„Zo waakt dan...” *)
Matth. 25 : 13a.
Het is mij een waar genoegen u allen, mede namens de andere leden van ons Hoofdbestuur, op deze Toogdag van onze Hervormd Gereformeerde Mannenbond hier in Utrecht welkom te heten.
Wat zit er toch een vaart in de tijd, dat we alweer hier bij elkaar mogen zijn. Helaas zijn er ook in dit jaar meerdere leden ons ontvallen. Ook ons Hoofdbestuur heeft een gevoelig verlies geleden in onze broeder, de heer Van Roon. die na een korte ziekte vrij onverwachts uit onze kring werd weggenomen. Wij gedenken die allen, die met zoveel trouw en toewijding zich hebben ingezet voor onze verenigingen, veelal vele jaren lang! Wij zullen hen missen. Voor hen hopen wij, dat zij mede door de bestudering van Gods Woord ook op de vereniging de rust gevonden hebben door het dierbaar bloed van Christus.
Wij gedenken de bedroefde families, die dit zware verlies moesten lijden. Moge de Heere de smart heiligen aan aller hart. En laat ons hen gedenken in onze gebeden.
We zeiden dat het ons een vreugde is u allen te mogen verwelkomen. Wat doet het goed dat weer zóvelen uit alle delen van ons land naar deze centrale plaats gekomen zijn
*) Openingswoord van ds. G. H. van Kooten, uitgesproken op de j.1. zaterdag 25 oktober gehouden Toogdag van de Bond van Ned. Herv. Mannenverenigingen op G.G. te Utrecht. om deze dag met ons te beleven. Het doet zo goed, dat met verlangen en verwachting naar deze samenkomst werd uitgezien! Fijn, dat u er bent!
We willen u allen èn onszelf een rijke en onvergetelijke dag toewensen. De Heere zij met Zijn Geest en Woord in ons midden en schenke ons bij warme verbondenheid een leerzame dag, bezielend en bemoedigend temidden van de vele zorgen van deze verwarrende en benauwende tijd!
In het bijzonder mogen we ons verheugen dat zovele afgevaardigden aan onze uitnodiging gehoor wilden geven. Wij noemen: We zijn dankbaar dat de beide referenten van deze dag hun gaven, tijd en krachten wilden inzetten om ons in te leiden in de beide belangrijke onderwerpen.
We zijn dankbaar dat dr. C. A. Tukker wil handelen over de „Verhouding Rechtvaardigmaking - Heiligmaking" en ds. A. Beens de praktische uitwerking daarvan wil behandelen in de beantwoording van de vraag: „Hoe gaan wij om met ons rentmeesterschap? "
Toch nog groei
Wij mogen bovenal de HEERE dankbaar zijn dat onze mannenverenigingen — zelfs met kleine groei — nog mogen bestaan in het midden van onze Hervormde Kerk. Op talloos vele plaatsen wordt er nog wekelijks of minstens één of meerdere malen per maand vergaderd rondom het open Woord Gods. We mogen dankbaar zijn dat nog zóvelen samenkomen. Niet alléén ouderen maar ook jongeren. Wij hebben elkaar zo nodig voor het verstaan van de vragen van deze tijd bij het licht van Gods Woord.
Wij mogen ervaren dat Gods Woord niet gebonden is, niet gebonden is aan een bepaalde tijd, niet gebonden is aan een bepaalde kerk en ook niet gebonden is aan een bepaald persoon, maar dat Gods Woord wèl heel persoonlijk wil erkend en aanvaard worden in het geloof!
Wat mogen we dankbaar zijn dat we nog in vrijheid mogen samenkomen en het Woord Gods mogen onderzoeken. Het moet ons ernstig stemmen en vervullen met medeleven en aanhoudend gebed als we bedenken dat zovelen vanwege hun geloof en hun verbondenheid aan dat Woord vervolgd worden en zuchten in gevangenissen en concentratiekampen. Wat hebben we de Heere toch te bidden: Och, HEERE wend toch hun gevangenis en breng Uw volk weder. HEERE, breek toch de macht van de anti-christ...
