Collaboratie, afzijdigheid of verzet? (1)
De houding van de protestantse kerken tijdens de oorlog tegenover een tirannieke overheid
Nu, 70 jaar na de bevrijding, is het opnieuw tijd om de balans op te maken. Welke was de houding van met name protestantse kerken tot de tirannie van Nazi-Duitsland? Ging het hier om onze wettige overheid, of was actief verzet gerechtvaardigd of zelfs een dure plicht?
De oorlog overleefd...
Voor de Leidse historicus prof. dr. J.Th.M. (Jan) Bank zijn de kathedralen van Coventry en Berlijn symbolen van de wijze waarop de kerken de oorlog hebben overleefd: geschonden, maar nog altijd fier overeind.
Dat mag voor grote delen van Europa misschien opgaan, voor Nederland ziet de situatie er toch beduidend anders uit. Ook na het bombardement van Rotterdam stond de Laurenskerk nog fier overeind, maar geen land is zozeer getroffen door kerkverlating en secularisatie als ons land.
Dat roept de vraag op of de houding van de kerken daarbij mogelijk een rol gespeeld heeft? Is van hun houding tegenover de bezetter een positief moreel appel uitgegaan, of, omgekeerd, heeft de oorlog bijgedragen aan een toenemend verlies aan geloofwaardigheid?
...maar hoe gereageerd...
Grofweg kan onderscheiden worden tussen drie verschillende manieren van reageren op de dictatuur van Nazi-Duitsland.
• Collaboratie = een vorm van samenwerking met het regiem, op basis van ideologische overeenstemming dan wel pragmatische overwegingen.
• Afzijdigheid = een nadrukkelijk onderscheid tussen persoonlijke overtuiging en politiek zonder dat men daar openlijk voor uitkomt; zelfs een afwijzende overtuiging leidt daarbij niet tot actief verzet.
• Actief verzet = een kritische houding tegenover het regiem waarbij men persoonlijk risico loopt op represailles van het regiem. onderscheid tussen persoonlijke overtuiging en politiek waarbij de eerste openlijk wordt geuit als kritiek tegenover het politieke.
Prof. Bank wijst er in zijn magistrale overzichtswerk God in de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945 terecht op dat de kerk als unieke drager van de moraal een voorbeeldfunctie heeft. En daarmee wordt de vraag des te klemmender: hebben de kerken (ik beperk me hier tot de protestantse kerken) die functie vervuld?
Natuurlijk is goed ons te realiseren dat destijds, zeker in de jaren dat Hitler in opkomst was en zich nog niet openlijk als Der Führer manifesteerde, de situatie moeilijker te boordelen was dan nu.
Maar wat toen Nazi-Duitsland in Nederland niet alleen maar een buurman op zoek naar Lebensraum bleek te zijn, maar een regiem dat totale onderwerping eiste?
...op de totalitaire aanspraken...
Totale onderwerping was voor Duitsland noodzakelijk vanwege het front tegen de Sovjet-Unie. De ‘kruistocht’ tegen het communisme vereiste een gigantische inzet van mensen en materieel. En daaraan dienden ook de bezette gebieden via gedwongen arbeid bij te dragen.
In Duitsland zelf streefden de Nazi’s bovendien naar gelijkschakeling van zowel evangelische-lutherse als rooms-katholieke kerken. En daartegen tekende met name de Bekennende Kirche bij monde van Martin Niemöller, Karl Barth en Dietrich Bonhoeffer protest aan. Zij verdedigden de scheiding van kerk en staat en daarmee, de kerkelijke autonomie.
Met deze kritiek was echter nog geen uitspraak gedaan over de legitimiteit van Hitler’s regime als wettige overheid van Duitsland – nog los van de vraag of actief verzet geboden was.
