Zaligverklaring
In deze tijd van conciliaire vernieuwingen cn wat daarmee samen hangt, wordt de aandacht van 1 oomskatholiek Nederland nog opgeëist voor het zaligverklaringsproces van de „Dienaar Gods", Mgr. Dr. Ariëns, laatstelijk pastoor tc Maarsen, alwaar hij op 27 maart 1928 is overleden. Genoemd proces kwam in een nieuwe fase, doordatde bisschoppelijke rechtbank het zgn. informatieve proces afsloot, waarna thans Rome zelf aan het werk gaat d.m.v. de Ritencongregatie voor het zgn. apostolische proces. Wat is een zaligverklaring in de R.K. kerk?
Wie dat vraagt, moet eerst weten, wat in dc R.K. kerk zalig (en heilig) betekent. Ook hier bestaat een veelsoortigheid. Niet alleen is de éne zalige of heilige de andere niet, maar er zijn ook verscheidene soorten van zaligheid en heiligheid, zoals er ook verscheidene soorten van missen, aflaten, devotie's, genaden, deugden, kloosterorden, asketische oefeningen en wat al niet te vinden zijn. Dit alles vormt het veelkleurige gewaad waarmee de R.K. kerk zich heeft omhangen.
Dc voornaamste heiligheid die naar r.k. leer iedereen moet bezitten om later in dc hemel te komen, dat is om „zalig" te worden in eeuwigheid, is de heiligheid van de heiligmakende genade, die „ingestort" wordt door de sacramentele waterdoop of anderszins door het doopsel des blocds, het doopsel van begeerte of, nog weer anders, door goede biecht of „volmaakt berouw". Wie deze „staat van genade" mist, kan onmogelijk in de hemel komen, waarmede dus gezegd is, dat iedereen (ritueel-) sacramenteel heilig moet zijn. Zo'n heilige is dan ook de gewone man, als hij maar geen „zware zonde" op z'n geweten heeft. Hiermede hangen natuurlijk ook samen de duizende vragen over nooddoop, kinderen die zonder doop sterven, heidenen die nooit van God of Christus hoorden, imbecielen, afvalligen, twijfelaars, de geldigheid van sacramenten, de zonden die men verplicht is te biechten, de aanwezigheid van volmaakt of onvolmaakt berouw, de jurisdictie van dc bedienaar en noem maar op. Hier nader op in te gaan vergt boekdelen.
Behalve deze allernoodzakelijkste heiligheid kent Rome ook nog de titel van Heilige of Zalige. Als het van iemand „volstrekt zeker" is, dat hij of zij, nu op dit ogenblik, in dc hemel is cn niet meer om tijdelijke straffen uit te boeten voor kortere of langere tijd alsnog in het vagevuur verblijft, kan deze persoon zalig of heilig worden verklaard. Bovendien kent Rome nog de titels „Dienaar Gods" en „Eerbiedwaardige", titels die toegekend worden op meer eenvoudige wijze dan door een officiële zalig- of heiligverklaring. Deze laatsten laat ik kortheidshalve verder buiten beschouwing. Het gaat nu om „heiligen" en/of „zaligen", mensen wier zielen nu onfeilbaar zeker bij God en Zijn Engelen in dc hemel zijn en aldaar de grootst mogelijke zaligheid genieten, straks ook lichamelijk als na de Opstanding hun lichamen weer met hun zielen verbonden zullen worden. Dat betekent iets voor de kerk, het land, het bisdom, de parochie, de familie waartoe zulk een bijzonder braaf mens heeft behoord. Zulk een zekerheid te bezitten omtrent het lot van een gestorven medebroeder of -zuster is een allerhoogst te waarderen bezit. Welk een eer kan zulk een mensenziel reeds op aarde te beurt vallen cn wat streelt het de menselijke ijdelheid! Om nu dc titel van zalige of heilige te kunnen toekennen aan een overleden gelovige is nodig een kerkelijk proces van zalig- en/of heiligverklaring. Hetgeen in feite niet veel ander verschil uitmaakt dan een onderscheid in titulatuur, te vergelijken b.v. met „commandeur" en „ridder" in de Orde van dc Nederlandse Leeuw, alleen staat de „heilige" in