Vraagstuk van verzoening beroert alle kerken
Dr. B. Wentsel voor Conf. Beraad:
„Het vraagstuk van de verzoening is in alle kerken brandend actueel. In de Rooms-Katholieke Kerk is het aan de orde gekomen in de Nieuwe Katechismus. In de Nederlands Hervormde Kerk is dit jaar prof. P. Smits in zijn ambt hersteld. In de Gereformeerde Kerken is het vraagstuk van de verzoening in liet middelpunt van de belangstelling komen te staan door de dissertatie van dr. H. Wiersinga". Dit zei dr. JB. Wentsel uit Beverwijk zaterdag op een bijeenkomst van het Confessioneel Gereformeerd Beraad te Voorburg. Hij sprak over de „Alternatieve Verzoeningsleer".
Als we spreken over alternatieve theologie, dan verstaan we daaronder alle standpunten die de laatste jaren zijn opgekomen, aldus dr. Wentsel. Hij onderscheidde zes „spanningsvelden" die hij in zijn rede een voor een naging.
In de eerste plaats er er de vraag: Wat betekent de gerechtigheid van God? In de jongste theologische beschouwingen wordt het begrip gerechtigheid vooral gezien als heilbrengend. God treedt verlossend op voor de armen. Zijn gerechtigheid maakt de mens nieuw. Het straffende element, het boeten voor de zonde, beschouwt men als restanten van het middeleeuws juridisch denken. Daarin vindt men te veel de gedachte aan vergelding, wat men onaanvaardbaar acht, zoals de tegenwoordige mens het ook in de rechtspraak onaanvaardbaar vindt dat delinquenten uit het oogmerk van ve-rgelding veroordeeld worden. Op het pimt van de straffende gerechtigheid Gods worden de belijdenisgeschriften scherp veroordeeld. De Bijbel leert echter dat de gerechtigheid Gods niet alleen heilbrengend is, maar ook eisend en straffend.
GERECHTIGHEID
Bevat het Bijbelse gerechtigheid dan niet ook heil, zo vroeg dr. Wentsel zich af. Ja, God bevrijdt Zijn volk, Hij rechtvaardigt ons, Hij stelt ons rechtvaardig in Christus. „God is het die rechtvaardigt". (Rom. 8:33).
De eenzijdigheid van de jongste beschouwingen is, aldus dr. Wentsel, dat men de gerechtigheid losmaakt van het volk van God en toepast op de onderdrukten in het algemeen. Het verband wordt zo duidelijk: Wie de gerechtigheid Gods alleen als heil ziet, en als straf en eis verdoezelt, heeft ook moeite met het dragen van de straf door Christus, de boetedoening in onze plaats.
Als tweede aspect van de alternatieve verzoeningsleer noemde dr. Wentsel het offer van Christus, alleen gericht op de mens. Men stelt dat de mens veranderd moet worden en dat Christus deze verandering verwierf. Ontkend wordt door de aanhangers van deze leer, dat het Christus offer op de Vader gericht is. De consequentie van deze opvatting is, dat het offer van Christus niet plaatsvervangend genoemd wordt. Het roept alleen maar op tot inkeer.
Dat de alternatieve verzoeningsleer zo'n ingang vindt komt volgens dr. Wentsel mede doordat er in de theologie altijd een ressentiment geweest is tegen wat men smalend noemt de „bloedtheologie". Hebr. 9:22 leert ons echter dat zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. Opvallend is, aldus dr. Wentsel, dat in publikaties over de alternatieve verzoeningsleer de brief aan de Hebreeën zelden of nooit genoemd wordt. Men zou kunnen spreken van een alternatieve schriftleer, die de Hebreeënbrief indeelt bij de deuterocanonieke boeken (d.w.z. apocrief).
Het derde aspect in- of exclusief was het inclusieve en het exclusieve moment. Onder het inclusieve wordt verstaan de plaatsvervanging. Dit is een van de voornaamste gedachten die we de hele Bijbel door tegenkomen: één vertegenwoordigt velen. Bijvoorbeeld Adam vertegenwoordigt de mensheid; als Achan gestolen heeft, wordt het hele volk gestraft. En zo ook Christus' verzoeningswerk: omdat Hij is gestorven zijn wij, de gelovigen, gestorven. Allen in Eén. Adams schuld wordt ons toegerekend, Christus' gehoorzaamheid wordt ons toegerekend. Onder het exclusieve moment verstaan we: Christus voor ons. Dit laatste wordt wel erkend in de alternatieve verzoeningsleer, het eerst (inclusieve) niet, aldus dr. Wentsel. De Bijbel leert, dat wie niet gelooft ook geen deel heeft aan de verzoening. Het inclusieve en het exclusieve zijn niet te scheiden.
