De weer-haen staet en zwiert
Eerlijk geeft die wijzer aan „kijk daar komt de wind vandaan" Toch kan 'k hem niet eerlijk vinden: Hij draait mee met alle winden. Jan de Waard
Naar alle waarschijnlijkheid kwamen in West-Europa voor het eerst in Frankrijk de windwijzers voor. Het begin van dit gebruik stamt mogelijk uit de twaalfde eeuw. De eerste windwijzers op kerken in Nederland datéren uit de veertiende eeuw. Oorspronkelijk was het plaatsen van een windvaan een privilege van de adel. Omdat echter ook de hogere geestelijkheid uit de adelijke families kwam, was het geen wonder dat kerken en kastelen beide van „herkenbare" windwijzers werden voorzien. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een middeleeuwse afbeelding van Neurenberg. De weerhaan is van latere datum. In Nederland treffen wij in verschillende musea nog oude, half vergane of door brand vernielde windwijzers aan van oude kerktorens.
Over het algemeen er nooit zoveel aandacht besteed aan de windvaan en zijn geschiedenis. Men is vol bewondering voor onze oude bouwwerken, maar over de vaak fraaie smeedwerken met windwijzers wordt gezwegen. In de middeleeuwen werden deze weerhanen of windwijzers gemaakt van koperplaat, dan wel van in het vuur verguld ijzer. Een feit is, dat deze smeedwerken een belangrijk onderdeel vormen van de volkskunst uit lang vervlogen tijden.
Naarmate men de kerktorens niet meer voorzag van zware metalen of stenen kruisen, werd een sierlijk en vaak kunstzinnig torenkruis met windvaan aangebracht. Aan de vakman werd de vrije hand gelaten om zijn kennis en liefde voor het vak uit te laten komen. Behalve torens van kerken en kastelen werden ook torens van stad- en raadhuizen en van belangrijke gebouwen voorzien van windvanen.
Symbolische voorstellingen
Op kerktorens werden aan windvanen ook wel symbolische voorstellingen toebedacht. Zo zijn er bekroningen bestaande uit een bol, met kruis en een haan als windvaan. De bol zou dan de appel voorstellen als teken der verzoeking, het kruis het zinnebeeld van het gebed, terwijl de haan het beeld der waakzaamheid is.
Het bleef echter niet bij hanen alleen; ook het vroeg-christelijk symbool, de vis, vindt men op verscheidene kerktorens. De Zwaan wordt aangetroffen bij Lutherse kerken. In kuststreken komt ook wel het schip voor. De windvaan van de St. Catharijnetoren te Den Briel stelt een geuzenschip voor. Het heeft een afmeting van ongeveer 100 x 80 cm. Het is uitgevoerd in rood koper en afgedekt met bladgoud. Nog later kregen wij allerlei symbolen en voorstellingen van ambachten en beroepen en herkomsten als windwijzer te zien. De zeegod Neptunus siert de Stadhuistoren te Zierikzee. Deze is 1,85 m. hoog en weegt 85 kg.
De toren van de Ned. Herv. Kerk te Gravenpolder heeft een vis als windvaan. Voor enige tijd is deze vernieuwd ter vervanging van de 130 jaar oude windvaan.
Afwijkende vormen
Hiermede zijn echter de voorbeelden nog niet uitgeput. Uit tal van afwijkende vormen vermelden wij nog de windvaan geplaatst in 1779 op de kerktoren van Naaldwijk, welke de band symboliseert tussen deze plaats en het Huis van Oranje, doelende op de tijd toen Willem V, gehuwd met de Prinses van Pruisen, de Heerlijkheid Naaldwijk in bezit had. De windvaan stelt de Nederlandse leeuw voor in een cirkelvormige gedaante, eronder de wapens van Nassau en Pruisen.
De Marekerk in Leiden werd gekroond door een vliegende archangel. De Onze Lieve Vrouwetoren of Lange Jan te Amersfoort (hoogte circa 100 m) werd bij de restauratie voorzien van een koperen haan als windwijzer, met een gewicht van 60 kg.
Vakmanschap
Ook nu nog worden windwijzers door vakbekwame handen op torens aangebracht. Er zijn slechts weinige bedrijven in ons land welke deze windvanen als handwerk vervaardigen. Naarmate het mechanisatieproces voortgang vindt, komt het vakmanschap in de verdrukking. Het handwerk is wel duur geworden om algemeen te worden toegepast,, maar dit betekent gelukkig nog niet, dat de waardering voor een goed stuk handwerk zou zijn verdwenen. Zo is o.a. de Fa. Jobse te Middelburg in dit werk één der weinige gespecialiseerde bedrijven in Nederland. Zij restaureerde en plaatste tal van nieuwe windvanen, o.a. ook die op het stadhuis te Veere. Omdat bij de restauratie van dit oude oorlogsschip in 1933 een verkeerde tuigage was aangebracht, werd dit schip op advies van een oude zeekapitein naar een origineel voorbeeld opnieuw „vierkant getuigd". De heer J. A. van Pagee voorzag de windvaan van 24-karaats bladgoud welke in kleine velletjes met uiterste nauwkeurigheid werden opgeplakt.
Ook de windvanen op daken van huizen en boerderijen zijn een vertrouwd beeld in ons land. Er is veel variatie. Uitgevoerd als echte silhouetten treffen wij vele vormen aan. Smid Vos in het Gooise Laren heeft er vele vervaardigd: paarden en koeien, schepen met volle zeilen, werkattributen etc. etc. Zij getuigen van een verfijnde kunst met vakmanschap vervaardigd.
De taal van de windvanen is duidelijk voor wie de haan, de vis, het schip, de zwaan of welke andere windvaan dan ook, niet alleen beschouwt als een toevallig gekozen ornament, maar verder zoekt naar de symbolische betekenis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's