Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De jongeren in de gemeente

In 'Koers' van 7 november stond een interview te lezen met ds. C. G. Geluk, predikant-directeur van de HGJB. 'Koers' opent met dit gesprek een reeks artikelen over kerkverlating. Het verwijst naar een Ontomart/Youth for Christ-onderzoek uit 1985 waar uit kwam dat er van de jongeren in de leeftijd van 15—19 jaar maar één op de acht wekelijks naar de kerk gaat. Meer dan de helft geeft aan nóóit een kerkdienst bij te wonen. Een vraag die aan ds. Geluk gesteld wordt, is dan die naar de ernst van de situatie.

Kerkverlating

We citeren een eerste fragment uit 'Koers': ..Kunt u om te beginnen aangeven wat de ernst van de situatie volgens u is?

Ik spreek dan vanuit eigen situatie en wat die betreft, zijn er geen cijfers bekend. Er is nooit gericht onderzoek naar gedaan. Ik ontvang wel op allerlei manieren signalen uit de gemeenten. En wat mij dan opvalt is dat het bij ons eigenlijk wat versluierd is. jongeren worden in ons deel van de kerk door de structuQr van het kerkelijk leven en door dc tradities die er zijn, vaak langer binnen de muren van de kerk vastgehouden. Ze verdwijnen pas als ze de twintig gepasseerd zijn en het huis uit zijn gegaan. En dan valt het minder op, omdat er dan minder structuren zijn waar ze terecht kunnen. Daarvóór konden ze nog op het terrein van het jeugdwerk gesignaleerd worden, maar voor jong-volvvassenen zijn er nauwelijks structuren waar ze aanwezig kunnen zijn en daardoor worden ze ook niet meer gesignaleerd als ze er niét zijn.

Wat ziet u als de meest wezenlijke factor in het huidige probleem van de kerkverlating onder jongeren?

Ik denk dat in het algemeen gesteld kan worden dat in onze samenleving het aanvaarden van de metafysische werkelijkheid, het Godsbesef aan het verdwijnen is — dan hangt dus samen met het hele ontkersteningsproces. Voor ons is dat metafysische de openbaring van God in het Woord en dat werd vroeger ook breed in onze samenleving geaccepteerd als objektieve.gezamenlijke bercepsgrond. Waar dat objektieve nu wegvalt, ben je voor de normgeving aangewezen op de menselijke subjektiviteit. want er is geen gezamenlijke beroepsgrond meer.

Ik denk hierbij aan de natuurvolken die hun religie als samenbindende faktor hebben. Je kan vSn die religie zeggen dat ze uit hun eigen geest komt en dus subjektief is, maar het is dan wel een collectieve subjektiviteit die de aanhangers aanvaarden als bron van normgeving. Die religie is ook verplichtend. Individualisme is in zo'n samenleving dus niet mogelijk, want dan onttrek je je aan je sociale verantwoordelijkheden. Het metafysische speelt zo een rol in het bijeenhouden van de samenleving.

Je ziet bij ons dan ook dat het verdwijnen van de godsdienst met zich meebrengt dat het sociale leven ontregeld wordt; we hebben het dan over het individualiseringsproces. Je kunt secularisatie typeren als individualisering; mensen worden op zichzelf gezien en alle kaarten worden op de vrijheid van het individu gezet.

De invloed van dit hele secularisatieproces zie je ook in de kerk en ik noem dan het woord „wereldliefde" of „wereldgelijkvormigheid". Ik denk dat één van de problemen is dat wij zoveel „wereld" in huis hebben. Dat dat betreft heeft Piet van der Ploeg die een onderzoek deed onder jonge kerkverlaters, gelijk als hij signaleert dat er vaak zo weinig verschil is tussen „binnen" en „buiten" en dat jongeren, wanneer ze formeel hun kerklidmaatschap opzeggen, de overgang al veel eerder hebben gemaakt.

Als uiting van de individualisering zie je bijvoorbeeld in de kerk dat het soms heel moeilijk is om mensen te motiveren om mee te doen. Ik denk aan het feit dat het in het jeugdwerk Ijeel moei-

lijk kan zijn om mensen te vinden die de clubs en verenigingen willen leiden, naast de velen die zich overigens voluit voor het jeugdwerk inzetten.