Laat ons toch hogelijk waarderen dat wij nog vrij zijn en God naar Zijn Woord mogen dienen. Als we dat dan ook maar doen! Laat ons toch niet alleen die vrijheid waarderen maar ook gebruiken om de vrijheid te zoeken die gevonden wordt in de dienst van Jezus Christus. Dat gaat uit boven alle andere vrijheid, al zouden we dan in concentratiekampen moeten zuchten. Want wie is er w& drlijk vrij? De vrije, die een dienstknecht is van de zonde of de gebondene, die zucht in concentratiekamp maar die de vrijspraak kent door het bloed van Christus?
We lazen mèt u de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden. Die zo bekende gelijkenis handelt heel bijzonder over de eindtijd. Er staat zo: „Alsdan zal het'Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden". Die gelijkenis gold en geldt voor alle tijden maar wel heel bijzonder voor de eindtijd.
„Alsdan"! Nu, zonder profetisch te willen of te kunnen zijn menen we dat deze gelijkenis juist ook van toepassing is op ónze tijd! Zitten wij niet midden in de eindtijd en is de beslissende fase niet gekomen waarin zich alle machten en krachten bundelen in de strijd tégen Gods Kerk op aarde? De duivel heeft grote haast, wetende dat hij kleine tijd heeft! Hij openbaart zich in allerlei gedaanten maar is konsekwent bezig om alles — zo mogelijk vriend en vijand — te mobiliseren tegen de Gezalfde en Zijn volk! De Kerk Gods is in de eindtijd èn de eindstrijd en nu is het voor ons de vraag: Aan welke zijde strijden wij? Onderkennen wij vriend en vijand? Zijn we vriend of vijand?
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
Het is wel waar dat wij nog leven onder een bestel dat vrijheid van meningsuiting en van godsdienst kent. De kerk is nog vrij in haar verkondiging en in haar handelen naar volk en overheid toe. Dat stukje zekerheid ontbreekt al in vele landen van de wereld. Maar de vraag is gewettigd: hoe lang zal dit nog zo zijn? We beleven een tijd waarin de leuze van de Franse revolutie op allerlei wijze weer naar voren komt: vrijheid, gelijkheid en broederschap" wordt allerwege gepropageerd!
Men spreekt van vrijheid maar zal het voor de Kerk niet juist de grootste gebondenheid worden?
Gelijkheid — zal het voor de Kerk niet de grootste ongelijkheid worden waarin de Kerk de mond gesnoerd gaat worden zodat ze niet meer in het openbaar maar alleen in de binnenkamer mag spreken en dan nog met de grootste omzichtigheid om niet met de nieuwe landwetten in botsing te komen?
En: broederschap — maar de Kerk kan en mag zich niet verbroederen met de geest van deze eeuw; kan niet broederlijk samengaan met humanisme en andere godsdiensten, die het enige offer van Jezus Christus loochenen en krachtig verwerpen èn bestrijden.
Naar verluidt staat in vèrgevordere vorm een wet op stapel die beoogt de gelijkheid van alle mensen. Dat klinkt erg nobel en mooi! We willen niets liever dan dat alle mensen gelijk behandeld worden. Er is toch geen onderscheid, samen zijn wij mensen, tezamen zijn we op deze wereld! Het past toch niet, dat de één zich verheft boven de ander, dat de een geëerd wordt en de ander veracht. Het kan ons toch zo benauwen, dat zovele mensen niet meetellen, dat met zovele mensen niet gerekend wordt, dat zovelen worden verguisd en veracht. In Christus is noch man noch vrouw, blank noch zwart... Ze zijn allen voor Hèm gelijk. Hij buigt Zich naar hen allen toe. Niemand wordt door Hem uitgesloten.
