Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN OSBORN EN LOURDES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN OSBORN EN LOURDES

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ons Lourdes-nummer (In de Rechte straat Juni 1958) stelden wij tegenover de wonderen van Lourdes de zeer vele en zeer grote wonderen, welke ook thans nog DAGELIJKS gebeuren door het geloof in Jezus, door het gebed, door het aanroepen van Zijn Naam, door oplegging van de handen door mannen Gods. Wij hebben toen geadviseerd om de bijeenkomsten van Rev. Osborn te bezoeken te Luik, Den Haag en Groningen. Helaas kon ik door de Brazilië-reis zelf niet aanwezig zijn in een van deze drie plaatsen, doch Ds. Hegger was wel aanwezig en hoe hij erover denkt, kunt U hieronder lezen.

KRITIEK:

Pater van Heijst, vroeg mij in de brief, welke ik gedeeltelijk reeds beantwoordde in het Juli-nummer, naar aanleiding van dit Lourdes-nummer de nodige literatuur over de zeer vele wonderen in de protestantse wereld. Dat was totaal nieuw voor hem, aldus schreef hij eerlijk, hetgeen ook heel begrijpelijk is. Slechts ten dele heb ik aan zijn verzoek voldaan en stuurde hem om te beginnen enkele nummers van „DE OOGST", welke vol stonden over het bezoek van Osborn. Als ik goed ben ingelicht, heeft deze zelfde pater van Heijst toen een artikel geschreven, dat door het dagblad „TROUW" werd opgenomen, waarin een vernietigend oordeel werd uitgesproken over Osborn en zijn gebedsgenezing. Helaas heb ik dit niet gelezen, maar wel kreeg ik een nieuwe brief van Pater van Heijst, waarin hij onder andere schrijft, dat de meest interessante reactie op het „optreden" van Osborn die van Dr. F. A. Nolle is, predikant en arts te Oegstgeest, gepubliceerd in de „NIEUWE HAAGSE COURANT". Deze verklaarde, dat de zielzorgers en de duizenden gemeenteleden, die „geloofden", stekeblind waren. „De Osborncampagne slaat een pover zo niet belachelijk figuur ten opzichte van Lourdes", aldus deze man van de wetenschap. Voorts citeert Pater van Heijst nog een zekere Joost van Roon, die in het „Vrije Volk" van 1 september ook een vergelijking met Lourdes trekt en dan concludeert, dat er te Lourdes bescheidenheid in het gebed is en een deskundige voorzichtigheid bij het onderzoek van de genezenen, hetgeen totaal ontbreekt bij Osborn. „Bovendien," aldus dezelfde schrijver, Iaat Osborn in zijn spoor achter al die eenvoudigen van geest, die ziek bleven en nu ook nog een geestelijke slag te incasseren kregen. Omdat één wanhopige gedachte hen heeft gegrepen: „Mijn geloof was te zwak, nu kan niets mij meer redden".

Pater van Heijst schrijft dan: „Ik voor mij geloof ook, dat Osborn meer ellende heeft gebracht dan weggenomen. Ik ben benieuwd, wat „In de Rechte Straat" en „De Oogst" zullen doen. Of zij inderdaad de waarheid zullen geven over Osborn". Broeder Rietdijk, Evangelisch predikant in Hoboken, schrijft in zijnblad „De Trooster" eveneens vernietigende kritiek over Osborn: onbijbels, maar een half Evangelie, massa-suggestie, pijnlijk, sensatielust.

HET IS MAAR TRIEST.

Behalve dergelijke stemmen, zijn er dan gelukkig ook nog vele andere bladen, die op een heel andere wijze zich uitgelaten hebben over Osborn. Ik noem hier slechts, wat in mijn eigen bezit is: Oogst, Vuur, Kracht van Omhoog, De Joodse Hope, Gouden Schoven, Stromen van Kracht. Van ganser harte onderschrijven wij hetgeen Br. J. E. v. d. Brink schrijft in Kracht van Omhoog:

„Deze prediking van liet absolute geloof in de woorden van de Bijbel brengt ïnomenteel een diepe scheiding tussen de geesten, want zeer sterk zijn de meningen hierover verdeeld. Wat de een uit God noemt, heet de ander uit de duivel te zijn." Uit dit bezoek van Osborn aan ons land is gebleken hoeveel onecht geloof er is in allerlei Kerken en Kringen en hoeveel verstarring in het geloof. Dat is maar triest en het doet lecd dit te moeten constateren in een blad, dat zich richt tegen het onechte geloof in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar aan de andere kant is het ook een weldaad, dat deze feiten zo genadeloos bloot zijn gelegd. Br. Gutter schrijft in „De Joodse Hope":

