Leestafel.
1. K. WiELEMAKER, BEKNOPI LEERBOEK DER BIJBELSCHE OüDHEroKUNDE. Twcede druk. Oosterbaan en Le Coiotre-Goes.
De eerste druk van dit boekje was een nieuwe bewerking van BEUKER'S BIJBELSCHE ARCHEOLOGIE, met welke bewerking de heer WIELEMAKEE, Hoofd der Christelijke School te BiGGEKERKE, zich, op verzock van de uitgevers, OosTERBAAN EN LE COINTRE, belastte.
WiELEMAKER meende en dat zeker niet ten onrechte, zijn taak zoo te moeten verrichten, dat het boekje èn meer rekening hield met de eischen van het NA-EXAMEN èn meer op de hoogte van den tijd werd gebracht.
Dit is hem dan ook gelukt.
Door het Aardrijkskundig gedeelte weg te laten, kreeg hij ruimte voor meer breeder behandeling dan BFUIJEE had en voorkwam daardoor al te groote uitvoerigheid. Overigens behield hij de indeeling, die nu wijlen BEUKER in zijn BIJBELSCHE ARCHEOLOGIE had gegeven en sloot zich overigens bij dit boekje zooveel mogelijk aan.
Deze nieuwe bewerking door WIELEMAKEE bepaaldelijk ingericht voor het NA-EXAMEN, wat BEIIKER'S boekje niet zoozeer was, en bestemd voor kweekelingen van het 3e en 4e leerjaar, terwijl het ook bij een mondelingen of schriftelijken cursus dienst kan doen, is en wordt nog met veel succees gebruikt. De Zeéuwsche firma. overtuigd dat thans aan een herdruk behoefte was, heeft den heer WIELEMAKER nogmaals verzocht haar zijn hulp te verleenen.
En zoo verscheen dan onlangs een herdruk, die, doordat de auteur »ook van de hem gemaakte opmerkingen, in zooverre zij hem juist voorkwamen, dankbaar gebruik heeft gemaakte en er ook een ilijst van werken, die bij studie en onderwijs in Bijbelsche oudheidkunde kunnen dienen» aan toevoegde, — zeker een nieuwe, een tweede druk mag heeten.
Voor de Bijbelsche Geographie verwijst de schrijver naar een ander door hem bewerkt leerboekje.
Het BEKNOPT LEERBOEK DER BIJBELSCHE OUDHEIDKUNDE is, ook in tweeden druk, verdeeld in: A. De mensch in zijn betrekking tot God B. in zijn betrekking tot den naaste en C. in zijn betrekking tot de natuur. In een Aanhangsel wordt gehandeld over: 't Jaar bij oud Israël, in Palestina.
Ook in dezen nieuwen druk zal het werkje, waaraan blijkbaar heel wat vóórstudie is besiced en tal van grootere werken zijn geraadpleegd, zeker zijn weg vinden.
2. Is. VOGELS S. J. ZIELKUNDE II. Tweede
druk. C. L." van Langenhuyzen (B. F. M. Mensing) Amsterdam—Rotterdam—Anno MCMXVI.
Wij ontvingen dit tweede stuk dezer PSYCHOLOGIE onlangs ter bespreking. PROF. VOGELS, die doceert aan het Seminarie te OUDENBOSCH, is bekend door zijn velerlei geschriften over vraagstukken der Zielkunde op den grondslag der Scholastieke, bepaaldelijk der Thomistische, beginselen.
Met de bedoeling »eener practische weerlegging van het verwijt., reeds sinds jaar en dag, en niet het minst den laatsten tijd, door de bestrijders der Scholastieke wijsbegeerte tegen hare Zielkunde ingebracht, het verwijt namelijk der door haar voorgestane vermogens-theorie", gaf hij later een volledige Psychologie.
Daarvan beleefde het le stuk reeds eenderden en het 2e een tweeden druk. Zooals men weet werd in de oudere psychologie, van »vermogens» en wel van twee: het ken-en begeer-vermogen, gesproken, terwijl eerst veel later door TETENS f 1805 daar een rf^r^/i? .-het »gevoels-vermogen« tusschen werd gevoegd en waarbij dan, evenals reeds vroeger bij het ken-en begeer-vermogen, ook bij het gevoels-vermogen, een hooger en lager werd onderscheiden. Vooral doordat KANT déze »vermogens«-leer van TETENS overnam werd zij een onderscheiding in de gangbare, niet-Scholastieke Theologie.