waardering (cn verering) ccn trapje hoger dan de „zalige". U zult begrepen hebben, dat zo'n heilig- of zaligverklaring lang geen eenvoudige zaak is. Ze behoort tot de „onfeilbare" uitspraken. De R.K. kerk, in casu de paus, spreekt met onfeilbare zekerheid uit, dat de zie] van een bepaalde persoon in de hemelse rijen van Engelen cn heiligen is opgenomen, dat die persoon mag vereerd (niet: aanbeden) cn aangeroepen worden, dat hem of haar niet enkel een partikuliere maar ook een openbare verering gebracht kan worden enz. Zulk een zaak is dan ook van het terrein van dogmatiek, moraal en askese geheel verschoven naar dat van het kerkelijk recht. Dit kerkelijke of canonieke recht besteedt niet minder dan 142 „canones" (wetsartikelen) aan de processen over heiligen zaligverklaring. En dan zijn er natuurlijk nog vele interpretaties van deze bepalingen door juristen, canonisten cn ook moralisten. In het kort hierover het volgende:
De bisschop doet door zijn rechtbank onderzoek naar geschriften e.d. van de kandidaat-zalige (of (heilige), meestal eerder reeds tot Dienaar Gods verklaard, en gaat zijn roep van heiligheid na (d.i. zijn reputatie bij het volk), van deugden in het algemeen of van martelaarschap en van wonderen. Is dit onderzoek gereed, dan gaat met de grootste omzichtigheid en veel plechtigheid de gehele zaak naar de Ritencongregatie te Rome. Deze Congregatie, een soort pauselijke comissie van onderzoek, speurt alles nog eens goed na. Om tot de zaligverklaring te komen moet o.m. vaststaan een heldhaftige beoefening van de theologische en kardinale deugden, bij martelaren gelden weer meer vragen, bovendien is vereist, dat minstens twee „echte wonderen" op voorspraak van de kandidaat-zalige zijn geschied. Om uit te maken, of iets werkelijk een wonder, ccn bovennatuurlijk gebeuren is, of niet, moeten natuurlijk steeds meer physici, medici enz. in ^le zaak worden betrokken. De vooruitgang der wéténschap maakt het al moeilijker om in wonderen, als door Rome bedoeld, tc geloven. Valt ten slotte alles goed uit, dan kan gepubliceerd worden het decreet van de Zaligverklaring.
Voorts: alleen iemand die op de lijst staat van de „zaligen" kan „heilig" verklaard worden: gebracht worden op dc „canon", de lijst van de heiligen; kan een gecanonizeerde heilige worden. Dit „gecanonizeerd" zijn is de laatste eeuwen volstrekt noodzakelijk om voor „heilige", die „heilig verklaard" is, door te gaan. Voor deze canonizatie zijn weer nieuwe wonderen nodig. Ziedaar: des langen Redens kurzer Sinn!
Zij die de titel „Dienaar Gods" of „Eerbiedwaardige" hebben verkregen, mogen niet in het openbaar vereerd worden. Een „Zalige" of „Heilige" wel. Er worden missen opgedragen niet aan, maar ter ere van Zaligen en Heiligen, ze worden „tot de eer der altaren" bevorderd, kerken en kapellen worden hen toegewijd, ze kunnen beschermers (beschermsters) worden van ziekenhuizen, scholen, steden, landen, broederschappen en zeifs van geitenfokstations. Heel vroeger werden brave mensen per akklamatie tot Heilige uitgeroepen, ook zijn er die de traditie als Heiligen kent b.v. Maria, Jozef cn vele anderen. Tenslotte: kerkelijke processen ter zake van zalig/ heiligverklaring kunnen gemist worden. De zekerheid van eeuwig behoud berust in het geloof. Christus Jezus heeft verklaard: „Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven". Evenmin hebben wij behoefte aan de „eer der Altaren": de Apostel zegt ons tc bidden met alle heiligen, niet tot hen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966
Protestants Nederland | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966
Protestants Nederland | 12 Pagina's