo zei hij.

Bedrijfsleven moet te hoge prijs betalen

De oorzaak is angst. Angst bij politici, bij vakbondsbestuurders, ook bij werkgevers. Men is bang te zeggen, waar het op staat. Bang voor verlies van aanhang, bang voor elkaar, voor de achterban, voor de leiders, voor iedereen.

Het was de laatste tijd duidelijk voor iedereen, aldus de heer Bakkenist, dat de economie aan het afglijden was en dat dit zo niet kon doorgaan. Toch werden in het parlement steeds nieuwe uitgaven gevraagd en verkregen. Toch werden in de loononderhandelingen steeds hoge loonsverhogingen gevraagd en verkregen. Toch werden bij de verkiezingen in mei weer vele beloften gedaan en verkregen.

VERDOEZELING

Dat is, waartoe de zgn. sociale werkelijkheid heeft geleid, ten detrimente van de kiezer, de werknemer, de consument, ook van vele ondernemingen die de rentabiliteit, groeikansen en incasseringsvermogen zagen wegslinken.

„Wij krijgen het loon van de angst en betalen de prijs voor het verdoezelen van de werkelijke werkelijkheid", aldus de heer Bakkenist.

Werkelijkheid is: ons land heeft de hoogste belastingdruk in West-Europa,  belastingen en sociale premies eisen bijna de helft van het nationale inkomen, men wil wel meer gemeenschapsvoorzieningen maar daarvoor niet nog meer betalen ten koste van de individuele welvaartsverbetering.

Werkelijkheid is ook: de spectaculaire toeneming der kosten van collectieve voorzieningen in de laatste tien jaar is uitsluitend gefinancierd uit het zgn. overige inkomen, voornamelijk het bedrijfsleven.

Werkelijkheid is: een onderneming moet minimaal acht procent netto-rendement (tenminste de rentestand) op het geïnvesteerde kapitaal maken, om te kunnen voortbestaan. Een groot aantal ondernemingen kan die kosten van de continuïteit nu niet opbrengen. Er wacht bovendien een periode waarin het terugdringen der milieuverontreiniging naar schatting tien procent van de 'jaarlijkse groei zal kosten.

WERKELIJKHEDEN

Er zijn natuurlijk ook sociale werkelijkheden. Via de politiek van de kleine stappen, zoals Ter Heide dat heeft aangeduid, is de laatste vijfentwintig jaar  een aantal formidabele sociale werkelijkheden tot stand gekomen; een niet geringe herverdeling van de inkomens; een structuur van medezeggenschap die ver vooruit loopt niet alleen op.het buitenland, maar ook op de behoefte van de gemiddelde werknemer hier; een van de meest verfijnde systemen van sociale zekerheid.

Helaas, zo zei hij, zijn we het met de vakcentrales in het centrale overleg niet eens kunnen worden over de mate en het tempo waarin de loon- en prijsspiraal in 1972 kan en moet worden teruggedrongen.

Maar dat betekent niet dat voor ons nu alles weer open is. We zullen met de meeste klem blijven pleiten voor matiging langs de door ons aangegeven lijnen.

De uitgangspunten van partijen in het voorzittersoverleg waren totaal verschillend. De werkgevers — en ondernemers verbonden waren bereid via een centrale loonafspraak het in 1971 bereikte inkomenspeil van de werknemers voor 1972 te garanderen. De vakcentrales zijn aan de andere kant begonnen door een eis van drie procent reële loonstijging en daarna pas uit te rekenen of, en in hoeverre, hun plan matiging inhield.

De werkgevers wilden tot een centrale afspraak over een matigingsbeleid komen, de vakcentrales wilden alleen een centrale loonafspraak die hoog genoeg was om de vakbonden tevreden te stellen.

„Wij betreuren het ten zeerste dat het centrale overleg is mislukt, maar er is echt geen reden voor paniek. Er zal heus geen chaos komen".

Hij herhaalde zijn advies aan werkgevers: streef naar een vermindering der prijsstijging, mik op een maximale prijsstijging in 1972 van vijf,procent en pas daar de voorstellen bij de komende loononderhandelingen bij aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's

Drs. Bakkenist: „We krijgen nu het loon van de angst"

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's