Dominee Boone
(3)
Boone privé
Wie hem vereerden vergaten het wel eens. maar... Boone was een mens. Een mens van vlees en bloed, van gelijke beweging als ieder mens. Een zondig mens. Niemand die dat beter wist dan Boone zelf. Als hij „Het gebed des Heeren" in de psalmberijming van 1773 heeft gekend, dan zal hij instemmend hebben meegezongen:
„Gij weet het, onze kracht is klein. De driften veel en 't hart onrein."
Deze in wezen vriendelijke man, die voor ieder, ook voor kinderen een woord had, had een driftige natuur. Als die natuur hem parten speelde was hij ongenietbaar. Kort van stof, dreef hij menigmaal ook in kerkelijke zaken, zijn zin door. Tegenstand duldde hij moeilijk. Dit soms ondoordachte optreden bracht wel eens verwijdering. Aan de andere kant: als hij overtuigd werd fouten te hebben gemaakt, dan bekende hij dit eerlijk ook in het openbaar en zelfs van de kansel. Ook aan vrijmoedigheid ontbrak het hem niet. Hij ontzag niemand geleerd of ongeleerd. Verrassend ad rem ook kon hij op een bepaalde situatie inspelen. Veel verhalen zijn daarover in omloop. Zo bood Boone eens een glas bier aan, aan twee mannen, die door vreselijk te vloeken hem treiterden. Hij deed dit met de woorden: „Ik wil niet dat je daar voor niets staat te vloeken." Het vloeken hield op.
Als spottende jongens hem toe roepen te hebben gehoord dat „de duivel dood" is, zegt Boone: „ja, jongens als dat waar is, dan mogen jullie allemaal je rouwkleed wel aantrekken. want hij is van jullie allen je vader". Als de Commissaris van de Koningin in Zeeland St. Philipsland bezoekt en ook de Oud-Gereformeerde Kerk wil zien, valt hem op dat de kerk al oud is. Hij bedankt voor de bezichtiging en voegt ds. Boone toe: „U hebt een grote gemeente, zij mocht u wel eens een nieuwe kerk cadeau doen. Aan deze is niet veel sieraad." Ds. Boone antwoordde hierop: „Dan ziet u het niet. Het sieraad aan deze kerk zijn verbroken harten en verslagen zielen." Of de betekenis van deze woorden tot de Commissaris zijn doorgedrongen is niet bekend.
Boone was algemeen geacht. Helaas... bij sommigen van zijn gemeenteleden sloeg die achting door tot afgodische verering. Er waren mensen in Philipsland die, wanneer een kind ziek was, niet direkt een dokter raadpleegden, maar eerst het advies van Boone inwonnen of men al dan niet naar de dokter moest gaan. Als er ernstige zieken in de gemeente waren en dominee bad voor hen, dan was de „vlotheid" in dat bidden bepalend voor de verwachting die men voor die zieken mocht hebben.
Ds. Boone was emotioneel. Hij leefde veel bij ingevingen. In elke zaak die hem zorg gaf, in elke situatie die hem benauwde, kreeg hij wel een tekst. Een woord uit het Woord bemoedigde hem dan of gaf hem klaarheid. Het leed is de familie Boone niet bespaard gebleven. Naast zware ziekte van zijn vrouw, die het ergst deed vrezen, maar die weer herstellen mocht, was daar het verlies van vijf kinderen. Twee stierven nog heel jong, de anderen waren 24, 25 en 42 jaar oud. Drie ervan waren gehuwd. De dochter van 24 was Laurina, van wie vader Boone ziels-
veel hield. Ze stierf in 1918. Op het graf was een grote menigte samengestroomd. Dominee zou wel een ernstige toespraak houden, meende men. Maar door droefheid overmand kon hij alleen uitbrengen: „Dag Laurina, tot de dag van de grote opstanding".
