Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leeft Valerius’ Gedenkklank nog?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leeft Valerius’ Gedenkklank nog?

In de eigen 17e eeuw was deze dichtbundel helemaal geen bestseller

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Graag ga ik in dit artikel in op het werk van de Zeeuwse notaris, Adriaen Valerius, van wie ik in de jaren 60 van de vorige eeuw op de lagere school al liederen leerde: Gelukkig is het land, Merk toch hoe sterk en Wilt heden nu treden. Toen nog wel. Nu nog? Dat Valerius niet altijd begrepen werd, bleek toen onze muziekdocent op de vingers getikt werd door ouders. Zij vonden Gelijk de grote Rapsak (Rabsake) vlood de Spek verbaasd, toch maar een bedenkelijk liedje om aan onze kinderen te leren! Had er misschien eerder kritiek moeten zijn op de (dans)wijsjes die Valerius gebruikte?!

Laten we vooraf eens nagaan wie Adriaen Valerius was. In de literatuur is wel wat over hem geschreven, al blijven verschillende kwesties onbelicht. Adriaen werd waarschijnlijk in Middelburg geboren, maar het exacte jaar is onbekend.
Zijn vermoedelijke vader was van Franse afkomst, leverde een militair aandeel bij het beleg van Middelburg in 1572. Later werd vader Valerius notaris. Bekend is dat hij muzikaal was. Hij kocht bijvoorbeeld het orgel op uit een kerk die gesloopt moest worden.
Zoon Adriaen trad in de voetsporen van zijn vader. Hij werd notaris in Veere. Uit zijn latere werk blijkt ook zíjn muzikaliteit. Adriaen trouwde met een burgemeestersdochter en later was hij te vinden in de stadsraad. Kennelijk was hij een gezien en welgesteld man.

Wat voor boek is de Nederlandtsche Gedenckclanck?
Er kan op verschillende manieren naar de Gedenkklank gekeken worden. Het werk heeft een historische kant, maar vooral ook een culturele. Op beide aspecten zal ik ingaan.
Laten we eerst eens naar de geschiedenis kijken. Nadrukkelijk staat er op de titelpagina: ´kortelick openbarende de voornaemste geschiedenissen van de seventhien Nederlandsche Provintien, ´t sedert den aenvang der Inlandsche beroerten ende troublen tot den Iare 1625´.
Wie dat leest, verwacht dus een geschiedenisboek open te slaan, waarbij de beschreven periode vrij nauwkeurig is vermeld: 1568 – 1625. Er zal niet al te uitgebreid beschreven worden, want er staat duidelijk: ´kortelick´ en ´voornaemste´.
Historici beschouwen de Gedenkklank niet als een serieuze bron voor hun onderzoek. Het meeste wat er in staat, is namelijk ook in andere bronnen te vinden. Emanuel van Meteren bijvoorbeeld heeft de geschiedenis in den brede beschreven en het is waarschijnlijk dat Valerius uit hem geput heeft, zeker als hij de oudere verhalen vertelt. Bij vergelijking blijkt Valerius niet al te zorgvuldig te hebben samengevat.
Bovendien heeft Valerius keuzes gemaakt. Nadrukkelijk vermeldt hij dat hij over het twaalfjarig bestand niet veel wil schrijven. Daardoor blijft de periode van 1609-1621 onbelicht. Voor het verhaal vóór het bestand heeft Valerius bronnen gebruikt.
Voor de jaren na het bestand – dat zijn er dus maar vier - heeft hij ook geput uit eigen waarnemingen. Juist die jaren worden veel levendiger verteld. Om die reden veronderstelt prof. N.B. Tenhaeff, die een inleiding op de heruitgave van 1943 geschreven heeft, dat Valerius het hele boek de laatste jaren van zijn leven geschreven heeft.

Bronnenboek
Waarom maakte Valerius het boek eigenlijk? Hoe moet het historische verhaal gezien worden? Tenhaeff ziet het boek vooral als een bronnenboek voor onderwijzers. Het twaalfjarige bestand zit er op en de oorlog wordt hervat. De onderwijzers krijgen nu een boek in handen aan de hand waarvan ze de kinderen kunnen en moeten vertellen dat de oorlog niet voorbij is!
Het bestand is ten einde en de strijd roept weer. De Gedenkklank wil het vroegere elan terug. Nederland mag geen Spaans gebied worden en beslist geen koninkrijk, vindt de republikein Valerius! Het rijk staat er in de strijd prima voor: er is nu een sterke Maurits als legeraanvoerder, terwijl ook Frederik Hendrik veelbelovend is. Er zijn prestaties geleverd in het verleden en onze positie in de overzeese gebiedsdelen is sterk en voordelig. Kortom: we staan er goed voor!
Bij dat doel passen de gemaakte liederen heel goed. Wanneer Valerius ze gemaakt heeft, is moeilijk na te gaan. Hij biedt ze de burgers aan om ze te zingen. Daarmee wordt de mentaliteit krachtig beïnvloed.

