Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de tijd en de tijdgeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de tijd en de tijdgeest

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag mag in deze tijd zeker wel gesteld worden, hoe onze houding als kinderen der Reformatie dient te zijn ten opzichte van de tijd en de tijdgeest.

Wij moeten die twee naar Da Costa's woord wel onderscheiden. Zoals iedere meelevende Christen weet gaat onze tijd onder zeer vele bezwaren gebuke en de zorgen der regeringen zijn soms onoverkotnenlijk. Het staatkundig, maatschappelijk en sociale leven is, als nooit misschien te voren in grote financiële problemen geraakt.

De Kerk en het gezin worden ernstiger dan ooit van alle kanten bedreigd. In weerwil van de zegepralen van de techniek en verkeer liggen op de wereld de goederen opgehoopt, terwijl elders honger en gebrek de volkeren belagen. Het leven kenmerkt zich heden door de scherpst mogelijke tegenstellingen.

De macht over de natuur won zienderogen, maar de beheersing van de moderne mens over zichzelf daalde tot het nulpunt. De wereld zit vol wetenschap der feiten, maar weigert te geloven dat dc mens bij brood alleen niet leven kan.

Dc wetenschap heeft als een bewuste en positieve aktie een aanval ondernomen tegen alles wat met de Heere God te maken heeft. En de revolutionaire mens, communist en socialist, keert zich met heftig protest tegen zijn tijd, waarin niets goed is, maar op de tijdgeest der revolutie verheft hij zich en als hij ergens de macht won, spreken verdwaasde geesten van het messianisme van zijn maaksel. Voor de revolutie is niet meer als voorheen, bij Rousscau e.a. het verleden alleen maar goed, de romantiek richt zich op de toekomst.

Wat. dunkt u, blijven de kinderen der Reformatie nu vrij van de tijdgeest? Is in Christelijke kring ook al niet een klagen over de tijd, ja vernamen wij zelf in onze kringen soms een prijzen van de tijdgeest. Zijn er niet, die begerig luisteren naar de beloften der Revolutie? Laten wij niet vergeten, wij zijn allen kinderen van onze tijd en dc tijdgeest oefent als steeds zijn invloed uit. Wij zien dit in alle levenskringen, in kerk, staat en gezin, in school en maatschappij.

De Reformatie moet zich tegen dit alles weten te stellen. Zij kent zeker de kritiek op de goddeloosheden en verkeerdheden onzer dagen, maar zij geeft niet de tijd de schuld. Zij laakt niet dc tijd, waarin wij leven, want die is en blijft een gave van God, welke haar eigen opgave stelt Zij spreekt niet van omkering aller dingen, maar van bekering van de gevallen mens. Het, goede ziet zij als vrucht van gehoorzaamheid, niet als voorwaarde voor tevredenheid, die trouwens de natuurlijke mens altijd vreemd blijft.

Zij zegt steeds weer met Da Costa. dat wij ons door geen tijdgeest en zijn dwaallicht zullen laten leiden, doch van de tijdgeest de tijdloop zullen onderscheiden. Met deze aan Gods hand vertrouwend medegaan, maar d' anderen in Gods kracht weerspreken en weerstaan. Daar ligt onze roeping. We haten niet het leven. We moeten de zonde haten, die dat leven bederft. Die ook in het eigen hart echter telkens weer ons bedreigt. En dat is het wat onze taak verzwaart. Maar haar niet wegneemt. Want God gebiedt en wij moeten gehoorzamen.

Denkend hier aan een woord van Groen van Prinsterer toen men hem zei onder trage Christenen: „de waarheid redt zich zelve wel"; dat zal wel zo zijn antwoordde Groen, maar God wil nu eenmaal dat wij voor haar zullen strijden. En dit is ecn zware, het is toch ook een heerlijke taak.