Ongelijk voor Gods Kerk en kinderen
Nu... zo is het toch heel erg te waarderen dat de gelijkheid van alle mensen bij de wet
wordt vastgelegd? Maar dat ligt toch al vast? Daarom: waakt. Immers zal deze zogegenaamde gelijkheid geen grove ongelijkheid en onrecht teweeg brengen? De praktische uitwerking hiervan zal immers zijn dat de Kerk niet meer mag spreken naar Gods Woord omdat Gods Woord niet meer boven alle gelijkheid staat! en als richtsnoer mag gelden. De Kerk mag b.v. de homosexualiteit niet meer veroordelen. Zij mag niet meer spreken van zonde en schuld. Alle mensen zijn even gelijk, niet alleen in hun mens-zijn maar juist ook in al hun doen en laten! U mag ze straks niet meer uitsluiten van school of kerk, u mag ze niet meer uitsluiten van de ambtelijke bediening. We kennen het gevleugelde woord: discriminatie al. Als iemand niet wenst te trouwen dan mag u er niets meer van zeggen. Alle mensen zijn gelijk èn dat zo gelijk zijn betekent de Kerk monddood maken, de Kerk van haar Woord en waarde en kracht beroven. De Kerk mag straks in die weg niet meer tegen abortus of euthanasie zijn, de Kerk mag niet meer openlijk Gods Woord laten gelden in staat of maatschappij.
Het is waarschijnlijk al veel ernstiger dan iemand van ons kan vermoeden. Gelijkheid van iedereen in al zijn doen en laten betekent straks ongelijkheid voor Gods Kerk en kinderen. Die mogen niet meer getuigen, die mogen de zonde straks geen zonde meer noemen. Zo w r ordt de Kerk geblokkeerd.
De gelijkheid, de vrijheid en de broederschap van de Franse revolutie betekende ook toen voor de Kerk de quilliotine, het hakblok zodat menig hoofd moest vallen!
Zo waakt dan! De vijand slaapt niet. De dief komt juist als de bewoners slapen!
Hoe is het toch bestaanbaar, dat als er gevloekt wordt, als de Naam des Heeren wordt gelasterd op de meest grove en discriminerende en aanstootgevende wijze dit toch wel mag en mogelijk is en hier niet tegenop getreden wordt? Helaas moet vandaag ervaren worden dat de wetgeving niet meer aan objektieve normen gebonden is, uitgaat van bijbels-ethische maatstaven maar dat de wetgeving tot wetten verheffen gaat wat maandenlang tot de ergste overtredingen behoorde. De euthanasie, bij de wet verboden, wordt tot wet verheven waardoor de mens gelegaliseerd kan voortgaan met het moorden!
Maar Gods wet blijft altijd gelden: gij zult niet doodslaan! Zo wdakt dan!
De noor der Kerk is de noor de prediking
O, wat hebben wij te waken dat Gods Woord en Wet onze norm en leefregel blijft of wordt! We leven in een bang tijdsgewricht voor ons en onze kinderen. De machten der duisternis doen alles om zo mogelijk de uitverkorenen Gods nog te verleiden!
We hebben te waken over onze kinderen, te waken over de prediking van Gods Woord. Het is een oud gezegde: „De nood der Kerk is de nood der prediking." Maar dat is nog altijd even nieuw. Helaas! Maar... het moet ons benauwen, dat van zo menige kansel het Woord Gods niet meer wordt gehoord dat de gemeente niet meer gewaarschuwd wordt voor de hel en niet gewezen wordt naar de hemel! De ernst ontbreekt, de rijkdom wordt niet meer voorgesteld... En velen blijven weg, velen lusten die politieke prediking niet meer en gaan daarom niet meer naar de kerk.
