In dienst van Jezus Christus
„Gij dan, lijd verdrukkingen als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. Niemand die in de krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts, opdat hy dien moge behagen die hem tot de krijg aangenomen heeft. En indien ook iemand strijdt, die ivordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden. De landman, als hij arbeidt, moet alzo eerst de vruchten genieten. Merk, hetgeen ik zeg: och de Heere geve u verstand in alle dingen." 2 Timotheüs 2 : 3—7
In geestelijke krijgsdienst
We maakten een vorige keer ook al wat opmerkingen bij Paulus' aansporing tot zijn geestelijke broeder: „Gij dan, lijd verdruk-Wngen als een goed krijgsknecht van Jezus Christus", We zetten dat nog een keer kortelings voort*). Letterlijk staat er: Neem mede, neem samen het kwaad, het lijden op u dat hoort bij een goed soldaat van Jezus Christus. Mede, samen. Met wie dan.? Om te beginnen met Christus Zelf. Een dienstknecht is niet meer dan zijn heer. Paulus kan er over meepraten. Hij heeft elders een tip van de sluier van zijn verdrukkingen opgelicht. In alles verdrukt doch niet benauwd. Vervolgd doch niet daarin verlaten. Veertig slagen min één ontvangen en dat wel vijfmaal. Driemaal met roeden gegeseld. Eens gestenigd. Driemaal schipbretik geleden, enz. enz. De positie van de evangelieprediker was in die tijd zeer gevaarvol. Veel risico's waren aan dit werk verbonden. Neem samen met mij dat lijden op de koop toe, bindt Paulus zijn ambtsbroeder op het hart.
In het leger van Christus blijft niemand buiten schot of ver van de fronten. Alle strijders zijn soldaten te velde. Ze delen gevaar, ontbering, smaad en armoede met elkaar. Och, het valt in ons land met de lijfstraffen wel mee, een pak slaag blijft ons in Christus' dienst tot nu toe bespaard. Toch brengt het staan in de ware dienst van het Evangelie altijd wel het een en ander aan lijden met zich mee. In de zin van tegenspraak, afweer, negatie. Een Evangeliedienaar in het leger of op een andere post in de kerk, komt er na volbrachte diensttijd gehavend, gedeukt uit te voorschijn. Vi/c moeten oppassen overdreven dramatisch te doen uiteraard. Toch zit er wat in wat prof. Van Ruler op college kerkrecht nogal eens onderstreepte: het ambt verfomfaait een mens. Mede, samen met. Lijden is een begeleidend verschijnsel van heel de dienst in het Evangelie. Tot driemaal toe onderstreept de apostel dit in zijn tweede zendbrief aan Timotheüs. Het Evangelie is niet naar de mens. Het staat zo geheel en al haaks op ons verdorven hart, op ons boze bestaan. Het gaat zo dwars in tegen al het onze. Verdrukkingen. Wie is er nu waarlijk verlegen om het Evangelie van Gods genade als God er ons niet naar doet vragen.? Samen met. We staan in deze dienst nimmer alleen. Samen met anderen. Maar vooral: samen met Christus. Hij heeft de zwaarste klappen opgevangen. Het echte lijden was voor Hem. Hij is aan de spits getreden. Hij gaat voorop.
•) Dit is voor het grootste deel de tekst van de preek die werd gehouden op zondag 14 september j.I. bij de bevestiging van cand. W. van Vreeswijk tot predikant voor buitentiewone werkzaamheden fpredikant bij de Koninklijke Landmacht) in de Morgensterkerk te Zoetermeer.
Wat wij in de evangeliedienst ondervinden, zijn de overblijfselen, de restanten, de laatste beetjes om zo te zeggen van de verdrukkingen van Christus.
Gij dan, lijd verdrukkingen. Paulus bedoelt: ook al heb je er door je aard, je karakter, nog zoveel moeite mee, al zie je er nog zo tegen op, tegen lijden, tegen strijd, tegen aanvechting, je kan en je mag er niet omheen. Je mag er niet de kantjes van aflopen. Je staat er voor, je moet er door. Maar het kan wel: word gesterkt in de genade die in Christus Jezus is. Stel je steeds in de krachtenstroom van de genade die uit Christus Jezus voortkomt.
Welnu, die aansporing laat Paulus dan vergezeld gaan van een aantal kwalificaties die de aard van de evangelieverkondiging en van de dienst van Christus typeren.
Timotheüs moet de verdrukkingen op zich nemen als een goed soldaat van Jezus Christus. Als. Daar zit het vergelijkend element in van de krijgsdienst met de evangeliedienst. Dienaar van Christus zijn is strijden. Paulus benoemt enkele keren het staan in Christus' dienst als zodanig. Strijd. Dat is kenmerkend voor het leven onder de heerschappij van de Heere Jezus Christus. Een wapenrusting kan erbij niet gemist worden.