„Een ontzaggelijke verantwoordelijkheid is er ontstaan voor de Kerken, die er officieel onzijdig of afwijzend critiscli tegenover gestaan hebben. Doch het aantal on-officiëlen uit de Kerken, die deze samenkomsten op het Malieveld bezocht hebben is zo overweldigend groot geweest, dat de Kerken hun houding zullen moeten wijzigen, óf ze zullen de oogst van duizenden zielen, die hier tot Christus kwamen, voorgoed verliezen."

Ons blad wil dan ook niet heenwijzen naar een of ander bepaald en bestaand kerk-verband, doch heenwijzen naar de Kerk van Christus, d. i. de vergadering van hen, die hun heil van Jezus alleen verwachten. Zijn Kerk zal Christus vergaren uit alle bestaande groeperingen: hen, die WAARLIJK geloofd hebben in Jezus, zoals de Schriften Hem ons tonen.

EEN ANTWOORD

Voordat ik ds. Hegger aan het woord laat door over te nemen wat hij in de „Kruisbanier" van 13 september schreef, wil ik heel even een kort antwoord aan Pater van Heijst geven:

Ik vraag me af, Pater, zoekt U naaide waarheid of zoekt U a priori gelijk te hebben en Lourdes te verdedigen kost wat kost? U zoekt anders wel heel slecht gezelschap daarvoor. Ondanks zijn klinkende titels heeft de geneesheer-directeur, die tegelijkertijd ook predikant is, zijn ongeloof wel heel erg ten toon gesteld in alles, wat hij rondom gebedsgenezing heeft gepubliceerd. De Heer spare de gelovigen voor nog meer van zulke „wetenschappelijke" leiders. In Uw Kerk zouden deze mensen een beter figuur slaan, Pater. Ik verwijs U naar .Kracht van Omhoog' van 20 september voor de verschillende bewijzen van de vooringenomenheid van de in Uw ogen zo interessante man. U kunt daarin ooklezen hoe een predikant, die ook over Lourdes schreef, zich vergallopeerd heeft door zijn vooringenomenheid aangaande de gebedsgenezing. Ds. C. Teeuwen zag een vrouw tijdens de toespraken van Br. Osborn voortdurend expressieve gebaren maken. Hij interpreteert dat heel wetenschappelijk als „psychologisch mediamiek contact" met Osborn, doch in feite was er niets anders dan een dame, die de toespraak voor de doofstommen vertolkte. Oh, wat een blunder! Neen, Pater, zoek niet langer het gezelschap van wetenschapsmensen-zonder-meer, maar zie allereerst of het echt gelovigen zijn en luister dan naar hen. Het vlees verstaat niet wat des Geestes is, ook niet al is dat vlees nog zo geleerd.

WAT DS. HEGGER SCHREEF IN DE „KRUISBANIER":

De evangelist Osborn heeft veel pennen in beweging gebracht: fel pro en contra, aarzelend, afwachtend, sympathiek en antipathiek

Het blad Trouw, Nederland, waarop ik geabonneerd ben, behoort tot de felle contra's.

Ik zond een ingezonden stuk, wat ik hierbij laat afdrukken, dat echter niet werd opgenomen.

Later nam Trouw wel twee zeer uitvoerige artikelen op van een vrouwelijke predikante, mej. Dr. J. C. Schreuder, die echter, naar zij zelf schrijft, de samenkomsten van Osborn niet heeft bezocht. Desondanks past zij op Osborn de tekst toe uit Matth. 25 over de valse profeten en de valse Christussen. Wanneer men werkelijk meent, dat daar in Den Haag een valse christus de mensen trachtte te verleiden, dan behoort men toch ook zelf te gaan naar die plaats, waar de kudde des Heren in zulke grote gevaren verkeert.

Gelukkig echter zijn er uit zeer orthodoxe kringen ook andere stemmen te beluisteren. Stemmen, die niet zonder meer achter Osborn staan, maar die zich toch in eerlijke bewogenheid afvragen, of God ons niets te zeggen heeft door deze opwekkingsprediker.

Ik hoop, dat ook de lezers van de Kruisbanier er zich ernstig op zullen bezinnen vanuit Gods Woord. En Gods Geest zal ons zeker leiden in alle waarheid, als wij Hem daarom bidden.