Als vierde kenmerk van de huidige opvattingen noemde dr. Wentsel de vereenzelviging van Christus met de kerk. De kerk wordt gezien als de voortlevende Christus. De kerk is de middelaar, die het lijden van Christus uitwerkt. Christus komt tot ons in Woord en Sacrament en ook in de armen, zo zegt men. „Dit wijzen wij af. De kerk is geen middelaar tussen God en de mensen". Wel zijn de kerk en Christus nauw op elkaar betrokken. De kerk beeldt als lichaam van Christus de liefde tussen de drie personen van het Goddelijk Wezen uit. De kerk moet verkondigen de grote daden Gods: kruis, opstanding, hemelvaart, uitstorting van de Heilige Geest, wederkomst. En voorts moet de kerk een voorbeeld geven in het lenigen van de nood in de wereld. Christus schept immers rechtvaardige mensen die gerechtigheid willen doen.
INDIVIDU
Het vijfde aspect is dat van het individu en de gemeenschap. Het geloof is een persoonlijke zaak. Zonder persoonlijk geloof en bekering kunnen wij God niet behagen. De predikanten zijn geroepen het heil te verkondigen aan degenen die zich bekeren en het onheil aan degenen die zich niet willen bekeren. De preek behoort niet te zijn een commentaar op de gebeurtenissen van de voorgaande week. De vrede Gods is echter niet alleen een persoonlijke zaak, zij werkt ook in horizontale zin.
Het zesde spanningsveld noemde dr. Wentsel de problematiek van de verhouding van de taak van de overheid, de kerk als instituut en de christenen inzake de gerechtigheid. De overheid is Gods diaken ten goede van alle mensen. De kerk moet haar soms vermanen tot meerdere gerechtigheid. De kerk is het heilsinstituut. Zij heeft als taak de verzoening met God te verkondigen in woord en daad. Zending en diakonie hangen nauw samen. Zending is echter iets totaal anders dan ontwikkelingswerk. Zendingswerk is het geven van brood voor de maag en brood voor het hart. Het is juist nu belangrijk om een goede christelijke krant te maken en daar reclame voor te maken, om zodoende mee te helpen de -voortgaande secularisatie terug te dringen. Nu is het de tijd om christelijke organisaties te steunen en op te bouwen, aldus besloot dr. Wentsel zijn rede.
„GETUIGENIS"
In zijn openingswoord had de voorzitter, ds. J. Vlaardingerbroek, zijn blijdschap uitgesproken over het verschijnen van het Getuigenis van enkele hervormde prominenten. De geest die hieruit spreekt is ook de onze, zei hij. Dezelfde zaken zijn ook bij ons aan de orde en het antwoord is ook hetzelfde als wat wij er als antwoord op willen geven. Hieruit blijkt dat dezelfde zaken in verschillende kerken aan de orde komen. Misschien kan hieruit een „alternatieve positieve oecumene" groeien.
Hij deelde voorts mee dat het Confessioneel Beraad, samen met de Vereniging van Verontrusten en de persvereniging Waarheid en Eenheid, een gesprek gehad heeft met dr. Wiersinga. We zijn'niet nader tot elkaar gekomen, zo zei hij, maar wel is gebleken dat we elkaar goed begrepen hebben en dat er geen sprake is van misverstanden. Over het Beraad deelde hij mee dat er tot nu toe 750 sympathisanten zich schriftelijk opgegeven hebben. Veel is het niet, maar we troosten ons met de gedachte dat we de zwijgende meerderheid achter ons hebben, hoewel het kan zijn dat andere groepen hetzelfde denken, zo merkte hij op.
Tijdens de discussie merkte een der aanwezigen op, dat het gevaar niet zozeer is dat de alternatieve verzoeningsleer op de kansels gepredikt wordt, want dat gebeurt (nog) niet, maar dat het veel gevaarlijker is dat nagelaten wordt de Bijbelse verzoeningsleer te verkondigen.
Ds. J. Schelhaas uit Delft wees er op, dat men zich wel beijvert om de jeugd bij de kerk te houden, maar dat zijn ervaring is dat men de greep op de jeugd al lang krijt is. Naar twee kanten, enerzijds zijn er linksen, die ijveren voor bij-voorbeeld het Angola-comité en anderzijds degenen die zich aansluiten bij evangelische bewegingen als de Navigators. Deze laatsten hebben geen problemen met de verzoeningsleer. Het kruis is een realiteit voor ons, zeggen ze. Laat de kerk maar theologiseren, wij kiezen voor Jezus.
NIET VRIJZINNIG
Op de vraag waarom het Confessioneel Beraad niet meer contacten zoekt met de Vereniging van Verontrusten, antwoordde de voorzitter, dat het Beraad wel de bezorgdheid deelt van de Verontrusten, maar het niet eens Is met de algemene beschuldigingen van vrijzinnigheid. Bovendien achtte ds. Vlaardingerbroek (die zei zelf niet te twijfelen aan de historiciteit van Adam) het probleem van de historiciteit van Adam niet van dezelfde orde als de verzoening.
Hij zegde tenslotte nog toe dat het Beraad niet alleen doende zal blijven met het beleggen van algemene vergaderingen z»als tot nu toe gedaan is, maar zich zal bezinnen op andere mogelijikheden. Binnenkort zal het Beraad een publikatie uitgeven van de hand van dr. Wentsel, getiteld: Houvast, de koers van de kerk in een horizontalistische samenleving.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's