U is uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven maar ook voor Hem te lijden, dezelfde strijd hebbende hoedanige gij in mij gezien hebt en nu in mij hoort. Strijd. Dat is typerend voor het dienen van Christus in deze wereld. Iemand zie eens van het pastoraat: pastoraat is in het offensief gaan. Wie het Evangelie kwijt wil, uit wil dragen, botst op vele weerstanden. Het mensenhart zit er voor op slot en de sleutel is kwijt. Als 'n goed soldaat. Ga door, bedoelt Paulus. Je bent soldaat of je bent het niet. Niet toegeven aan die vaak verlammende gedachten van moedeloosheid en ingezonkenheid. Strijden, doorgaan, voortgaan. We dragen 's Konings wapenrok. En die mogen we niet voortijdig uittrekken. Daar beslist onze Zender en Koning Zelf over. Als. Dat ziet dus op de aard van het werk.
Maar heeft verder ook te maken met de mentaliteit waarmee het werk wordt gedaan. Dat blijkt uit de toevoeging 'goed'. Het lijden, de ontbering, de afmatting die bij het werk horen, moeten door Timotheüs niet in een lijdelijke of berustende geest worden ondergaan, maar hij moet dat alles dragen met moed, met strijdvaardigheid, met de vindingrijkheid ook van een goed dat wil zeggen van een getraind soldaat (Ridderbos). Goed, schoon letterlijk. Daar zit de gedachte achter van: echt, rasecht. Van de Heere Jezus wordt gezegd dat Hij de goede Herder is. Dat 'goed' heeft niets te maken met zoiets als 'goedig', .zachtaardig' of met een eventuele uitstraling van Hem in de zin van 'lievig'. De tegenstelling van de goede Herder is de huurling, de man die het alleen om geld begonnen is, de brooddominee. Daartegenover staat de goede, de echte Herder. Hij die zijn leven stelt voor Zijn schapen. Als een goed, als een echt soldaat. Als iemand die uit overtuiging, met hart en ziel zijn bevelhebber, zijn koning dient. Die alles geeft wat hij heeft. Die niet zichzelf zoekt, maar degene die hem roept. Die er desnoods zijn leven voor over heeft. Een goed soldaat. Strijdvaardig, vindingrijk, getraind. Dat wordt dan in de volgende verzen nader uit de doeken gedaan.
De dienst alleen
„Niemand die in de krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen van de leeftocht, opdat hij dien moge behagen die hem tot de krijg aangenomen heeft". Een soldaat die deelneemt aan een veldtocht, bemoeit zich niet met kwesties, met zaken van het dagelijkse leven opdat hij geheel en al ter beschikking mag staan van zijn bevelhebber. Hij kan niet ook nog eens verwikkeld zijn in allerlei besognes van het gewone leven. Hij dient geheel en al beschikbaar te zijn voor datgene waartoe God hem roept. Hij moet alle dingen en wensen terzijde stellen. Alleen dan kan hij de goddelijke goedkeuring aan het eind van de veldtocht wegdragen. Ook hier dus nadruk op de mentaliteit, op de instelling van de dienaar van Christus. Alles aan de kant, om geheel voor Christus beschikbaar te zijn. Alles ondergeschikt maken in je leven aan de ene roeping, de ene opdracht. Niet van alles en nog wat door elkaar heen doen. Dat belet de concentratie en de inzet van de strijder in het leger van Christus.
Wettelijk strijden
„En indien iemand ook strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden." Dat is weer een beeld, nu gekozen uit de sportwereld van die dagen, om te onderstrepen dat het gaat om de mentaliteit, de instelling. Indien iemand strijdt, met de wedstrijd, de wedloop meedoet, dan krijgt hij geen krans als hij niet volgens de regels gestreden heeft. Diskwalificatie dreigt voor hem of haar die zich niet aan de voorschriften houdt. Een Evangeliedienaar kan niet zomaar z'n gang gaan zonder ergens rekening mee te houden. Er zijn ook in deze dienst 'spelregels'. Daar is om te beginnen het Evangelie zelf. Daar mogen we niets aan toevoegen of het een en ander van af doen. We mogen het niet ontkrachten of onderdelen verzwijgen. Predik het Woord! Spelregel nummer één. Verder somt de apostel in met name zijn pastorale brieven de nodige regels op. Hij omschrijft hoe een dienaar van Christus hoort te zijn en hoort te arbeiden.