Maar, door en sedert HERBART | ISOl vond, heel de »vermogens «-psychologie bestrijding.
Bij den innigen samenhang tusschen de Scholastiek en Aristoteles is ook de leer dtr iZielsvermogensï ontnomen aan ARISTOTELES en hangt saam met die van potentia en actw; oi vermogen en werking. Zoo werd dan ook door onze oude Gereformeerde dogmatici en moralisten, voor zoover zij aan zielkunde deden, bij hun volgen van ARISTOTELES, men denke hier b.v. aan onzen VOETIUS, de leer der twee vermogens, kennen en begeeren, elk met zijn hooger en lager, overgenomen.
Nu behoeft men zeker nog geen HËRBAETIAAN te zijn om tegen de vermogens-psychologie bezwaar, te bebben. Men kan er, om iets te noemen, het bezwaar tegen'htbben, dat de eenheid van het Ik, als het subject waarvan de zielige werkingen uitgaan, er niet voldoende tot haar recht bij komt. Dan, hoe dit zij, de Scholastieke psychologie, die ook in haar metaphysisch deel, ook voor ons Gereformeerden niet te verwaai loozen beginselen bevat, »staat of valt zeker niet», zooals PEOF. VOGELS opmerkt, met het aannemen of' niet aannemen der »Ziels-
vermogens». Anderzijds moet worden toegestemd, dat w^aar men onder meer, om de hierboven genoemde reden, liever van het kennendwillend-en óok voelend-Ik, dan van een ken wils-en gevoelsvermogen spreekt, — welke laatste term bij nadere bezining, wegens de passiviteit van hel sgevoel» echter een nieuwe moeilijkheid oplevert— er toch een woord dient gevonden om uittedrukken het verschil tusschen b.v. het kunnen willen en de •viXAwerking.
VOGELS nu wijst er op dat de nieuwere psychologen in het vinden van dit woord niet zijn geslaagd, ook niet wanneer zij, om niet te gebruiken het woord »vermogen", van »kracht, " «eigenschap" of, gelijk veelal, van > disposiue" spreken en wel doordat onder dien term «telkens en telkens toch weer binnensluipt vermogen."
Dan, de ZIELKUNDE van PEOF. VOGELS is niet alleen lezenswaardig wegens haar > weerlegging van het verwijt door de bestrijders der Scholastieke wijsbegeerte tegen hare Zielkunde ingebracht, in betrekking tot de daarin voorgestane vertnogens•\he.oxic, " maar ook lezenswaardig omdat zij een klaar en duidelijk 'overzicht geeft van de Scholastieke, bepaaldeüjk Thomistische Psychologie.
En hier is meer.
Gelijk de Neo-Th'omistische geleerden over het geheel, zoo is ook PROF. VOGELS allerminst vreemdeling op het gebied der nieuwere literatuur van zijn studievak en wat daarmede in verband staat. Wat dit laatste betreft, mag ik om iets te noemen, wijzen op zijn bestrijding van de EVOLUTIE-THEORIE in het 2e hoofdstuk van ZIELKUNDE II. En voor het eerste op zijn telkens bespreken en dan critisch, van beschouwingen en vondsten der voornaamste Zielkundigen ook van onzen tijd.
Om al deze redenen kan ik de lezing en bestudéering van VOGELS' ZIELKUNDE aan wie studie maken van dit vak met zijn vele vraagstukken, tèn zeerste aanbevelen.
3. CHRISTELIJK VROUWENLEVEN. Uitgever E.
J. Bosch Jbzn. — Nijverdal.
Het Decembernummer van dit MAANDBLAD opent met een meditatie van JOHANNA BEEEVOORT over Psalm 19 : 15 .des harten diepste grond».
MEVROUW DIEPENHORST levert er dé Kroniek en ANTHONLA MARGARETHA bespreekt er, onder OPVOEDING, met de zaakkennis eener Moeder, BABY. Van FEEULE V. D. BOECH VAN VERWOLDE KUNDIGE UIT DE 19e EEUW (Mevrouw Necker) en evenzoo geeft zij een Slot-artikel over LITTERATUUR EN LEVEN (Prinsens' Handboek van de Ned. Letterk. Geschiedenis). Mevrouw HAVELAAE—VAN BEECK CALKOEN geeft er het Slot-artikel: EEN ZWITSERSCHE OPVOED onder MAATSCHAPPELIJK WERK een, ook door haar memoreeren van .zelf waargenomen toestanden in CHINA, interessant stuk over TUCHT.