De tendens van onze tijd is dat iedereen voor zichzelf leeft. Individualisering betekent ook dat men zich niet meer verantwoordelijk weet voor de ander. Vroeger leerde men te denken vanuit de gemeenschap naar zichzelf. Men zag zichzelf in relatie tot anderen als lid van een lichaam. Maar door de individualisering gaat men nu vanuit de eigen plaats naar de ander toe denken en die eigen plaats wordt zó benadrukt dat ze als zelfstandige positie wordt gezien, los van de anderen. Er word alleen vanuit zichzelf gedacht. En dat heeft ook z'n weerslag in de gemeente.

Ik denk dat we vaak tekort schieten in onze visie op de gemeente ert op het organiseren van de gemeente als gemeenschap. Er kunnen dan zóveel Nieuwtestamentische gegevens genoemd worden. Een tekst die mij in dit verband altijd erg aanspreekt is Hebreeën 10 vers 24 en 25. Daar wordt gezegd dat we acht op elkaar hebben te geven tot opscherping der liefde en der goede werken. En dan volgt daarna: en laat ons de onderlinge bijeenkomsten niet nalaten. We hebben elkaar nodig En zo zijn er heel veel teksten te noemen waaruit blijkt dat dat 'oog voor elkaar' waar professor Versteeg een heel mooi boek over geschreven heeft, zo belangrijk is. Dat zal voor ons toch een stuk bezinning moeten geven", aldus ds. Geluk.

Schuldgevoelens van ouders

In dit gesprek komt dan ook ter sprake de gezinnen waarin kerkverlating ouders veel zorg en verdriet geeft. We lezen in 'Koers' daarover:

Dit is ook een onderwerp waarover u meerde malen in uw artikelen schrijft: het belang van ee goed gezinsleven. Ik kan me voorstellen dat oud die dit lezen en misschien kerkverlaters in hu gezin hebben, grote schuldgevoelens krijgen. Wa is hierin nu gezonde zelfkritiek?

Ik wil er even op wijzen dat ik na deze artikelen om deze reden drie artikelen heb geschreven over het onderwerp „ouderschuld en ouderpijn". Ik denk in de eerste plaats: als er sprake is van schuld, dan is er ook vergeving. Je mag in je relatie tot God weten dat jouw schuld in de opvoeding van de kinderen vergeven is. Maar als je kinderen met de Heere God niet meer te maken willen hebben, neemt dat de pijn niet weg. De pijn blijft en daar moet je dan in zeker opzicht ook mee leren leven. Ik denk dat we wat dat betreft in de christelijke gemeente ook veel voor elkaar kunnen betekenen.

Ik denk in de tweede plaats dat als wij duidelijk aanwijsbare fouten hebben gemaakt ten opzichte van onze kinderen, dat dat niet alleen een punt van schuldbelijdenis tegenover de Heere is, maar ook ten opzichte van die kinderen. En dat is niet altijd makkelijk, want dan moet je voor je kinderen door de knieën. Ik weet niet of de kinderen dat zullen accepteren. Ze zullen er misschien geen raad mee weten. Het kan ook een weg tot herstel zijn. Misschien gebruikt God het wel.

re en Als er nog jonge kinderen thuis zijn, valt er ers natuurlijk wel een en ander uit te leren. Als je n inderdaad erkent: ik heb fouten gemaakt, ik had at het anders moeten doen, probeer dat dan ook concreet in te vullen naar de jonge kinderen die je thuis nog hebt. Probeer je dan met die kinderen wél te praten over het geloof als dat met de anderen niet gebeurd is? Betekent dat iets voor het gezinsleven? Het eaat niet alleen om het gesproken Woord. Daaromheen gaat het om de hele sfeer in het gezin. Is er iets van spiritualiteit het gezinsleven, die niet vaag is maar te maken heeft met de gehoorzaamheid aan het Woord? Is er gezelligheid thuis? Zijn de kinderen gewoon graag thuis? in

Wat ik in de artikelen ook aan de orde heb gesteld is: zetten de ouderen zich zelf ook positief in? Als ik me niet inzet voor het kerkelijk leven, voor de opbouw van de gemeente, dan stimuleer ik mijn kinderen niet om ook bij diezelfde kerk

betrokken te zijn.