Zo waakt dan! Waakt dat Gods Woord niet van zijn kracht wordt beroofd en de gemeente aan de magerheid en rampzaligheid wordt prijsgegeven! Waakt als broeders, spreekt met uw kinderen, spreekt met uw medemensen. Zo waakt dan...de tijd is voorts kort en de dag van de wederkomst van Christus is aanstaande! We moeten getuigen tegen de mensenmoordenaar van den beginne en tegen de mensenmoordenaar aan het begin en einde. Ja: ook aan het einde... óók als men de euthanasie wil gaan legaliseren voor alle zogenaamde noodgevallen...! Als iemand een stukgelopen huwelijk heeft, als een jongen het thuis niet meer ziet zitten, als de student in nood komt... ze moeten er een eind aan kunnen maken! En men doet alsof dan de nood voorbij is! Juist de legalisering van de euthanasie èn abortus gaan uit van een mensbeeld en een Godsbeeld, dat niet naar de Schriften is! God is dood èn de dood is het einde van alles...
Zo waakt dan...
Zo waakt dan. We moeten waken... op zijn minst wakker worden! Wie slaapt ziet geen gevaar, droomt hoogstens een akelige droom... Wie slaapt kan niet bidden maar wie waakt kan het bidden niet laten! Juist als de wijze maagden wakker worden en de oproep horen: de Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet, dan gaan ze haar lampen bereiden. Dan gaan haar lampen licht geven en dan gaan de dwaze maagden zien, dat haar lampen uitgaan!
Dat moeten we doen door Gods genade... onze lampen bereiden in biddend opzien tot Hem, dat ze licht geven in deze donkere en zorgelijke tijd... Er is nog olie, de olie des Geestes Gods.
Nog wil de Heere ons helpen en voorzien. Nog wil Gods Woord ons een licht zijn in al de omstandigheden van ons leven.
Zo waakt dan... waakt thuis, op uw vereniging, in uw gemeente!
Wat we nodig hebben is, dat we elkander weer zien, dat we onze medemens weer zien. onze buren, onze geloofsgenoten... óók in de andere kerken, onze medebroeders in het ambt: zowel als dominees en kerkeraadsleden. Wat ik smeken mag: vat uw roeping toch hoog op. Als u tot het ambt geroepen wordt, zegt niet zo gemakkelijk néé... en leg dat ambt ook niet zo gemakkelijk neer, al zijn er zware tijden aanstaande...
Zo waakt dan... Er valt nog zoveel te zeggen maar we willen gaarne gaan luisteren naar hetgeen vanmorgen en vanmiddag geboden wordt. En de oproep van Hemzelf blijft zo gelden: Zo waakt dan... en we worden opgeroepen ons te bereiden voor de bruiloft van het Lam. Het gaat om het mogen kennen van Christus in het geloof als onze HEERE en Heiland en Hem te belijden in woord en wandel!
ook niet doen zonder haar eigen systeem te ondergraven.
De zaak-Schillebeeckx
Dat Rome niet wezenlijk veranderd is bewijst de kvvestie-Schillebeeckx. Deze „moderne" R.K. theoloog heeft vrij veel gepubliceerd en is in méér dan één opzicht in conflict gekomen met de heersende kerkleer.
Welnu, professor Schillebeeckx is onlangs door het Vaticaan veroordeeld wegens zijn in 1980 verschenen boek over het ambt. Hij had daarin betoogd dat desnoods ook wel een leek zou kunnen voorgaan bij de viering van de eucharistie.
Deze visie van Schillebeeckx moet natuurlijk gezien worden tegen de achtergrond van het reeds bestaande en nog groter wordende tekort aan priesters. De tijd waarin vele families er een eer in stelden een priester aan de kerk te leveren is voorbij. De seminaries en de kloosters — voor zover ze nog niet zijn opgeheven — leiden een kwijnend bestaan. Dat stelt de Roomse Kerk. ook in ons land, voor geweldige problemen Leken kunnen immers nog wel optreden als zielszorgers, maar de bediening van de sacramenten is uitsluitend het werk van wettig geordende priesters. En het voorgaan in de eucharistie van een gehuwde priester, óf van een vrouw, maakt die eucharistie zelfs ongeldig. Nood breekt wet, zo dacht Schillebeeckx, en hij brak een lans voor aanpassing van deze strenge bepalingen. Hij kon als rooms theoloog uiteraard weten dat het Vaticaan hem deze visie niet in dank zou afnemen, en het hééft dat ook niet gedaan. Rome wenst onveranderd vast te houden aan de klassieke ambtsleer.