Mej. A. V. D. FLIER voltooit er haar RUSSISCHE VORSTINNEN en Mevrouw VAN HOOGSTRATEN SCHOCH correspondeert er met haar «Lieve Anne Marie» over BINNEN-EN IBUITENLAND-SCHE BLADEN. Op het einde Boekbesprekbg en Correspondentie.
De dames mogen met dit DECEMBER-NH. op haar één-jarige met voldoening terugzien. Ik kan mij niet anders denken, dan dat er op de phyche der Nederlandsche vrou\»sen van deze periodiek zulk een bekoring uitgaat, dat zij er gaarne de kennismaking mee zuilen voortzetten en haar bij verwanten en vriendinnen al meer zullen introduceeren.
G.
Trije Universiteit.
Men schrijft ons: Het is verrassend te zien, hoe steeds de actie voor de Vrije Universiteit toeneemt; en verbhjdend tevens dat, waar de actie begonnen wordt, het succes is verzekerd.
In Steenwijk, waar sedert jaren het getal stationair bleef, is reeds bij de eerste proef vooruitgang verkregen, en zal op deze plaats spoedig het aantal begunstigers zijn verdubbeld.
Dat kan gemakkelijk. In het veel kleiner Ambt-Vollenhove waar volgens het handboekje 295 personen tot het Avondmaal zijn toegelaten, zijn 70 contribuanten, en onder Steenwijk, waar 476 in dat voorrecht deelen, komen in het verslag niet meer dan 28 namen voor.
Óok het Studenten Studiefonds trekt meer en meet de aandacht. Gevraagd werd wat het onderscheid is tusschen het Studiefonds en het Studenten Studiefonds.
Het Studiefonds is bij de oprichting der vereeniging ingesteld, en de kas waaruit sommige Studenten steun voor studiekosten ontvangen, het Studenten Studie fojids., werd opgericht door H.H. oud-studenten, zoowel door hen die nooit van het Studiefonds eenigen steun ontvingen, als door degenen die den steun destijds ontvangen, nog in dankbare herinnering houden.
Het doel van het Studenten Studiefonds is geen ander dan het studiefonds te steunen. Alle gelden door tusschenkomst van H.H. Studen
gelden door tusschenkomst van H.H. Studenten ontvangen, worden a deposito bij den penningmeester der vereenigiag gestort, en eens per jaar beslist het Bestuur van het Studenten Studiefonds, hoe groot het bedrag is dat aan het Studiefonds kan worden afgedragen.
In 1915, het jaar van oprichting, werd f 1000, in 1916 f1200 in het Studiefonds gestort, terwijl in 1917 het bestuur over pl.m. f2000 zal kunnen beschikken.
Deze vooruitgang is vooral te danken aan de. hulp, door de dames bewezen. In tal van plaatsen worden door een of meer H.H. oudstudenten hulpvereenigingen opgericht. Eenige dames treden als bestuurders van deze hulpvereeniging op en verdeden het werk onder de overige leden. Ieder der leden heeft een zeker aantal personen, bij wie week, per maand of per kwartaal over een klein bedrag der contributie'wordt beschikt, en deze kleintjes vormen nu reeds een bedrag van ruim f2000 per jaar.
Let men er nu op, dat het aantal hulpvereenigingen nog verhonderdvoudigd kan worden, dan is de verwachting zek^er niet te hoog gespannen, indien spoedig op de geheele som voor het studiefonds, f5000 a f6000 per jaar, kan worden gerekend.
L. S.
De classis Gouda heeft in hare vergadering van 10 Dec. 1917 den Eerw. heer J. L. vau der Wolf te Gouda praeparatoir onderzocht en hem met algemeene stemmen beroepbaar gesteld in de Gereformeerde kerken.
Uit naam der classis.
P. Roos, scriba.
Lekkerkelk., 10 Dec. 1917.
L. S.
De kerkeraad van de Gereformeerde kerk B. te Bunschoten en Spakenburg herinneit collectanten aan zijn besluit, dat geen aavragen kunnen worden toegestaan, welke niet minstens zes weken te voren officieel bij den kerkeraad worden ingezonden.
Namens den kerkeraad voornoemd:
J. C. AALDERS praeses.
K. V. TWILLEST, scriba.
Kort verslag van de vergadering der classe Dordrecht op Donderdag 8 November 1917.
