Het ambt van ouderling
‘… ener vrouwe man …’
Moet een ouderling gehuwd zijn? Wat een vraag, zult u misschien wel zeggen. We hebben daar toch helemaal niets over te zeggen? De ene man is nu eenmaal getrouwd en een andere man niet. U hebt gelijk. Toch leeft die vraag in het midden van de gemeenten. Daarmee wil men de ongehuwde niet diskwalificeren of discrimineren. Integendeel! Het is meer om hem tegen zichzelf te beschermen. Een ongehuwde man staat immers in een heel ander ervaringsveld dan een gehuwde man. Veel velden waar de gehuwde in staat, zijn onbekend voor de ongehuwde. Dat zal natuurlijk niemand willen ontkennen. Toch geloof ik dat, al zijn de ervaringskaders verschillend, de kerk niet in de eerste plaats moet kijken of iemand wel of niet gehuwd is maar of hij genade van God heeft leren kennen. Dat dient boven aan de lijst te staan. Dat verdient prioriteit.
Het ongehuwd zijn, kan zelfs bij de uitoefening van het ambt zijn voordelen hebben. Mede dankzij het ongehuwd zijn, heeft Paulus ongelooflijk veel mogen en kunnen doen in de dienst van zijn Koning. Het ongehuwd zijn stond hem niet in de weg maar ondersteunde hem bij de uitoefening van zijn dienstwerk. Daarom kan een ongehuwde tot grote zegen zijn in de gemeente. Wij hebben elkaar in het Koninkrijk Gods niets op te leggen. De Heere kan een man in Zijn ondoorgrondelijke leiding een vrouw onthouden. Daar is hij bepaald niet minder om. Daarom is de vraag of een ouderling gehuwd moet zijn niet zo relevant. Liever een ongehuwde ouderling die weet dat hij van Godswege het ambt mag bekleden dan een gehuwde die van elders ingeklommen is en niets weet van een roeping.
Ik wil toch nog even stilstaan bij de ongehuwde ouderling. Hierboven schreef ik dat het ongehuwd zijn voor de uitoefening van het ambt zijn voordelen heeft. Waar denk ik dan aan? Een ongehuwde ouderling wordt bijvoorbeeld niet ‘gehinderd’ door allerlei huwelijks- en gezinsaangelegenheden. Hij kan als alleenstaande gemakkelijker tijd vrij maken voor het werk in de gemeente. Ook zal hij als geen andere ambtsdrager de alleenstaanden in de gemeente heel goed kunnen aanvoelen. Hij komt immers ook na een kerkdienst alleen thuis. Wanneer hij ’s avonds ergens op visite is geweest, is er niemand thuis met wie hij zijn verhaal kan delen. Hij weet uit ondervinding wat alleen zijn betekent. Een gehuwde ambtsdrager kan daar gewoonweg niet inkomen.
Anderzijds kan het ook zijn nadelen hebben. Wat weet hij van het huwelijksleven en van de ingrijpende zorgen bij het opvoeden van kinderen? Wanneer hij dan ook als wijkouderling bij allerlei huwelijks- en opvoedingsproblemen betrokken wordt, zal hij het ongetwijfeld niet gemakkelijk hebben. Wat moet hij zeggen of adviseren? Datzelfde geldt als een echtpaar verblijd mag worden met de geboorte van een kind. Natuurlijk probeert hij bij het geboortebezoek heel nabij te reageren maar veel deuren worden voor hem dicht gehouden. Dat doet een echtpaar niet met opzet maar tijdens zijn bezoek blijven woorden gewoon achterwege die hetgeen man en vrouw mochten meemaken enigszins inzichtelijk maken. Een kinderloos echtpaar zal niet een, twee, drie naar een ongehuwde ouderling stappen om met hem te spreken over allerlei gynaecologische problemen en intimiteiten. Zo zou er nog meer te noemen zijn.
Wanneer Paulus zijn geestelijke zoon vertelt wat voor een gehuwde ouderling van groot belang is, dan zegt hij dat ‘… hij ener vrouwe man …’ moet zijn. Wat bedoelt de apostel hiermee? De kanttekening heeft er dit bij opgetekend: ‘Niet dat hij noodzakelijk getrouwd moet zijn, alzo Paulus zelf niet getrouwd was, maar omdat hij niet vele vrouwen of tegelijk, of de ene na de andere door echtscheiding mocht hebben, gelijk bij de Joden en Grieken en inzonderheid in die oriëntaalse landen zeer lang gebruikelijk is geweest, hetwelk voor een tijd wel in anderen geduld schijnt geweest te zijn, maar in de leraren niet mocht geduld worden.’ De kanttekening maakt duidelijk dat Paulus uiterst voorzichtig optrad. Wel had hij nadrukkelijk een doel voor ogen. De ambtsdrager mocht maar met één vrouw omgang hebben. Dat wil hij op grond van Gods Woord de gehuwde ambtsdragers voorhouden. Dat was voor die tijd een ingrijpende boodschap. Niemand vond het vreemd dat een man er meerdere vrouwen op na hield. Paulus wilde uit gehoorzaamheid aan de Schrift daar een einde aan maken. Gods Woord vertelt ons immers dat de Heere bij de man een vrouw plaatst. Niet meerdere vrouwen. Op pastorale wijze tracht Paulus in de gemeenten allerlei heidense praktijken terug te dringen.
Tegelijk weet hij dat als je met de botte bijl aankomt, je in een klap alles stuk kunt maken in een gemeente. Als een wijs bouwer gaat hij stapje voor stapje op zijn doel af. Model staat voor hem de geschiedenis van Adam en Eva. Zo heeft de Heere het bedoeld. Wij moeten niet wijzer zijn dan God. Vandaar zijn pleidooi voor het Bijbelse huwelijk. De ouderling vervult naar zijn overtuiging in de gemeente een voorbeeldfunctie. De gemeente moet zich in haar huwelijkspraktijk aan hem kunnen spiegelen. Hij dient een identificatiefiguur te wezen.
Wordt vervolgd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 2013
Kerkblad | 16 Pagina's