Dezelfde problemen
Het is — tussen haakjes — een merkwaardige zaak dat dezelfde verschijnselen zich voordoen bij Rome als in brede kringen van onze eigen kerk. Terwijl aan de rechterzijde de markt wat verzadigd is, kampt de midden-sektor met 'n tekort aan predikanten. Tegen die achtergrond wordt het begrijpelijk dat destijds aan een aantal hulppredikers de volledige bevoegdheid is toegekend. Maar behalve dat zijn er ook in onze kerk stemmen opgegaan om in noodsituaties aan nietambtsdragers de bediening van de sacramenten toe te staan. Dat dit moet leiden to; een geweldige uitholling van het ambt — of misschien juist dat dit voortkomt uit onderwaardering van het ambt — behoeft geen nader betoog. In dit opzicht kunnen we Rome wel volgen wanneer het inzake de ambtsopvatting nogeens de puntjes op de i zet: géén sacramentsbediening door „onbevoegden".
Meten met twee maten
In „Woord en Dienst" van 18 oktober j.1. legt dr. K. Blei de vinger bij de veroordeling van Schillebeeckx, en hij maakt er geen geheim van dat hij met deze wijze van leerzucht niet zo gelukkig is. „Opnieuw", zo schrijft hij, „zijn we in onze oecumenische hoop gedwarsboomd. De zaak, de mogelijkheid van intercommunie, staat al jaren in het centrum van de oecumenische aandacht. Ze zit nog steeds hopeloos vast op het gebrek aan wederzijdse ambtserkenning".
Het zal duidelijk zijn dat ik in dit opzicht niet zo rouwig ben als dr. Blei. Maar wèl moet ik hem bijvallen wanneer hij bij Rome een meten met twee maten constateert. Schillebeeckx heeft eerder, aldus Blei,
„enkele opzienbarende boeken over Jezus geschreven. Boeken waarin hij, vanuit een historisch-kritische benadering van de evangeliën, tot een ingrijpende herwaardering en herinterpretatie van het kerkelijk dogma inzake Jezus Christus kwam. Mij dunkt, als ergens de kern van het evangelie in het geding is, dan daar. Maar juist daar heeft het Vaticaan (na onderzoek) een veroordeling niet nodig geacht. Dat is wel heel onthullend. De Christus-belijdenis lijkt in het Vaticaan minder gevoelig te liggen dan de ambtsopvatting. De omgekeerde wereld".
Sola Scriptura
Ik denk dat dr. Blei hier trefzeker aanwijst waar de schoen wringt. Het is het oude conflict met Rome dat ook vandaag nog volop aktueel is. Rome laat altijd een zekere „speelruimte" toe, het heeft geen moeite met een soms verregaande aanpassing. De vleugelen van de moederkerk zijn wijd uitgebreid en kunnen de meest uiteenlopende opvattingen onder zich verenigen. Maar datzelfde Rome tolereert niet dat de ambtelijke strukturen worden aangetast, want daardoor zou het nelc „systeem' op losse schroeven komen te staan. Het leergezag is absoluut.
In de weck waarin we de Reformatie herdenken mogen we ons opnieuw bewust worden hoeveel geloofsmoed er nodig was voor Maarten Luthcr om in z'n eentje dat hele systeem te trotseren en met het naakte Woord tegen alle kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders, ja zelfs tegen de paus, in te gaan. Van die geloofsmoed getuigt trouwens ook Guido de Brés, die in de N.G.B. neerschreef: „Men mag ook gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijk stellen met de Goddelijke Schriften, noch de gewoonte met de waarheid Gods, want de waarheid is boven alles, noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten, want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdcler dan de ijdelheid zelf. Daarom verwerpen wij van ganser harte al wat met deze onfeilbare regel niet
overeenkomt..."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's