Wie de strijdbare Groen van Prinsterer zijn nagelaten geschriften bestudeert komt tot de ontdekking dat hij een hekel had aan trage cn lijdelijke Christenen, Van die genoegelijke mensen die soms zo gedachtenloos kunnen prevelen: „Ach ik heb nog genoeg tijd om God te dienen te bidden en de Heilige Schrift te lezen. Maar de Heere God zegt: Kunt u beschikken over de tijd? Wij knippen met onze vingers en weder is een seconde vervlogen. We zeggen: het wordt tijd dat ik vertrek, maar kan ook tijd worden? Tijd is immers dat ongrijpbare, dat altijd maar voortwentelende Tijd flist onzichtbaar langs ons heen. Joost van den Vondel waarschuwde reeds:

Laat het kostelijckst van al, U niet roeckeloos ontslippen Dat 's de tijd, die snel gaet glippen Zonder dat hij keeren zal.

Want wat wij in ons gewoon, dagelijks taalgebruik ook van de tijd zeggen: Wij bezitten geen tijd en wij kunnen er ook geen recht op laten gelden. Wij zijn niet voor de tijd geschapen, maar voor de eeuwigheid. Soms spreken wij van de eeuwigheid als van een som van alle minuten, uren, dagen, maanden en jaren.

Maar in de hemel is geen tijd. Wat zal daar wel zijn? Wij kunnen ons er geen voorstelling van maken. Toch spreekt dc Bijbel van God. Die was. Die is en die komen zal. Verleden, heden en toekomst tegelijk.

In de eeuwigheid zal het verleden niet verloren zijn, het heden niet door onze hand glippen en zal de toekomst niet eindeloos op zich laten wachten. Daar is het heden het verleden, daar is het nu wat worden zal. Daar is het oude nooit afgezaagd. maar zal altijd nieuw zijn; daar zullen onze halleluja's nimmer de frisheid van ons eerste loflied verliezen, daar zal geen nacht zijn, omdat de dag altijd blijft. Toch ligt die eeuwigheid in de tijd verborgen, omdat Christus, de Eeuwige, de tijd binnenstapte en zei: Mijn ure is gekomen. Dat was Gods ogenblik in dc geschiedenis van voortgaande eeuwen. In Jezus Christus treedt dc eeuwigheid de tijd binnen en wordt de eeuwige waarheid toch in onze eindige en zondige verhoudingen aangetroffen. In Hem is het absurde, de aan alle vergelijkingen ontsnappende uitzondering, de absolute enkeling. En in deze raadselachtige is God. (Zie uitspraak van Sören Kierkegaard).

Daarom kan Paulus spreken van „de aangename tijd", van het uur der zaligheid, waarin Hij tot ons komt met Zijn overwinningsleven en zijn verzoenend sterven tegelijk!

Het eeuwige leven begint niet in dc toekomst, het begint op het ogenblik waarop wij sterven in Christus, om tegelijkertijd met Hem te leven, op het ogenblik dat wij niet langer zeggen: Ik heb de tijd, maar beseffen dat het nu is of nooit. De eeuwigheid begint in de tijd, begint als wij heel ons verleden en ons heden en onze toekomst aan de Heere Jezus Christus overgeven. Met minder kunnen wij niet toe. Maar zolang u in dit ondermaanse verblijft, gedenk aan het woord van de apostel Paulus. Geschreven aan al de heiligen in Christus Jezus, die te

Filippi zijn: Werkt tivvs zelfs zaligheid met vreze en beven; want het is God die in ti werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen (zie Filipp. 2 : 12—13).

De Kanttekening der Staten Vertaling schrijft over deze teksten: „Dat is, benaarstigt, bearbeidt, gebruikende de middelen die God tot bevordering derzclve heeft verordineerd.

„Dat is, met een nederig gevoelen van uzelven en met grote en kinderlijke zorgvuldigheid, vrezende dat gij iets zoudt mogen doen of nalaten, waarmede gij God zoudt mogen vertoornen, of dat ter zaligheid hinderlijk zou mogen zijn".

Epe (G.)

j. H. dc Boer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Over de tijd en de tijdgeest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's