Financieel was de zorg van de eerste huwelijksjaren verdwenen. De oudgereformeerden waren een offerbereid volk. De collecten in de verschillende gemeenten gehouden zullen dat wel hebben bewezen. En voorts wist de leraarlievende gemeente met wat gemest en geslacht werd en met wat het land aan vruchten voortbracht, de weg naar de pastorie wel te vinden.
Heeft dominee Boone in Philipsland nog beroepen gekregen? Ja, hij is acht keer beroepen. 1 keer naar Krabbendijke, 3 maal naar Amerika, 2 naar Kampen, 1 naar Middelburg en 1 naar Ederveen. Hij moest voor alle bedanken.
Kerkelijke perikelen
De kerkelijke moeilijkheden waarin ds. Boone verzeild raakte ontstonden in het jaar 1907. Ze hielden verband met de totstandgekomen vereniging van I.edeboerianen en Kruisgezinden, die met enige „vrije" gemeenten de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika gingen vormen. Als de groot organisator had de jonge ds. G. H. Kersten daarin een groot aandeel gehad.
In eerste instantie stemde ds. Boone met die vereniging in. Als op een vergadering van de Ledeboerianen gehouden op 4 en 5 juni 1907 onder zijn voorzitterschap waar namens de kruisgemeenten ook aanwezig waren ds. A. Janse, ds. G. H. Kersten en enige ouderlingen, besloten wordt tot de voorgenomen vereniging, stemt Boone daarmee in. Als op 25 juli 1907 in Rotterdam weer wordt vergaderd door deputaten kan ds. Boone niet aanwezig zijn door ziekte van zijn vrouw. Maar onder de Bepalingen daar vastgesteld beseffende de openbaring van de insituaire eenheid der kerke Christi, door de „Gereformeerde Gemeenten onder het kruis" en de „Gereformeerde Gemeenten ontstaan uit de actie van wijlen ds. Ledeboer", staat ook de naam van ds. Boone. Tot plaatsing van zijn naam had Hij ds. Kersten schriftelijk toestemming verleend. En tegenover ds. Van Oordt had Boone verklaard: „Het is gegaan om te verenigen en daar ben ik van harte voor".
Maar als op 9 en 10 oktober in Rotterdam opnieuw wordt vergaderd door Ledeboerianen en Kruisgezinden, dan is ds. Boone er niet bij. Wel is bij de vergadering een brief van hem binnengekomen gedateerd 8 oktober 1907. In die brief deelt ds. Boone mede, niet met de vereniging te kunnen meegaan, omdat hij wenst „bij het oude van de godzalige ds. Ledeboer, en de godzalige ds. vanDijke en de godzalige ds. Bakker te blijven; bij al haar gewoonten". Met ontsteltenis en verontwaardiging reageert de synode op de brief.
Ds. vanOordt vindt het gedrag van Boone raadselachtig en ds. Kersten schrijft als scriba in de notulen: „Een dubbelhartig mens is ongestadig in al zijn wegen".
Ds. Boone wordt geschorst en een deputatie zal hem bezoeken. Dit bezoek vond plaats op 17 oktober 1907. Het haalde niets uit. Ds. Boone bleef bij zijn beslissing. Hij werd in zijn stellingname versterkt door de woorden uit Openbaring 22 : 9: Zie dat gij het niet doet" en Spreuken 24 : 21:
„Mijn zoon vrees den Heere en den Koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering staan". Ds. Kersten noemde later dit krijgen van deze waarheden een „onnozel argument". Ook noemde hij ds. Boone een „scheurmaker". Ds. Boone heeft zich echter nooit als scheurmaker gezien. Naar zijn mening onttrok hij zich niet. Hij deed gewoon niet meer mee. Het loslaten van de traditie van ds. Ledeboer en zijn opvolgers was voor Boone dè reden, dat hij moest afhaken.
