Orgaandonatie
Medisch-ethische overwegingen
Weer actueel
Over dit onderwerp is al veel geschreven. Het is nu weer in het nieuws door een rapport van het onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg Nivel.
In ons land geldt de regel; mensen moeten toestemming geven voor orgaandonatie. In andere landen mogen organen getransplanteerd worden. Tenzij de donor bij zijn leven uitdrukkelijk bezwaar heeft gemaakt tegen transplantatie.
Men noemt dit: het geen-bezwaar-systeem. Hiermee is gezegd: er mag getransplanteerd worden als er geen bezwaar tegen is gemaakt. In feite heeft dan de samenleving het recht iemands organen te transplanteren. Zonder dat iemand zich erover uitspreekt worden organen getransplanteerd. Men gaat er dan vanuit dat iemand geen bezwaar tegen transplantatie heeft. Vandaar de naam: geen-bezwaar-systeem. Mijns inziens ligt op de achtergrond de gedachte dat de samenleving, of wilt u de medemens, recht heeft op iemands organen. Om het wat scherp te zeggen: ze zijn gemeengoed. Daarom kunnen medici, respectievelijk ziekenhuizen ermee doen waaraan zij behoefte hebben.
De nabestaanden
Mijn bezwaar tegen deze regeling is dat ervan uitgegaan wordt dat ieder donor is. Een burger hoeft zich er niet over uit te spreken. De samenleving beschikt over iemands organen. Het 'geen bezwaar' wordt niet uitge sproken, maar voorondersteld. Alleen wie bezwaar heeft, hoeft geen donor te zijn. Hij of zij moet dat wel melden; dus een burger kan niet-donor (willen) zijn.
Toch moet aan het bovenstaande nog iets toegevoegd worden. Als er geen verklaring is afgelegd, moeten de nabestaanden toestemming tot transplantatie geven. Nu blijkt dat zeventig procent van de nabestaanden deze toestemming weigert te geven. Dat is der reden dat het aantal donoren betrekkelijk laag is, zelfs te laag. Er worden te weinig organen ter beschikking gesteld.
Het vrijwillig karakter van doneren
Ik heb in de loop der jaren altijd gewezen op het vrijwillige karakter van de donatie. Niemand kan ertoe verplicht worden. Indien wel, dan zou men ook niet meer van donatie kunnen spreken. Daarin zit immers de gedachte van een gave die in vrijwüligheid wordt gegeven.
Orgaandonatie lijkt mij een christenplicht, mits de omstandigheden positief zijn. Men kan immers - menselijkerwijs gesproken - mensen helpen verder te leven, doordat men een orgaan dat anders te gronde zou gaan (afsterven), in het lichaam van een ander overplant zodat het daar het leven kan verlengen.
Er zullen niet veel mensen bezAvaar hebben tegen bloedtransfusie. Men kan zeggen dat bloedtransfusie een eenvoudiger vorm van donatie is dan het afstaan van een orgaan. In wezen maakt het niet zo veel verschil, al besef ik dat orgaandonatie ingrijpender is. Er zijn echtparen die samen verder kunnen leven doordat de man een nier aan zijn vrouw heeft afgestaan.
In het verleden heb ik mij gekeerd tegen verplichte donatie. Op dat standpunt sta ik nog. Toch zouden gezonde mensen moeten overwegen of zij zich niet als donor moeten melden.
Afgaande op krantenberichten vinden er in Frankrijk en België meer transplantaties plaats. Daar vallen meer slachtoffers in het verkeer of sterven meer mensen aan een beroerte.
Men moet zich bezinnen op ja of neen
Op zichzelf genomen mag men er dankbaar voor zijn dat die aantallen in Nederland lager zijn. Het betekent voor mijn besef wel, dat mensen dringender moeten nadenken over de vraag of zij zich niet als donor moeten melden. Hun beslissing moet dan ook het laatste woord zijn. De familie moet die schriftelijk geuite beslissing niet meer kunnen doorkruisen of ongedaan maken.
En voorzover de beslissing aan de familie wordt overgelaten, pleit ik ervoor dat er in familiekring over gesproken wordt nog voordat die familie een beslissing moet nemen. Ik dring er dus op aan dat er tijdig overleg in de familiekring is. Als het moment aanbreekt dat er ja of neen gezegd moet worden, heeft men zich dan al bezonnen. Men kan dan zonder druk van de omstandigheden een beslissing nemen.
Is orgaandonatie bijbels geoorloofd?
Er zijn mensen die principieel bezwaar hebben tegen orgaandonatie. Je mag niet zelf beschikken over je lichaam, is een tegenwerping. Je mag na iemands sterven zijn lichaam niet verminken, is een andere tegenwerping. Laat ik op beide mogen ingaan. Er wordt soms in het lichaam gesneden (operatief), of ledematen geamputeerd. Het gaat er maar om, waarom of waartoe we de ingreep in ons lichaam (laten) verrichten. Ik ben ervan overtuigd dat het afstaan van organen bij het leven geoorloofd is, als artsen de ingreep medisch verantwoord vinden. We helpen met het afstaan van bloed ook medemensen. Waarom dan niet met bepaalde organen?
Bij het sterven gaat het lichaam over tot ontbinding. De dood werkt verwoestend. Er valt bij de dood niets meer van het lichaam te redden.
Waarom zou men dan bepaalde organen niet ten dienste van anderen mogen gebruiken? Het is een daad van uiterste hulpverlening; als het goed is: een daad van naastenliefde.
Wel moet vaststaan dat de dood niet versneld wordt om de organen in zo goed mogelijke staat te bewaren. De dood moet ingetreden zijn alvorens er getransplanteerd wordt.
De Heere Jezus heeft Zijn leven gegeven. Zouden de Zijnen Hem niet mogen navolgen door medemensen te dienen met het afstaan van organen, in het bijzonder direct na het sterven?
Er moeten meer donoren komen, ook uit christelijke kringen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 2004
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 2004
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's