Bijbels getuigenis temidden van vrije gedachten
Hearing over abortus
Welke ernstige gevolgen dé voortgaande ontkerstening voor onze samenleving heeft bleek deze week in de Tweede Kamer. Bij de Kamer is enige tijd geleden door de PvdA-leden dr. J. H. Lamberts en dr. H. J. Roethoff een initiatief wetsontwerp ingediend, tot wijziging van de wetgeving betreffende abortus. Dr. Lamberts is huisarts te Rotterdam en voorzitter van de Dr. Wiarda Beckmanstichting. Dr. Roethoff is o.m. ondervoorzitter van het Humanistisch Verbond.
In de hoorzitting van de bijzondere kamercommissie die deze week werd gehouden, waren verscheidene organisaties verschenen. Er bleek niet alleen verschil van mening te zijn over het al of niet vrijlaten van abortus provocatus, maar ook door wie de behandeling zal plaatshebben. In het regeerakkoord is overeengekomen, dat behandeling onder meer door een team van deskundigen mag geschieden, terwijl de PvdA-leden Lamberts en Roethof onder meer menen, dat het een zaak is die uitsluitend de vrouw en haar arts aangaat.
ONGEWENST
Op de hoorzitting verschenen verschillende vrouwenorganisaties. De gynaecologe, mevrouw Klomp, die de onafhankelijke organisatie voor geboorteregeling en seksualiteit vertegenwoordigde, vertelde over haar ervaringen in het Amsterdamse abortusteam. Zij was onder de indruk geraakt van de problemen van de vrouw, die haar zwangerschap niet wenst. Zij vond het ongewenst, dat de verantwoordelijkheid afgeschoven wordt op een team, maar meende dat degene die de abortus verricht, zich uitputtend in de situatie van de vrouw moet verdiepen.
De Dolle Mina's meenden, dat in de wet helemaal niets meer over abortus geregeld mag worden. De vrouwen in de VVD, het vrouwencontact in de PvdA, het katholiek vrouwendispuut, de Nederlandse vereniging voor vrouwenbelangen en de Nederlandse federatie van instellingen voor de- ongehuwde moeder vertolkten eveneens de mening, dat er geen team behoeft te worden ingeschakeld, maar dat het een zaak is tussen vrouw en de arts.
BIJBELS GELUID
De bond van verenigingen van gereformeerde vrouwen, behorende tot de Geref. kerken (vrijgemaakt) liet in dit progressieve gezelschap een bijbelse geluid horen. God verbiedt het leven te doden, aldus deze vrouwen, zodat abortus verboden moet worden. Alleen wanneer het leven van da vrouw la gevaar is, kan als uiterste redmiddel abortus worden toegestaan.
Ook de Vereniging tot bescherming van het ongeboren kind stelde bij monde van prof. dr, W. P. Plate, dat elke liberalisatie van de wetgeving de gemeenschap schade zou berokkenen. Het verwonderde niemand, dat het jongeren adviescentrum Amsterdam en de Dr. Rutgersstichting het niet strafbaar stellen van abortus provocatus toejuichten.
CH-RAPPORT
Onder voorzitterschap van dr. C. Blanikesteyn heeft de door de jhr. mr. A. F. de Savomin Lohmanstiich#nig in septemiber 1970 ingestelde commissie zedenlijkheidswetgeving haar rapport over abortus provocatus Tiiitgebracht, welk rapport nu binnen de CHU en daarbuiten ter discussie wordt gesteld.
