KLEINE KRONIEK
Bijbelstudies
Het Hoofdbestuur van de Bond van Ned. Herv. Vrouwenverenigingen op G.G. heeft een tweetal bijbelstudies uitgegeven. Graag w-illen we daar uw aandacht voor vragen. Gelukkig wordt er in veel gemeenten intensief gebruik gemaakt van zulke studies die als richtlijn fungeren voor een bijbels en geestelijk gesprek op verenigingen en kringen. In het orgaan van genoemde Bond heeft van 1984—1985 een bijbelstudie gestaan over het boek Amos van de hand van ds. A. Visser uit Wierden. Deze is nu in gestencilde vorm uitgegeven en verkrijgbaar en bevat in totaal 9 onderdelen voorzien van uitleg, toepassing en gespreksvragen. Daarnaast zijn ook de studies uitgegeven die door ds. A. P. Voets te Kootwijkerbroek zijn geschreven over de orde des heils. In het voorwoord merkt ds. Voets op dat het niet zijn bedoeling is hiermee een dogmatische verhandeling te geven over de orde van het heil. Wel „wil hij praktisch en pastoraal nagaan de weg die de Heere met de zondaar gaat, die Hij trekt uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht".
Deze bijbelstudie bevat totaal 10 onderdelen. Er wordt begonnen met een hoofdstuk ter inleiding bevattend enkele gedachten over de heilsorde zelf. Daarna wordfSteeds een „schakel" afzonderlijk behandeld. Achtereenvolgens: de roeping, de wedergeboorte, het geloof, de rechtvaardiging, de heiligmaking, de uitverkiezing, dc heerlijkmaking. In de behandeling van elk onderdeel krijgt de Schrift ruime aandacht, de belijdenis wordt erbij betrokken. Schriftgedeelten worden aangereikt, gespreksvragen zijn toegevoegd. Een zeer bruikbaar en waardevol geheel geënt op Schrift en Belijdenis.
De prijs van een en ander is zeer gering, gelet op de rijke inhoud. De bijbelstudie van ds. A. Visser over Amos kost ƒ 2, 50 en die over de Orde van het heil van ds. A. P. Voets kost ƒ 4, —. Besteladres: mw. W. Franken-van Daetselaar, Lunterseweg 28. 6718 WE Ede, tel. 08380-11235.
Hardnekkige misverstanden
Onder dat opschrift schrijft ds. A. Beens in de september-aflevering van 'Woord en Daad' o.a. deze behartenswaardige woorden. Ik citeer het volgende:
„Er zijn nog andere verklaringen in omloop voor de nood en de ellende in de derde wereld. Telkens weer duiken ze op. Bijvoorbeeld deze: die mensen daar zijn veel te lui om te werken. Een platte plompe bewering, waarbij men zich geen enkele moeite getroost deze met argumenten te staven. Men stelt dat gewoon even vast, gemakkelijk in een luie stoel gezeten en met een overvloed aan eten en drinken bij de hand. Een bodemloze put, zo'n ontwikkelingsland. En als je eens wist hoeveel er bij akties voor de bevolking van zulke landen aan de strijkstok blijft hangen... En ze gaan er in als koek, de verhalen over rottende balen rijst op de havenkade in India, over de korruptie, waardoor rijken zich verrijken ten koste van de armen. Ik zeg niet, dat zoiets niet gebeurt. Sterker nog: het is maar al te waar. Er liggen kostbare machinerieën te verroesten omdat men geen kennis heeft om ze te gebruiken of omdat men zulk moderne materiaal intuïtief als een bedreiging ervaart van gewoonten en gebruiken, die met traditie en religie verweven zijn. Maar op z'n minst dienen we ons bij het horen en lezen van zulke dingen rekenschap te geven van diepere achtergronden en samenhangende omstandigheden, strukturen in een maatschappij, waardoor allerlei ontwikkelingen ten goede worden afgestemd of gestremd.
