Een grondige studie over de catechese
Op 19 juni j.1. behaalde ds. W. Verboom te Hierden aan de Rijks Universiteit te Utrecht de doctorstitel in de godgeleerdheid. Een korte impressie van zijn promotie gaven we reeds in het nummer van 27 juni. Intussen wachtte zijn lijvige en grondige proefschrift nog steeds op een bespreking.
De inhoud
De auteur heeft de zeer omvangrijke stof op een overzichtelijke wijze ingedeeld. In het eerste hoofdstuk laat hij ons over de grenzen kijken naar de catechese in de begintijd van de Reformatie, zoals die plaats vond in Wittenberg, Zürich, Straatsburg, Génève, Heidelberg en in de Hollandse vluchtelingengemeente in Londen. In al deze plaatsen vormen gezin, school en Kerk de catechetische driehoek. Het doel van de catechese is kennis, geloofskennis over te dragen, gegroepeerd rondom de thema's : gcloof, gebod en gebed. Als zodanig is de catechese heilsmiddel en staat ze in het krachtenveld van de Heilige Geest.
Hoofdstuk 2 is gewijd aan de catechese van de Gereformeerde Kerk in Nederland. Daarin komen aan de orde: de taak van de ouders, de schoolcatechese, de catechismuspreek, de kinder-en de belijdeniscatechisatie, de openbare en de particuliere catechisatie. Verboom komt op grond van de bronnen tot de conclusie dat de Gereformeerde Kerk van het begin af het belang van de catechese heeft ingezien en dat ze zich voor de vormgeving voornamelijk heeft laten leiden door het voorbeeld van de catechetische centra van de zestiende eeuw, hoewel ze ook eigen wegen is gegaan.
Na deze historische beschrijving gaat hoofdstuk 3 meer in op de inhoudelijke, de theologische kant van de catechese ten tijde van de Reformatie. Het gaat dan onder andere over de doelstelling en de motivatie, leren en kennen, vraag en antwoord, de catecheet en de catechisant. In grote lijnen kan worden gezegd dat de Reformatie het kind zag als gedoopt lid van de gemeente, en dat de catechese was gefundeerd in de doop en in het verbond. Door middel van de vraag-en antwoordmethode moest de leerling zich de geloofskennis eigen maken.
In hoofdstuk 4 wordt de catechese van de Nadere Reformatie besproken. Welk doel werd aan die catechese gesteld en werd dat doel ook bereikt? Op deze vragen worden antwoorden gezocht aan de hand van de vele bronnen, en ook hier komen weer aan de orde: de vraag-en antwoordmethode, de catecheet, de catechisant en de leerstof.
Hoofdstuk 5 tenslotte bevat de 'evaluatie', waarin de catechcse van de Reformatie en van de Nadere Reformatie met elkaar worden vergeleken.
Een vergelijking
Het zal duidelijk zijn dat het in deze dissertatie om het laatste gaat: een vergelijking tussen de catechese van de Reformatie en van de Nadere Reformatie. Van het begin af werden de kinderen gezien als gedoopte leden van de gemeente, opgenomen in het genadeverbond en als zodanig werden ze ook aangesproken en behandeld. Aan de hand van veel bronnenmateriaal wordt aangetoond dat men het onderwijs zag als een middel in de hand van de Heilige Geest om het kind te brengen tot bewust geloven.
Men kan niet zonder meer spreken over „de" catechese van de Nadere Reformatie, aangezien in deze beweging verschillende fasen te constateren zijn. In de eerste fase is men nog dicht bij de bron: Teellinck en Voetius bijvoorbeeld dachten nog in de lijn van Calvijn. Toch ontstaat er dan reeds een enigszins vloeiende overgang naar een tweede fase waarin de visie op het Verbond, en ook op het kind. anders wordt. Het accent komt te liggen op verstandelijke kennis — in tegenstelling tot geloofskennis! Daardoor ontstaat een verschralingsproces. Doordat de verkiezing dominant wordt komt het Verbond in de verdrukking. De doop wordt tot een uiterlijk teken, door belijdenis te doen wordt men lid van de kerk en het Avondmaal komt buiten het gezichtsveld te liggen.
De catechese wordt in het ongunstigste geval het bijbrengen van een aantal waarheden die met het verstand gekend moeten worden en waarvoor de Heilige Schrift de , .loci probantia" (de bewijsplaatsen) geeft. En vele malen wordt de wens geuit dat de verstandelijke kennis nogeens een kennis zou mogen worden die geheiligd is aan het hart.
Het gevolg van deze ontwikkeling is geweest dat de catechisant van deelnemer toeschouwer werd. De vraag „wat is uw enige troost in leven en sterven? " verschraalde tot de vraag „wat is de enige troost van een christen? " Men kon afstandelijk naar de heilsweg kijken, zonder die heilsweg zelf te bewandelen.
Natuurlijk is dat alles niet de bedoeling geweest van de mannen van de Nadere Reformatie, zoals Dr. Verboom ook met stelligheid zegt, maar ook zij waren kinderen van hun tijd en stonden onder invloed van de theologische verschuivingen van die tijd.
Verplichte lektuur
We mogen diep respect hebben voor het grondige werk van de jonge doctor. Het is bekend dat hij van het begin van zijn ambtelijke loopbaan af geboeid is door de catechese: zelf heeft hij ook. samen met ds. H. Veldhuizen, diverse catechisatie-boekjes het licht doen zien. die in vele van onze gemeenten worden gebruikt. Daarnaast is hij jarenlang bezig geweest met de studie van de catechese, een studie die nu z'n voltooiing heeft gevonden in dit gedegen proefschrift. Daarmee heeft hij een grote dienst bewezen aan vele collega's en aan allen die betrokken zijn bij het belangrijke werk van het geloofsonderricht aan de jongeren van de gemeente.
Deze dissertatie, die door Buyten en Schipperheyn zeer verzorgd is uitgegeven, en die zich ook door niet-theologen vrij vlot laat lezen, zou eigenlijk verplichte lektuur moeten zijn voor alle predikanten. De catechese is voor velen een wekelijkse opgave die ze soms zuchtend volbrengen. Hopelijk kan de studie van Verboom een stimulans zijn om het werk weer met vreugde ter hand te nemen.
Een wens
We realiseren ons dat we in deze dissertatie allereerst te doen hebben met een historische studie. We zouden de auteur dan ook overvragen wanneer we opmerken dat we hem graag ook wat lijnen zouden hebben zien trekken naar het heden. Maar Verboom is er de man niet naar om van nu af op z'n lauweren te gaan rusten. Misschien mogen we in de toekomst nog een praktische uitwerking tegemoet zien. Het zou verrijkend zijn voor de hele Gereformeerde Gezindte, waarvan de wortels zo diep in de Reformatie en in de Nadere Reformatie zitten.
W 7 . v. G.
N.a.v. Dr. W. Verboom: De catechese van De Reformatie en de Nadere Reformatie. Uitg. Buyten en Schipperheyn. Amsterdam, 1986. blz. Prijs ƒ 59, 50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's