De liederen
Zo komen we bij het andere deel van het boek: de liederen. De cultuurhistorische waarde van de liederen is groot. Valerius heeft namelijk niet alleen vermeld op welke wijs ze gezongen moeten worden, maar hij heeft de wijs op notenbalken genoteerd en de zetting voor één van de meest favoriete instrumenten uit de 17e eeuw, de luit.
Valerius zelf vermeldt op de titelpagina dat de meeste liederen nieuw zijn. Enkele, zoals het Wilhelmus, heeft hij opgenomen in zijn bundel, maar het overgrote deel heeft hij zelf gemaakt, althans niets wijst erop dat hij vooral een bundel heeft samengesteld uit andermans werk.
De liederen zijn kenmerkend voor de Hollandse en Zeeuwse vrijheidsgevoelens. Zeker wordt er geklaagd, vooral aan het begin van de bundel, maar er wordt beslist ook gejuicht. Even kenmerkend is het godsvertrouwen dat de dichter verwoordt voor zijn zangers, een vertrouwen dat de zangers van hem overnemen. God is de republiek nabij en schenkt haar de overwinning.
Opmerkelijk zijn de melodieën bij de liederen. Valerius heeft betrekkelijk weinig Nederlandse wijzen gebruikt – ruim een tiental – maar heeft wel volop geput uit de buitenlandse liedkunst. Je komt Franse, Engelse, Duitse en Italiaanse ‘vooizen’ tegen. De door de renaissance beïnvloede dichter heeft zich breed georiënteerd. In zijn standplaats Veere was ruimte voor internationale contacten.
Frappant is wel dat veel van die wijzen frivool waren. Niet het statige lied, niet de psalmmelodie kiest de calvinist Valerius , maar iets vrolijkers, iets met veel zwieren en draaien, iets met snelle tempowisselingen. Eigenlijk gaat het om dansen in allerlei vormen. Soms vlugge dansen, soms statige dansen.
Het is bekend hoe gereformeerden over dansen dachten, maar toch verhinderde het liedschrijvers niet de vrolijke melodietjes te gebruiken en naar hun hand te zetten. Met zijn leerboek geschiedenis, waarin de liederen staan, heeft hij de kinderen niet iets gemakkelijks gegeven om te leren, wel iets wat hen een leven lang bijblijft.

Voorbeeld van een tekst
Kinderen zullen ook in de zeventiende eeuw wel genoten hebben van Valerius´ dichtkunst. Neem het lied dat hij maakte na het beleg van Bergen op Zoom in 1622. De genoteerde wijs luidt: Komedianten dans. Het is niet helemaal duidelijk wat die dans inhield.
Er wordt verondersteld dat het te maken heeft met een dans die Engelsen in Amsterdam gaven. De gebruikte wijs zou ingeburgerd zijn. Anderen wijzen op een Engels zeemanslied. Hoe dan ook, Valerius buit het ritme en de klanken uit om een mooie illustratie van militair optreden te geven.
Bekend zijn de woorden:
Merk toch hoe sterk, nu in t werk zich al stelt…
De tweede strofe is nog sterker met de oe- en o-klanken.
´t Moedige, bloedige, woedige zwaard
blonk en het klonk dat de vonken daar uit stoven.
Beving en leving, opgeving der aard
Wonder gedonder, nu onder was, nu boven…
Of ze het allemaal begrepen, is natuurlijk de vraag. Maar voor kinderen is het spel met de taal al voldoende om te genieten. Niet alleen voor kinderen overigens.

