Inspraak krijgt inhoud zegt Geertsema
VROUWELIJKE COMMISSARIS IN Z.-HOLLAND ?
Als ons gevraagd wordt mee te werken aan het profiel waaraan de toekomstige commissaris der Koningin in Zuid-Holland zal moeten voldoen, dan menen wij dat hij een man moet zijn, die rekening houdt met reformatorische beginselen en bereid moet zijn deze in onze provincie te handhaven, aldus A. Vlasblom, fractievoorzitter van de SGP in de Staten van Zuid-Holland. Minister Geertsema had het initiatief genomen om met de Staten van Zuid-Holland in het openbaar van gedachte vfisselen over het profiel zoals de Staten menen waaraan de nieuw te benoemen commissaris zal moeten voldoen.
Hiervoor was hij in de Statenvergadering van Zuid-Holland verschenen. Algemeen was men van mening, dat zijn initiatief alle lof verdient. Uit het gemeenschappelijk overleg onder de fracties van de Staten van Zuid-Holland bleek bij monde van drs. Borgman, dat de toekomstige commissaris zou moeten voldoen aan een aantal nauwkeurig omschreven verlangens.
De nieuwe commissaris zal gelet op zijn leeftijd gedurende tenminste een periode van ongeveer 10 jaar zijn functie dienen te kunnen uitoefenen. De bekwaamheid, alsmede de bekendheid met de problematiek van lagere publiekrechtelijke lichamen door ervaring moet aanwezig zijn. De kandidaat moet als voorzitter van GS een samenbundelende kracht en een goede coördinator zijn. Ook zal de kandidaat een goede voorzitter van provinciale staten dienen te zijn, die zakelijk en efficiënt leiding kan geven aan hun vergaderingen. Een maatschappelijke en ook politieke geëngageerdheid dient duidelijk aanwezig te zijn, terwijl de te benoemen persoon een democratische en vooral open instelling moet hebben.
VERLANGENS
Naast deze algemene eisen werden nog enkele specifieke verlangens op tafel gelegd. VVD, AR en D'66 meenden, dat hij lid zou moeten zijn van een politieke partij, terwijl de PvdA en PSP hun voorkeur beleden voor de gekozen commissaris. De VVD, bij monde van de heer Sidney van den Berg had hier geen behoefte aan. Ook meende hij bij voorbaat geen vrouwelijke kandidaat te moeten uitsluiten.
D'66 toonde een sterke voorkeur voor het noemen van namen in nader overleg, waartoe ze de minister verzocht in de Staten terug te komen. De VVD had ook hier weer geen behoefte aan en meende dat het noemen van namen in de openbare procedure een foute zaak is.
In de pers circuleren enkele namen, zo merkte de PvdA op en zij zouden dan ook graag van de minister vernemen of onder deze namen sollicitanten of eventueel kandidaten zijn.
AR, CH en KVP hadden nogal wat bezwaren tegen een geprononceerde figuur uit de politieke sfeer. De huidige commissaris heeft nooit blijk gegeven van druk uitoefenen in de politieke sfeer en zij hoopten dat de toekomstige commissaris dezelfde gedragslijn zou willen blijven volgen.
De heer A. Vlasblom (SGP) sprak duidelijk zijn voorkeur uit voor een man. Een vrouw hoort op deze plaats niet thuis, zo zei hij. Met de overtuiging dat de reformatorische beginselen een zegen zijn voor het hele volk, meende hij zijn voorkeur, zoals eerder genoemd te kunnen bepleiten. Verheugd toonde ook hij zich met de komst van de minister naar de Staten. Hieruit blijkt de belangstelling van de minister voor het werk der Staten.
INSPRAAK
In zijn antwoord, merkte de minister op, dat hij de inspraak zo reëel mogelijk benadert. Hij ontkende nadrukkelijk, dat hij nu reeds met een 'lijstje kandidaten of sollicitanten in zijn zak zou lopen. Integendeel, zo betoogde hij, de zaak ligt nog volledig open. Deze openbare vergadering wordt gevolgd door een gesprek met de fractievoorzitters afzonderlijk, waartoe hij hen uitnodigde. Maar hij kon niet aan het verlangen van de Staten voldoen met namen terug te komen. Het kabinet, zo stelde hij, heeft hierover een ander inzicht.
Ingaande op de opmerkingen van de heer Vlasblom meende hij, dat hoewel hij zijn mening respecteerde, we toch bij voorbaat voor de vervulling van de komende vacature een vrouw niet moeten uitsluiten.
Sprekende over de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel meende hij, dat dit bij de benoeming niet op de allereerste plaats mag staan. D'66 meende dat onder toepassing van dit beginsel, zij dan recht zouden hebben op de bezetting van de vacature. IWinister Geertsema vond, dat het bijzonder verkeerd zou zijn, wanneer men a priori uitging van politieke wensen en verlangens. De eisen voor de commissaris der koningin liggen, zo bracht hij de Staten nader onder de aandacht, bijzonder hoog, zodat maar een betrekkelijk gering aantal personen hiervoor in aanmerking komen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's