Een profielschets, om zo te zeggen, naar de Schriften. Wie zich in Christus' dienst niet aan de regels van het Woord houdt, die zal geen kroon ontvangen. Het loon is voor de getrouwe dienaar die over het weinige hem toevertrouwd getrouw is geweest. Het loon is niet voor de imposante, de indruk
makende dienaar. iNiet voor de man die in de loopbaan veel praatjes verkoopt aan de mensen langs de lijn, maar die geconcentreerd op de grote Voorganger en Voorloper Zijn dienst volbrengt. Die zich niet laat afleiden door omstandigheden, door binnenpraters, maar Christus' dienst volgens de regels vervult. Pas dan mag dc dienaar op het door God in het vooruitzicht gestelde loon rekenen als hij niet op enigerwijze geprobeerd heeft zich te onttrekken aan de konsekwenties van dc door God verleende opdracht.
De landman als eerste de vrucht
„De landman, als hij arbeidt, moet alzo eerst de vruchten genieten." Nu een beeld uit het boerenleven. De landman als hij arbeidt, de boer die het zware werk doet, moet als eerste aandeel in de vrucht, in de oogst hebben. Ook hier weer de nadruk op de inzet waarmee in het Evangelie gearbeid dient te worden. De inzet wordt door God beloond. Wie uitdeelt mag zelf als eerste mee eten. Het 'zware werk' doen wordt beloond in het ook zelf ontvangen van vrucht. Wie Christus mag dienen, is een uitdeler.
Maar Hij wordt in de uitdeling zelf niet overgeslagen. Het is niet zo dat een evangeliedienaar zelf niets krijgt. Nee. hem wordt zelis voorrang gegeven in de bedeling. Moet alzo eerst de vruchten genieten. Genieten, ja. Om werkelijk de waar aan te kunnen prijzen, moet je er ook zelf van geproefd hebben. Een boek dat je niet gelezen hebt, kun je eigenlijk niet echt aan de ander aanprijzen. Zo ook hier. Zelf de vrucht genoten, kunnen we des te gemotiveerder de arbeid verrichten.
Samengevat
Drie punten stelt Paulus dus aan de orde als het gaat om de dienst in het Evangelie. Men moet geheel en al ter beschikking staan:1) als een goed soldaat, je houden aan de ene opdracht en niet allerlei dingen door elkaar doen; 2) je moet de regels in acht nemen: ettelijk strijden; 3) je mag de zware arbeid niet uit de weg gaan: e land-man die het zware werk doet, krijgt als eerste de vrucht. Inzet, orde, beloning. Soldaat van Jezus Christus. Bevrijdende gedachte. Een soldaat is zelf niet verantwoordelijk voor het verloop en de afloop van de strijd. De eindverantwoordelijkheid ligt niet bij de.soldaat maar bij de veldheer. Een soldaat van Jezus Christus. Bent u het ook? Werd u het reeds? Dat wil zeggen: k sta thans onder de zorg en het bevel van Jezus Christus die de veldheer is.
Ik heb niet anders te doen dan Zijn bevelen op te volgen. Hij bepaalt de strategie, hij voorziet me van wat ik nodig heb. Dat zet ons in de vrijheid cn in de blijheid van Christus' dienst. Je hoeft er niet onder gebukt te gaan ook al drukt de last soms op je schouders. Je hoeft er niet onder door te gaan. Dat heeft Hij al gedaan. Want och, die kleine strijder mag zichzelf ook weer niet zo belangrijk vinden. Het gaat om die ene Strijder. Hij is het strijdperk ingetreden als de Held ons door Isrels God geschonken. Hij trad de pers alleen. Niemand van de volken was met Hem. Hij ging het gevecht aan met de machten van zonde, duivel en dood. Het kostte Hem Zijn leven. Kostbaar bloed raakte vergoten. Golgotha was het slagveld. Dood, duivel, graf leken te hebben gewonnen. Maar ze juichten een eeuwigheid te vroeg. Hij overwon die sterke Held. Hij is de Verwinnaar in de strijd. En nu gaat Hij voorop, de Veldheer van Zijn heilsleger. Door Hem opgevorderd leren we strijden in ons leven. Strijd tegen de zonde, tegen dat vleselijke en daarom zo vreselijke dat in ons woont. Strijd tegen satan en zijn leugengeest en ziclsbedrog. Strijd. Soldaat van Jezus Christus. Niet onze strijd uiteindelijk zal de overwinning brengen. Alleen Zijn strijd. Is dat geen bemoediging voor moegeraakte strijders? Lijd maar een poosje verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus. Laten we onszelf er maar voor over hebben. Tot het ogenblik daar is dat we mogen zeggen: Ik heb de goede strijd gestreden, de loop voleindigd en het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid welke mij de Heere de rechtvaardige Rechter in die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning liefgehad hebben.
C. a. d. IJ.
J. M.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's