Ervan uitgaande dat de mens in deze tijd in staat is zielMandig te denken en te beslissen, moet hem de vrijheid en de ruimte worden gegeven om de eigen kwaliteiten te ontplooien en de eiigen verantwoopdelijkheid te realiseren. Dat de opvattingen over de geoomloofdheid van abortus provocatus zich wijzigen behoeft geen betoog, ook de normen waairop het abortusverbod is gebaseerd zijn aan verandering onderhevig. Bij de mens gaat het echter om het lichamelijk en geestelijk leven als één geheel, om het leven als individu en als deel van zijn omgeving. Het rapport stelt de vraag of abortus provocatus moord is en komt tot de oonclusie, dat deze vraag ontkennend beantwoord moet worden. In baar beginselprogram gaat de CHU ervan uit, dat de overheid met inachtneming van de uit het chnistendom voortgekomen geestetijke en zedielijke normen, het geestelijk en zedelijk welzijn van ons volk dient te bevorderen. Richtsnoer dient te zijn de vraag hoe in deze maatschappij de bijbelse gerechtigheid zoveel mogelijk gestalte kan krijgen en het welzijn van allen wordt gediend. Uit maatschappij-ethische overwegingen zegt het rapport kan de overheid de vrouw niet dwingen zich te laten bevruchten. Evenmin kan de overheid door middel van een algemene regel van maatschappij-ethiek de vrouw dwingen zwanger te blijven. Het rapport meent, dat als de vrouw de zwangerschap ervaart als een bedreiging, zij het leven van de vrucht moet afwegen tegen dat van haar zelf. Om baar de noodzakelijke hulp en advies bij het beantwoorden ven deze vraag te kunnen bieden, verwijst het rapport dan naar de bureaus voor levens- en gezinsmoeilijkheden, die over de nodige deskundigheid beschikken. Ook de positie van die arts komt in dit rapport ter sprake. Het meent, dat het niet de taak van de arts is te beslissen voor de vrouw. Gezien die veelheid van overwegingen die bij abortus provocatus een rol kunnen spelen beveelt het rapport een wijziging van de Wet uitoefening Geneeskunst aan, zodat een advies alleen door een groep deskundigen tezamen met de arts gegeven kan worden. Mocht de arts op grond van zijn persoonlijke opvattingen niet bereid zijn zijn medewerking te verlenen, dan dient hij verplicht te zijn de vrouw onverwijlt naar een andere geneeskundige te verwijzen. Nalatigheid dient strafbaar te worden gesteld.
Het rapport wijst erop, dat abortius provocattis geen zedenmisdrijf is en derhalve ook niet als zodanig in het Wetboek van Strafrecht thuishoort. Het rapport komt tot de conclusie dat abortus provocatus moet worden toegestaan, maar het ontevoegd plegen hiervan als misdrijf tegen het leven wordt strafbaar gesteld. Wel meent het rapport dat zolang niet is gebleken, dat het medisch apparaat in staat is alle aanvragen om abortus provocatus naar behoren te verwerken, beperkingen zullen moeten worden opgelegd aan het in behandeling nemen van buitenlandse
VER VERWIJDERD
De Koninklijke maatschappij tot bevordering der geneeskunst twijfelde aan de zorgvuldigheid over het werk In de bestaande abortusklinieken en meende, dat de Ingreep alleen zou mogen geschieden in bestaande erkende ziekenhuizen of daarmee gelijk te stellen klinieken. Ook meende zij, dat het besluit tot uitvoering van de ingreep zowel niet door een team, dan toch wel door tenminste twee artsen zou moeten worden genomen. De hoorcommissie zal nu het voorlopig verslag uitbrengen aan de Tweede Kamer en hoopt, dat behandeling van het wetsontwerp met spoed kunnen geschieden. De VVD zowel als de CHU hebben reeds rapporten over deze kwestie doen verschijnen, welke beide tot verruiming van de mogelijkheden willen overgaan.
Het is te hopen, dat bij behandeling van dit onderwerp in de Kamer het reformatorisch geluid over deze kwestie ondubbelzinnig zal klinken. Wij zouden dit CH-rapport niet hebben opgenomen, als hier niet zo duidelijk uit bleek, hoever het christendom verwijderd is van de Christus.
Daarom deed het ons goed te midden van deze verschrikkelijke uitingen, die ons hart niet anders dan met droefheid kunnen vervullen, de stem van de gereformeerde vrouwenbond te horen (red.).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's