Artikel 1. De vergadering wordt op gebruikelijke wijze door Ds. v. Rennes geopend. De credentie-brieven worden nagezien. De kerk van Brussel is door de omstandigheden afwezig. De kerk van Antwerpen zond één afgevaardigde zonder lastbrief. Hem wordt keurstem verleend. Sliedrecht zond een secundus-afgevaardigde. Redenen gehoord, wordt hem zitting verleend. Artikel 2. Het moderamen wordt als volgt geconstitueerd: Ds. G. M. van Rennes, praesses.
Ds. W. W. Meynen, scriba. Ds. G. R. Kuiper, assessor.
Artikel 3. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd-Artikel 4. Ingekomen stukken : le een schrijven van Provinciale Deputaten voor Art. 13, houdende bericht dat de bijdrage der classe Dordrecht met f 15. per kwartaal zal moeten worden verhoogd. Voor kennisgeving aangenomen.
2e Beroepsbrief en acten van losmaking van Ds. A. Schippers te Doesburg, beroepen bij de kerk van Sliedrecht, worden in orde bevonden.
3e Schrijven van br. C. de B. van Z., om advies in verband met een door de vorige classicale vergadering aan genoemden broeder gericht schrijven. Aan deputaten ad examina wordt opgedragen met genoemden broeder een samenspreking te houden.
Artikel 5. Rapport wordt uitgebracht door Ds. Kuyper omtrent de toezegging voor een waarborgfonds voor den arbeid onder de Belgische geïnterneerden Quaestor van dit fonds is Ds. G. M. van Rennes. De aanwezige kerken zeggen hun bijdrage toe.
Artikel 6. In plaats van de brs. H. J. te Boveldt en A. den Boer worden wegens ongunstige reisverbinding de brs. Blacquière van Zwijndrecht en Kastelein van Dordrecht aangewezen om de kasboeken van Ds. - de Jonge na te zien. Ze zullen in Februari D. V. rapporteeren.
Artikel 7. Rapporten consulenten leveren geen bespreking op. Ds. J. P. Visser van Nieuw-Lekkerland wordt welkom geheeten. De kerk van Sliedrecht wordt met de vervulling harer vacature geluk gewenscht. De nog vacante kerk van Hendrik-Ido-Ambacht wordt gunstige afloop van haar uitgebrachte roeping toegewenscht.
Arnkef 8. Er wordt bij de kerken rondvraag gedaan of overeenkomstig verzoek der Generale Synode inderdaad minstens 12 pCt. duurteloeslag aan 't predikantstractement is toegevoegd.
Enkele kerken doen verblijdende mededeehngen.
Andere kerken worden opgewekt aan deze zaak nog nader de aandacht te wijden.
Artikel 9. Een voorstel van de kerk van Sliedrecht om wegens duurte der levensmiddelen het iniddagmaal op de classicale vergaderingen af te schaffen, wordt met' meerderheid van stemmen verworpen.
Artikel 10. Een instructie van de kerk van 's Gravendeel inzake voorziening in den predikdienst onder de militairen wordt na korte bespreking door genoemde kerk voorloopig teruggenomen.
Artikel 11. De vacante kerk, van Hendrik-Ido-Ambacht zal in de eerstvolgende maanden in den predikdienst worden bijgestaan door D. D.
Goslinga, De Jonge en Kuyper;
Artikel 12. Onderzoek naar art. 41 D. K. O. levert geen bespreking op. De kerk van Brussel laat door den afgevaardigde van Antwerpen Tragen, dat voortaan bericht van de te houden classicale vergadering minstens vijf weken tevoren aan de kerken van Antwerpen en Brussel worde verzonden ter verkrijging van benoodigde passeo.
Artikel 13. Ds. Kuyper doet voorlezing van het bedrag der collecten voor de Theol Fac. der V. U-en voor de de Theol. School, in de afgeloopen maanden in de kerken der classe gehouden.
Op de volgende vergadering zal worden geïnd de collecte voor het Prov. Weeshuis te Middelhamis.
Artikel 14. Roepende kerk is SUedrecht. Datum van vergadering: de eerste Donderdag in Februari.
Praeses: Ds. J. P. Visscher.
Namens de Classe,
G. R. KUYPER, Assessor.
Alblasserdam, 9 Nov. 1917. : tm> ^f^i^w-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1917
De Heraut | 4 Pagina's