Ook onder christenen waren er velen die de combinatie van nationalisme en socialisme een warm hart toedroegen. Op dat punt hield Barth zichzelf afzijdig. Dit in tegenstelling tot Bonhoeffer. Die was ervan overtuigd dat Barth met zijn houding afbreuk deed aan de morele autoriteit van de kerk en, nog erger, aan de geloofwaardigheid van het evangelie.
...van een bezettende macht?
Hoe was de situatie in ons land? Na de inval van de Duitse legermacht was onze wettige regering, koningin Wilhelmina voorop, er tussenuit geknepen. Althans dat was het gevoel dat velen bij haar vertrek naar Londen hadden.
Het aantal mensen dat de ideologie van de nationaalsocialisten in Nederland deelde, was gering – getuige het geringe aantal stemmen dat de NSB hier wist te behalen. De hervormd- gereformeerde prof. dr. Hugo Visscher stond hierin vrijwel alleen. Wel zagen velen, ook na de invoering van dwangarbeid en de deportatie van Joden, in die andere vorm van socialisme – het communisme – een minstens even groot gevaar.
Een deel van de christenen zag in de bezetting, en het daarmee gepaard gaande verlies aan vrijheden, bovendien een straf van God voor toenemend moreel en cultureel verval van Nederland.
En tenslotte, zo betoogt prof. Bank, waren christenen traditioneel gezagsgetrouw en niet snel geneigd tot openlijk verzet en revolutie tegen heersende machten. Had ook hun grote voorbeeld, Jezus Christus, hen niet geleerd God te geven wat Hem toekwam, maar daarnaast ook de overheid het hare niet te onthouden – zelfs als het hier een bezettende macht betrof?1
H.H. Kuyper, zoon van Abraham Kuyper en toenmalig geestelijk leider van de gereformeerden was dit laatste standpunt toegedaan. En ondanks het feit dat zij een scherp oog hadden voor de demonische kanten van het Naziregime, zo toont dr. Ewart Bosma in een gedegen proefschrift aan, stonden bevindelijk gereformeerde leidslieden als ds. G.H. Kersten en prof. G. Wisse niettemin bekend als pro-Duits. Net als Kuyper erkenden zij de legitimiteit van het Duitse bewind.
De overgrote meerderheid hield zich echter afzijdig.Slechts een enkeling nam actief deel aan het verzet. Een prachtig voorbeeld daarvan was de gereformeerde predikant, ds. Fredrik Slomp, alias ‘Frits de Zwerver’. Samen met Helena Kuipers, alias ‘Tante Riek’, zette hij een landelijke organisatie op voor hulp aan onderduikers.
Na hun arrestatie kon ds. Slomp worden bevrijd, maar ‘Tante Riek’ moest haar verzet uiteindelijk met de dood bekopen. Hetzelfde lot onderging verzetsheld Johannes Post, een gereformeerde boer die naam maakte als ‘moderne geus’. Net als de geuzen eens tijdens de Opstand, droeg hij bij aan de definitieve overwinning van de tirannie.
Terecht?
Nu, terugkijkend, kunnen we begrip hebben voor de neiging tot afzijdigheid en bepaalde vormen van collaboratie. Op zijn best was het de wijze waarop de bekende atheïst, romanschrijver en essayist Simon Vestdijk de oorlog overleefde: ‘medewerkend tegenwerkend.’2
Maar we dienen toch prof. Bank gelijk te geven in zijn stellingname dat van kerken en spraakmakende leidslieden een mate van integriteit en morele autoriteit verwacht zou mogen worden die hen onderscheidt van ‘de wereld’. En dan volstaat het niet te wijzen op het demonische karakter van een totalitair regime en vervolgens over te gaan tot de orde van de dag.
Om te beginnen niet wanneer sprake is van dwangarbeid (slavernij) en de kerk haar autonomie verliest (door gelijkschakeling). Maar zeker niet wanneer bevolkingsgroepen (Joden!) systematisch en op grote schaal worden gedeporteerd om volledig te worden uitgeroeid!