Ook de motivatie van de ouders is belangrijk. Je moet je kinderen leren om gemotiveerd te leven. Dan moet je dingen bespreken. Dan gaat het niet om: dit mag niet en dat mag wel — zo gaat het dan vaak —, maar om: waaróm dit wel cn dat niet. En als we dan dingen afwijzen — dat moet vaak in de opvoeding, denk ik — moeten we ook alternatieven zoeken. Het nee moet voortkomen uit een ja. Zodat kinderen weten dat het niets anders is dan gewoon: „je mag dit niet", maar dat het voortkomt uit een liefdevol hart dat het goede met ze voorheeft en ook zoekt naar alternatieven. We moeten het evangelie ook niet tot iets onaantrekkelijks maken doordat de kinderen niets mogen. Tot zover dit fragment uit het gesprek.

Inkeer in de gemeente

Ds. Geluk geeft dan aan wat er volgens hem in de gemeenten nodig. We citeren nog het slot uit dit 'Koers'-gesprek:

Daarmee kom ik op uw pleidooi om oog te hebben voor het werk van de Heilige Geest, komen we hiermee niet op het punt dat je zegt: de bezem erdoor, er is een opwekking nodig? Nie voor niets vallen vaak de woorden ..verstarring", „dorheid", en geesteloosheid".

Kijk, de Geest is souverein in Zijn werk, maar wij kunnen de Geest ook tegenstaan. We kunnen de Geest bedroeven en we kunnen ons ook als instrument door de Geest laten gebruiken. Ik denk dat er vernieuwing van de gemeente, een doorbraak van de Geest nodig is. Daar verlang ik ook naar en daar bid ik om.

Wat je in het kerkelijk leven ziet gebeuren is polarisatie, zeker ook naar de jongeren toe. Daar maak ik me zorgen over. Er is een bepaalde kritische geest die ik zie als een uiting van secularisatie. Mensen worden in de gemeente losgelaten! En dat wordt niet als een seculariserende tendens erkénd omdat de vormen anders doen voorkomen. Paulus spreekt in 2 Timotheüs 3 over „hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben". Dat zegt hij met het oog op de zware tijden die zullen aanbreken: mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf. En dat kan vandaag in de kerk ook. Ik denk dat op die manier dingen onwrikbaar vast komen te liggen. Dat we de Geest op die manier ontzettend in Zijn werk belemmeren, doordat de ander niet tegemoet wordt getreden vanuit het gebod „Heb elkander lief zoals Ik u heb liefgehad". Daarom acht ik het nodig dat de Geest vernieuwend werkt en wegbreekt, wegblaast wat dor is en wat Zijn werk t in de weg staat en wat het heil van veel ouderen en jongeren in de weg staat. Ik denk dat in dit verband gehoorzaamheid een belangrijk woord is. In Handelingen 5 staat dat de Heere de Heilige Geest gegeven heeft aan degenen die Hem gehoorzaam zijn.

Als we dat proberen in te vullen vanuit de gedachte van het gemeente zijn, denk ik dat het nodig is dat wij als gemeente tot inkeer komen en ons gemeente-leven spiegelen aan de Schrift. Proberen wij te leven vanuit het liefdegebod? Is het niet zo dat juist door de relaties binnen de gemeente, de liefde van Christus doorstroomt? Zijn dat niet de kanalen waardoor het gemeenteleven zich goed kan ontwikkelen in een geest van ootmoed, van dienst aan Christus, van dienst aan elkaar van vergevingsgezindheid en verzoening? Ontvangen we zo ook niet het stuk weerbaarheid tegen de secularisatie?

Slot

We zullen er goed aan doen in kerkeraden en gezinnen deze woorden te overdenken. We leven in een kritickvolle tijd voor ouderen en jongeren. De afval neemt onrustbarende vormen aan. Er verdwijnen zoveel mensen uit de kerk. Laten we ons inzetten voor wat ons nog gelaten is. Niet star en verwrongen, maar vanuit een bijbelse bewogenheid en een pastorale zorg voor allen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd en daarbij horen niet in het minst de jongeren van de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's