Vloek over Cham
Soms kom je nu nog andere verklaringen tegen. In onze kringen heb ik meer dan eens de opmer-
king gehoord dat de onderontwikkeling en de achterstand van landen in bijvoorbeeld Afrika een regelrecht uitvloeisel zou zijn van de vloek, die Noach eenmaal uitsprak over zijn zoon Cham (Genesis 9 : 25). Nog afgezien van de vlotte konklusie die hier getrokken wordt, dat alle negervolken van Cham afstammen, lijkt mij hier sprake te zijn van een klakkeloze, onjuiste exegese van deze tekst. Er zijn nu eenmaal van die gangbare vaststaande meningen, die steeds maar weer herhaald worden zonder dat men de moeite neemt de dingen goed in hun verband te bestuderen. Nauwkeurige lezing van de geschiedenis in Genesis 9, leert dat met name Chams zoon, Kanaan, wordt vervloekt. Uit hem zijn de Kanaanieten voortgekomen. Zij zijn degenen die het land der belofte bewonen ten tijde van Abram en bij het binnentrekken van het volk Israël onder Jozua. Het is geheel ten onrechte dat de vervloeking van Cham door Noach is benut als een quasi-theologische rechtvaardiging van de slavernij en, na de afschaffing ervan, van de diskriminatie ten nadele van donkerkleurige rassen. Daarvan staat in dit gedeelte niets. Slechts Kanaan wordt met het verlies van zijn vrijheid bedreigd in deze vloek en Kanaanieten zijn niet donkerder van kleur dan Israëlieten of Filistijnen.
Het lijkt mij goed om dat eens duidelijk te zeggen. Temeer wordt zo'n misvatting van een gedeelte van de Schrift gevaarlijk, als men er bovendien nog een soort noodlotsgedachte aan verbindt. Je kunt doen wat je wilt, werken wat je wilt, geven, zoveel je wilt, je voor de armen in Afrika of waar dan ook inzetten, het helpt allemaal niets omdat je met een beschikking van God te maken hebt, waartegen wij ons niet mogen verzetten. Ik hoop het onhoudbare van zulke voorstellingen in het bovenstaande aangetoond te hebben. Eer dat wij het weten, redeneren wij daarbij vanuit Europese of westerse superioriteitsgevoelens. En een reaktie, die ik kreeg op de boekbespreking in het RD, stelde het wel heel kru: „als je tot een dubbeltje geboren bent, dan krijg je geen kwartje in je portemonnee". Dan vraag ik mij in gemoede af: is dit geloof in Gods voorzienigheid of is dat een pure noodlotsredenering? Ach arme, als de levende God zulke gedachten had gekoesterd over een verloren mensengeslacht en over een vervloekte schepping, om onzentwil). We konden alle kerken en zendingsposten wel sluiten, alle projekten in ontwikkelingslanden wel stoppen! Er zou geen sterveling zalig geworden zijn en worden. We ontlenen de moed om in opdracht van Christus uit te gaan om de armen te helpen en de verdrukten bij te staan ten diepste aan dat machtige Evangelie van de zoekende zondaarsliefde van God. Verre zij elke noodlotsgedachte, elk gepraat over „bodemloze putten".
Blijvende opdracht
Nee, dan zijn niet wij het, die eens even deze wereld zullen opknappen. En ik weet ook wel dat de daad van de hulpverlening nooit er mag zijn zonder het Woord van God, dat roept tot bekering en genade van God belooft, voor ieder die in Christus geloofd. Ik weet ook dat pas wezenlijke bekering tot God de ogen van mensen in de derde wereld opent voor de menselijke nood in al haar facetten, materieel en geestelijk. Maar mét dat al blijft het apostolisch vermaan onverlet staan: Zo dan, terwijl wij tijd hebben, (en die tijd is: u!)* laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs" (Galaten 6 : 10)."
Tot zover ds. Beens. We kunnen deze woorden alleen maar onderstrepen en de hoop uitspreken dat de hier gewraakte kromme en schandelijke redeneringen eens zullen ophouden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's