„Boone: „mijn hoofdbezwaar was, dat wij niet geheel terugkeerden tot het zingen der oude psalmen (die van Datheen dus) „en het dragen van het ambtsgewaad gelijk ds. Ledeboer, ds. vanDijke en ds. Bakker gedaan hadden en één waren op dezelfde grondslag."
Bezwaarden tegen de vereniging, op 3 december 1907 te Waddinxveen bijeen, besloten een verband van Oud-Gereformeerde Gemeenten te vormen. Niet ten onrechte schreef M. Dankers in „de Schakel" van 9 september 1977: „als ds. Kersten in 1907 de Gereformeerde Gemeenten stichtte, dan heeft ds. Boone deszelven jaars de Oud Gereformeerde Gemeenten gesticht". Zo ontstond een „groep-Kersten" en een „groep-Boone.
In 1948 ging 't kerkverband van ds. Boone een fusie aan met de Federatie van Oud Gereformeerden waarmee zij het verband vormden van „Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland". De Gemeenten van ds. Boone gaven hiermede in feite hun „Ledeboeriaans" standpunt prijs, evenals hun eisen inzake het zingen van de Psalmberijming van Datheen en het aloude gewaad voor predikanten, welke in 1907 nog een onoverkomelijk bezwaar waren voor vereniging met de Gereformeerden Gemeenten onder 't Kruis.
Ds. Boone heeft dit niet meer behoeven mee te maken. Hij was toen al overleden.
Boone's levenseinde
Nadat in juli 1934 een ernstige blaasontsteking hem trof, ging de gezondheid van ds. Boone wel langzaam maar toch zeker achteruit. Op 16 augustus van dat jaar vroeg hij zijn emeritaat aan. Het was zijn diep verlangen om voor hij heenging, nog een opvolger als leraar te bevestigen. Dat verlangen werd vervuld toen hij op 12 september 1934 W. H. Blaak mocht bevestigen als leraar van Sint Philipsland. Het moet voor het in grote getale opgekomen kerkvolk een indrukwekkend gezicht zijn geweest beide leraars in hun oude ambtsgewaad de kerk te zien binnenkomen. Het was de laatste maal dat ds. Boone op de kansel zou staan. Hij ontving de kracht om ook 's avonds bij de intrede van ds. Blaak aanwezig te zijn. Daarna brak een tijd aan van veel op bed vertoeven en de nodige pijn ondergaan. Geestelijk wisselden licht en duisternis zich af. „Meestentijds verlangde hij om ontbonden en met Christus te zijn, dat was hem zeer verre het beste. Het einde kwam op donderdag 25 april 1935, ruim vier jaar nadat op 25 januari 1931 zijn vrouw hem was ontvallen. De kerkeraad schreef er over: „Zacht en kalm heeft onze geliefde leraar het tijdelijke met het eeuwige verwisseld, om opgenomen te worden in de eeuwige heerlijkheid.
Als op 30 april 1935 ds. Boone wordt begraven is er in het anders zo stille dorpje geruis van auto's en autobussen, die vanuit alle oorden van het land vele vrienden aanvoeren. In de kerk spreekt ds. Blaak over 2 Timotheüs 4 vers 7.
Naar schatting hebben zich enkele duizenden mensen verzameld op het kerkhof en op de nabij gelegen dijk. Op het graf spreken behalve ds. Blaak, ouderling Verlinde, Pleun Klein, de heer Van de Gruijter. burgemeester Kleppe. De heer M. Boone van Bruinisse, oudste zoon van ds. Boone, dankt namens de familie voor de overweldigende belangstelling.
Het grafschrift van wijlen ds. Boone luidt: „Ach mijn Vrienden, treurt toch niet. Als Gij hier mijn grafsteen ziet. Nu ik hier rust beneden. Mijn levensloop die is ten end. Ik heb het oog op Hem gewend En heb den strijd gestreden. Mijn ziele is reeds voor den Troon En heeft den Kroon."
B. H. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's