Opleiding en Theologie.
Amsterdam, 17 April 1896.
Onder dezen titel hebben de gezamenlijke Docenten in de Theologie te Kampen, except alleen de heer Lindeboom, een vlugschrift uitgegeven, dat meer dan de verdienste der actualiteit bezit, en zonder overdrijving, om zijn innerlijke rijpheid en waarheid, ter lezing en herlezing mag worden aanbevolen.
Het meest verblijdend in dit geschrift is het duidelijk en onomwonden getuigenis dat hier gegeven wordt aan de zuiver historische Gereformeerde ontwikkeling én op theologisch én op paedagogisch gebied.
Laat ons toch in oprechtheid en eenvoud voor God de dingen nemen zooals ze zijn.
De stroom van het Gereformeerde leven was, toen de reactie tegen 1816 begon door te werken, reeds lang verzand.
Zelfs na 1750 gelukt het u ternauwernood nog eenig teeken van zelfstandige Gereformeerde ontwikkeling op theologisch of kerkrechtelijk gebied in onze Gereformeerde kerken hier te lande te bespeuren.
De zonde der vaderen in het zwichten voor de volkskerk en voor de valsche Overheidsinmenging had ons Gereformeerde leven doen verarmen en doen verdorren.
Zelfs wat Comrie en Holtius nog even beproefden, trof geen doel door hun toegeven op kerkrechtelijk terrein, en hun gedeeltelijk nominalisme.
In de jaren, die in onze eeuw aan de actie van 1834 voorafgingen, was in ons land dan ook niets van eigen Gereformeerde theologie, dien naam waard, te merken geweest.
De kern van het Gereformeerde volk bleef vasthouden aan de »oude schrijvers", maar kon natuurlijk niet tot de i6e eeuw opklimmen, en zoo verdeelden ze zich in twee groepen, al naar gelang hun sympathieën meer naar Brakel uitgingen of naar Comrie.
Doch natuurlijk, dit gaf nog geen theologie. Theologie is geen napraten of naschrijven. Theologie is levensactie uit eigen wortel. En die was er niet.
Heel natuurlijk dus, dat de godzalige mannen, die destijds geroepen werden, om de actie van 1834 te leiden, niet naar den wensch huns harten vooruit konden, en rusteloos geslingerd werden tusschen de uiteenloopende traditiën in de verschillende volkskringen.
De bitterheid, de heftigheid die daar toentertijd uit voortkwam, was jammerlijk en erbarmelijk, maar was niet te ontgaan, daar het middel ter solutic ontbrak en men toch te vroom en te ernstig was, om met de waarheid te laten spelen.
De afmatting die op dien strijd volgde, heeft toen geleid tot zeker compromis, dat allengs tot stelsel werd, en toen een zeker aantal jaren het onjuiste, gevoel gaf, alsof men er was.
Toch kon het hierbij natuurlijk niet blijven.
Toen de historische studie op het gebied der vaderlandsche historie almeer toonde, hoeveel licht er nog uit de studiën der i6de eeuw was te winnen, en Scholten de kerken tot de bestudeering van haar aloude theologie en kerkrecht opriep, kon het niet anders, of ook in Gereformeerde kringen moest men zich de vraag gaan stellen, of de levensbloei der kerken niet beter verzekerd ware, indien men dit compromis glippen liet, en terugging op den tijd toen de Gereformeerde theologie nog waarlijk leefde en bloeide, om voorts te zien, of men van daar uit verder kon komen, ten einde op' nieuw de Gereformeerde theologie uit eigen wortel te doen opleven.
Die reuzenarbeid is nu sinds een kleine twintig jaar begonnen, en er is vrucht van gezien.
Niet alleen hier, maar zelfs m Amerika.
Zoo is er nieuwe hope voor de toekomst. De Gereformeerde theologie die men dood waande, deed weer een rijsken uitbotten, aan den, naar het scheen, doodgetrapten stam.
Had nu de School van Kampen, wat denkbaar ware geweest, zich hiertegen gesteld, zich in het compromis vastgezet, en deze nieuwe actie van zich afgestooten, dan ware de positie metterdaad pijnlijk geworden.
Dat niemand zich hierover ongerust maakte, was eenvoudig, omdat men sinds lang wist, dat dit niet zoo was, en men reeds stond in de overtuiging, dat de weeropleving der Gereformeerde theologie ook te Kampen een feit was geworden.
Alleen maar het was nog niet zoo duidelijk uitgesproken.
En juist daarom nu ligt de teekenende beteekenis van dit vlugschrift vooral daarin, dat het aan de Gereformeerde kerken, binnensen buitenslands, de heuglijke zekerheid komt schenken, dat metterdaad ook de School van Kampen in 's Heeren kracht een kweekschool zal zijn, die meetelt in de historie van deze weeropleving onzer Gereformeerde theologie.
De kerken en kerkeraden, die de heerlijkheid die hierin schuilt vatten, zullen er God voor danken.
God voor danken. Te meer omdat, gelijk zoo schitterend ook hier geschiedt, juist door deze historische studie der Gereformeerde theologie de weg wordt ontsloten, om aan de broederen, die nog aarzelen, de hand te reiken, en hun, met de stukken in de hand, te bewijzen, dat we ééns geestes en van één familie zijn.
Het verheugt ons hieraan toe te kunnen voegen, dat de opvatting van de Encyclopaedie van Dr. Kuyper, alsmede van enkele meer bijzonder door hem ter sprake gebrachte leerstukken, onbetwistbaar juist is.
Zoo laat ons ons dan opmaken, en voortbouwen, en in dien arbeid volstandig worden bevonden, en de God onzer vaderen zal het ons doen gelukken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1896
De Heraut | 4 Pagina's