Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPROEP VAN CHRISTUSWEGE: BIDT OM DE VREDE VAN JERUZALEM (PSALM 122:6A)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPROEP VAN CHRISTUSWEGE: BIDT OM DE VREDE VAN JERUZALEM (PSALM 122:6A)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ons vorige blad stond de eerste helft van deze meditatie, het gedeelte waarin ingegaan werd op de geestelijke betekins van deze tekst. In deze meditatieve overdenking krijgt de andere kant wat aandacht; de toekomst van Jeruzalem als hoofdstad van het land Israel.

Jeruzalem, stad vol herinneringen, zelfs terug tot Abrams dagen, toen de priester Melchizedek naar Abram toekwam. Die was priester van de allerhoogste God en koning van Salem. David heeft Jeruzalem gekend en "paleis en tempelstad" ingenomen. Maar het meest gaat deze stad tot onze verbeelding spreken als we haar zien met de straten vol mensen en de Heiland door deze straten trekkend met de doornenkroon en het vreselijke kruishout op Zijn schouders. Deze stad blijft het hart van de wereldgeschiedenis. Al zullen wij natuurlijk nooit tot in de finesses alles van te voren kunnen beschrijven.

Onze tekstwoorden dienen we echter niet alleen geestelijk maar ook letterlijk te verstaan. Ze hebben niet alleen betrekking op het geestelijke Jeruzalem, maar ook op de stad en haar inwoners, zoals die er ook nu nog zijn. In Lukas 21:24b lezen we dat Jezus van de stad Jeruzalem zei: "En Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn". Dus niet altijd. Er zou voor het aards Jeruzalem nog weer een andere tijd aanbreken. Een tijd waarin de Heere Zelf Zijn stad Jeruzalemden?" We kunnen heden ten dage zien hoe de Heere bezig is geweest en is Zijn volk Israël te vergaderen in Zijn land en Zijn stad en ze daar in vrede te doen leven. Op wonderlijke en majesteitelijke wijze heeft Hij ze middels de Golfoorlog, waarbij de Heere voor hen streed en zij zich stil moesten houden, uit een uiterste noods weer zou stellen tot een lof op aarde (Jesaja 62:7). Ook in Jesaja 60 lezen we dat de heerlijkheid des Heeren over de stad zal opgaan, tegelijk ook tot heil van al de heidenen en hun vorsten. Zie wat we lezen in Romeinen 11:15: "Want indien hun (dat is: Israëls) verwerping de verzoening is der wereld wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de do ituatie verlost, als door de diepten der zee. Sinds die tijd is er een wonderlijk vredesproces op gang gekomen. Premier Rabin is, strijdende voor de vrede van Jeruzalem, door één van zijn eigen volksgenoten, op verraderlijke wijze vermoord. Daarachter zat een heel complot, menende Gode een dienst te doen. In werkelijkheid echter gedreven tot deze moord door satan, de grote tegenstander van God en Zijn werk. Maar satan is met heel zijn aanhang reeds ten staart geworden (Deuteronomium 28:13 en 44). Maar eeuwig bloeit de gloriekroon op 't hoofd van Davids grote Zoon (Psalm 132).

Door Zijn hand zal het welbehagen des Heeren voorspoedig voortgang hebben. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht, tot in het duizendste geslacht. Ook wat we lezen in Jesaja 66:12: "Ziet, Ik zal de vrede over haar (namelijk: Jeruzalem) uitstrekken." Pleitend op Zijn Eigen verbond en woorden mogen we de Heeredan ook vurig bidden en smeken om de vrede van Jeruzalem. Ja, Hij roept er Zelf toe op: "Bidt om de vrede van Jeruzalem." Dit houdt ook in te bidden dat daartoe ook het deksel van verblinding en verharding van hun harten moge worden weggenomen (2 Korinthe 3:14 en Romeinen 11:25 v.v.), niet slechts van de inwoners van Jeruzalem, maar ook van al de stammen van Israël tot kennis van de zaligheid in hunne schuldvergiffenis, tot kennis van de ware en volle vrede in Hem, de grote Vredevorst, de Koning der Joden, Die God is en te prijzen tot in eeuwigheid. Opdat dan ook in vervulling ga wat we lezen in Psalm 87:4 en 5: "Ziet, de Filistijn en de Tyriër, met de Moor, deze is aldaar (in Jeruzalem) geboren. En van Sion (Jeruzalem) zal gezegd worden, die en die is aldaar geboren", opdat zo dan ook Joden en Palestijnen en Tyriërs en Moren als broeders samenwonen in Jeruzalem en het beloofde land, waar het liefdevuur niet wordt gedoofd. Om zo verenigd in Hem, de grote Vredevorst, samen die Koning te eren, te prijzen en te dienen.

Niet meer door middel van de Oudtestamentische offer- en priesterdienst, maar op Nieuwtestamentische wijze met geestelijke offeranden in Geest en Waarheid. Daarom, juist nu we kunnen zien en opmerken bij het licht van Gods Woord, hoe de Heere bezig is de dag van Zijn goedertierenheid te doen aanbreken voor Jeruzalem, ja, gans Israël en al de volken der aarde, worden we van Zijnentwege des te meer opgewekt en aangespoord te bidden voor de vrede van Jeruzalem, te bidden: "Och Heere, geef nu heil, och Heere, geef nu voorspoed". (Psalm 118:25) Bovenal dient onze bede echter gericht te zijn op de wederkomst van Davids grote Zoon, opdat Hij dwars door de barensweeën van Zijn gerichten heen alle dingen nieuw maakt en er zullen zijn de nieuwe hemel en de nieuwe aarde met maar één stad, namelijk het nieuwe Jeruzalem. Daarin zal geen tempel meer te zien zijn, want de Heere, de almachtige God is haar Tempel en het Lam. Die stad behoeft ook geen zon of maan, want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht en het Lam is haar Kaars (Openbaring 21:22 en 23).

Dan zal ten volle en eeuwig alles door de vrede bloeien, Zijn grote Naam ter eer!


Opdat vreed' en aangename rust

en milde zegen haar verblij'

en welvaart in haar vesting zij,

in haar paleizen vreugd' en lust,

Om vriend en broed'ren spreek ik nu:

De vrede zij en blijv' in u,

nooit moet haar nijd of twist verkloeken.

Om's Heeren Huis (dat is Jezus) in u gebouwd,

waar onze God Zijn Woning houdt,

zal ik het goede voor u zoeken"

Psalm 122: 3 ber.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

OPROEP VAN CHRISTUSWEGE: BIDT OM DE VREDE VAN JERUZALEM (PSALM 122:6A)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's