Maar van openbare schuldbelijdenis over een te grote mate van afzijdigheid of zelfs collaboratie is onder de kerkelijke leiders die Bank en Bosma de revue laten passeren, niet of nauwelijks sprake geweest. Gegeven het feit dat ‘schuld’ in de protestantse theologische traditie zo’n grote rol speelt, is dat merkwaardig.
Men vraagt zich onwillekeurig af of deze morele schizofrenie niet mede aanleiding is geweest voor de snelle secularisatie in Nederland. Heeft inderdaad het verlies aan geloofwaardigheid door moreel falen tijdens de oorlog en de totale afwezigheid van enig schuldbewustzijn daarover niet bijgedragen aan de snelle ontkerkelijking onder gereformeerden en Barthiaanse hervormden?
En diende de socialistische stellingname van veel theologen na de oorlog niet mede als compensatie voor een slecht geweten? Maar als dat inderdaad zo zou zijn, is dan ook secularisatie onder bevindelijk gereformeerden slechts een kwestie van tijd? Men kan de stelling verdedigen dat het proefschrift van Bosma daarbij zal dienen als katalysator. Mij althans overviel een gevoel van plaatsvervangende schaamte voor het ontbreken van elk moreel oordeel in dit boek!
Mocht de lezer van dit artikel echter van mening zijn dat schuldbelijdenis inderdaad slechts mosterd is na de maaltijd, dan hoop ik dat hernieuwde bezinning op het lot van de Joden tijdens de Holocaust ons mogelijk op andere gedachten zal brengen. Maar daarover in de volgende uitgave van dit maandblad.
Noten
1 Het mag duidelijk zijn dat dit niet de enig mogelijke uitleg is van de passages uit Mattheus 22: 15-22, Markus 12: 13-17 en Lukas 20: 20-26. God geven wat Hem toekomt betekent volgens velen juist een belangrijke relativering van elk recht van de overheid om belastingen te heffen. Dat geldt voor de wettige overheid, maar nog veel meer voor een bezettende macht. Niet voor niets worden tollenaars gezien als zondaars.
2 Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Simon Vestdijk (Amsterdam 1991), p. 8.
Naar aanleiding van:
• God en de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945, door Jan Bank. Uitgave van Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2015. ISBN 978 94 6003 806 8; 725 blz.; € 49,95;
• Oude waarheid en nieuwe orde. Bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme 1920-1950, door E.G. Bosma. Uitgave van Uitgeverij De Banier/Labarum Academic, Apeldoorn, 2015.. ISBN 978 94 6278 224 2; 759 blz.; € 34,95.
Overtuiging (woorden)
Collaboratie
Gedeelde visie: Deutsche Christen, hervormden (Visscher)
Afzijdigheid
Geen openlijke kritiek: Joodse Raad (Hirsch), gereformeerden (Kuyper), bevindelijk gereformeerden (Kersten, Kok, Wisse)
Actief verzet
Openlijke kritiek: Bekennende Kirche (Niemöller, Barth, Bonhoeffer), hervormden (Buskes, Koopmans, Miskotte) vrijgemaakt gereformeerden (Schilder)
Uitvoering (daden)
Collaboratie
Samenwerking: Deutsche Christen, Joodse Raad (Hirsch), hervormd en bevindelijk gereformeerden (Visscher, Kersten, Wisse)
Afzijdigheid
Geen actief verzet: Al dan niet bevindelijk gereformeerden (Kuyper, Kok); hervormden (Miskotte), Bekennende Kirche (Barth)
Actief verzet
Sabotage en gewapende strijd: Bekennende Kirche (Niemöller, Bonhoeffer), hervormden (Buskes, Koopmans, Post), gereformeerden (Slomp, Kuipers), vrijgemaakt gereformeerden (Schilder)
Dr. J.O. van de Breevaart te Hendrik-Ido-Ambacht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2015
Protestants Nederland | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2015
Protestants Nederland | 32 Pagina's