De (on)bekende Valerius
Hoe bekend Valerius´ werk later ook geworden is, in zijn eigen 17e eeuw was de Gedenkklank helemaal geen bestseller. Het boek verscheen nadat Valerius overleden was. Op de titelpagina helemaal onderaan staat meestal door wie het boek gedrukt is en hoe lang het boek een beschermde status heeft.
Voor de Gedenkklank gold, dat het voor de erfgenamen op de pers gebracht was en dat er een ´privilege voor zes jaren´ verleend was. Zes jaar lang was het boek dus door de overheid beschermd. Anderen mochten het boek niet op de pers brengen. Er is niet bekend dat er later opnieuw een ´privilege´ verstrekt is, waaruit afgeleid wordt dat het met de verkoop van het boek en dus met de belangstelling wel wat tegenviel.
Later ontstaat er belangstelling voor Valerius en zijn werk. Dr. P.J. Meertens soms het op in zijn inleiding op de heruitgave van de Gedenkklank. Tijdgenoten vermelden hem niet. Pas een eeuw na zijn dood is het Pieter de la Rue die Valerius in een biografisch verzamelwerk noemt. Een halve eeuw later noemt de geschiedenisschrijver van Veere zijn naam.
Pas eind van de 19e en begin van de 20e eeuw krijgt Valerius aandacht van wetenschappers die zijn werk onderzoeken en op de markt brengen. Bekendheid heeft hij uiteraard ook gekregen, toen zijn werk een plaatsje kreeg in de gezangenbundel van de Nederlandse Hervormde Kerk en later in het Liedboek voor de kerken.
Hoewel wij dus wel kennis van zijn werk dragen, is Valerius onder ons voorgeslacht zo goed als onbekend geweest. Het is de vraag of hij over enkele generaties die bekendheid nog steeds geniet. Ontkerkelijking doet er geen goed aan en een gezond historisch besef is vandaag de dag niet vanzelfsprekend.

Valerius’ afsluiting
Valerius besluit zijn werk met een gebed. Dat is opvallend en ontroerend. We kijken de bidder altijd in het hart. Hoe en wat bidt Valerius? Ik geef deze tekst hertaald weer.
Almachtige God, lieve, barmhartige hemelse Vader, Gij Die zijt de sterkte van de kleine, de troost van de verdrukte en een oorsprong en bron van alle goedheid en genade, wij arme ellendige zondaren bekennen voor u, gelijk de waarheid is, dat wij in ons lieve vaderland klaarblijkelijk vaak hebben gezien en tastbaar gevoeld Uwe overgrote macht en genade, Uw ondoorgrondelijke wijsheid en liefelijke gunst en hulp aan ons, toen wij door wrede tirannen ellendig waren bedreigd en aangepakt. Zelfs als wij om aan de bloedige klauwen van onze vijanden te ontkomen genoodzaakt waren in grote armoede en met zieke en zwakke ledematen, met vrouw en kinderen, bepakt en bezakt huis, vrienden, handel en lieve vaderland te verlaten om te gaan zwerven langs velden en wegen naar vreemde landen… O Heere (…) U hebt ons teruggebracht in een land waarin U ons hebt verrijkt door handel en welvaart.
Valerius trekt parallellen tussen Nederland en Israël. Nederland lijkt op Israël dat terugkeerde uit Babel. Het lijkt op Israël zoals het geleid werd door Mozes en Aaron. Een hele reeks volgt, waarbij de constante is dat Nederland aan de goede kant staat, terwijl de vijand van Nederland vergeleken wordt met de vijand van Israël, hoe die ook heet. Soms: Goliath, soms Doëg, soms Simeï.
Valerius besluit zijn gebed met een lofprijzing. Iets soortgelijks is ons bekend uit de formuliergebeden bij doop en avondmaal:
O barmhartige, hemelse Vader, wij bidden u van harte Uw begonnen werk in ons te willen voltrekken. Zie ons toch niet aan in onze zwakheid, maar wil ons allen om de verdiensten van Uw lieve Zoon zo besturen, dat wij niet anders voornemen als wat strekken mag tot Uw eer, groei, voortplanting en bevordering van Uw kerk en de welvaart van ons lieve vaderland (…) en verder alles wat dienen mag tot onze zaligheid. Opdat wij zo Uw goddelijke zegen meer ende meer ondervindend des te groter oorzaak mogen hebben Uw heilige naam te loven ende te danken. Verhoor ons, o God van vertroosting, om de verdiensten van Jezus Christus, onze getrouwe Zaligmaker, Die met U ende den Heilige Geest één, enig eeuwig God zij eeuwig lof en prijs in alle eeuwige eeuwigheden. Amen, Amen, A M E N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Leeft Valerius’ Gedenkklank nog?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Protestants Nederland | 28 Pagina's