H.J.H.

Ingezonden

OSBORN-MEETINGS

Tot mijn spijt moet ik U mededelen, dat het verslag van Uw verslaggever over de Osborn-meetings mij zeer heeft teleurgesteld.

1) Er spreekt geen enkele blij dschap uit over het feit, dat openlijk en ten aanhore van tien en tienduizenden de naam Gods wordt groot gemaakt en Jezus Christus wordt verheerlijkt als de enige en volkomen Zaligmaker. Moest niet elk kind van God opspringen van vreugde omdat in deze duistere wereld het licht van onze almachtige en goedertieren Vader verkondigd wordt?

2) De critiek van de verslaggever richt zich vooral op het feit, dat de wetten van de massasuggesti e zouden worden ingeschakeld. Maar daar gaat het toch niet om. De vraag is, of de boodschap, di e Osborn brengt, onj ui st is. Wanneer een oer-Gereformeerd predikant zulkeen zeldzame gave tles woords zou bezitten, dat hij een massa van tienduizenden tot bezieling zou kunnen brengen en drie uren kan boeien, dan wordt daardoor zijn boodschap toch niet onjuist?

3) 'De verslaggever vraagt: Waar blijft de stem van de kerken? Maar moet die atem nu meteen komen? Leren wij niet de mondigheid van de leek? Is het niet toe te juichen, wanneer de massa van ons protestantse volk zich eens intens gaat bezig houden met de vraag of Osborn misschien toch een boodschap brengt, die door de kerken te lang verwaarloosd is? Het is mij ook nog niet helemaal duidelijk. Maar wel kan ik getuigen, dat ik door studie van de Bijbel op deze punten veel zegen heb ontvangen.

En wanneer dan een synode meent een uitspraak hieromtrent te moeten doen, dan hoop ik zeer, dat de synodeleden zich ook allemaal de moeite en de eenvoud hebben getroost om naar deze samenkomsten te gaan. Wanneer zij deze mensen als dwalenden beschouwen, dan moeten zij deze schapen opzoeken, indien zij goede herders willen zijn zoals Jezus Christus. Dan moeten zij niet alleen maar vanuit een synodezaal decreten uitvaardigen over zulk een brandend actueel vraagstuk.

4) Zeer heeft mij ook teleurgesteld, dat de verslaggever, nu er dan blijkbaar geen stem is van de protestantse kerken, dan maar de r.k. kerk heeft laten spreken voor de lezers. Had de verslaggever dan niet beter een stuk uit de Bijbel kunnen citeren in plaats van een gedeelte uit een fel anti-Osborn artikel van pater H. van Heijst, waarin deze beweert: „De leer van Osborn zou ik gerust onchristelijk dur ven noemen". „De preken van Osborn zijn niets anders dan massasuggestie". Droevig vind ik het wanneer er dan in een protestants blad aan wordt toegevoegd: „Hi eri n is veel, dat wij onderschrijven kunnen". Moeten wij, protestanten, nu in deze zaak voorlichting ontvangen van een kerk, die de Mariaen de beeldencultus in Lourdes en in talloze andere plaatsen steeds verder opdrijft?

5) Toch begrijp ik ook, dat het verslag voortkwam uit een bezorgdheid van de schrijver, en dat vi nd ik sympathiek. De schrijver maakt zich waarschijnlijk zorgen over hen, die er vol vertrouwen naar toe gingen en zonder genezing terugkeerden. Ik kan hem daarin volgen. Die vraag stel ook ik mij wel cens.

Maar mogen we dat nu niet aan onze goede Herder Jezus Christus over laten? En als iemand tengevolge van teleurstelling zijn geloof zou verliezen, moeten wij dan niet zeggen, dat hij dan nooit het waarachtige geloof bezeten heeft? Wie Christus eenmaal in zijn leven ontmoet heeft als de enige en volkomen Zaligmaker en Redder uit onze zonden, kan Hem toch nooit meer loslaten, welke teleurstelling hem ook mocht overkomen.

Bovendien, waarom altijd dat bang zijn voor dit en bang zijn voor dat? Laten we ook eens kijken naar velen, die op deze avonden tot waarachtige bekering komen. Is de angst voor het kwade niet vaak de oorzaak van gebrek aan liefde voor het goede, en daarom van de verschraling van het geestelijk leven in onze kerken?

U dankend voor de plaatsruimte, met broederlijke groeten,

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

VAN OSBORN EN LOURDES

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

In de Rechte Straat | 20 Pagina's