Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

de „Challenger” opnieuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

de „Challenger” opnieuw

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOLOMMETJE

Februari-maart schroef ik een KOLommetje dat als een kaarsje ook een beetje licht moest werpen over het uiteenspatten van het ruimteveer de „Challenger". Uitdager betekent dat woord, als u zich nog herinnert. Het stukje werd opgetild tot in de kolommen van Ref. Dagblad. Dankzij kwam het langs die route een jonge vriend onder ogen. Hij schreef dat hij met steeds groter verbazing had gelezen. Mijn wijsheid cn geschrijf over de ruimte vond hij — denk ik zo — gepraat in de ruimte. Als niet de eerste de beste oudere ontdoe je je soms van een jongere achter je als Abner zich letterlijk ontdeed van — 2 Sam. 2 — Asaël. Wij denken vaak met Rehabeams „raad der ouderen" en „raad der jongeren" voor ogen, dat jong dwaas en dom is, en oud wijs en verstandig. Prediker 4 vers. 13 leert anders. De éne gehandicapt door jeugdigheid en armoe was ondertussen maar wijs, en de ander beschikte over de wijsheid die met de jaren komt en over de ervaring die je nergens beter kunt opdoen dan in een hoge positie. Dwaas was hij desalniettemin, al had hij helaas wel de macht om met misbruik daarvan de mond te snoeren.

Ik kon mijn jonge opponent wel volgen. Eerder oordeelde ik over dit soort dingen optimistischer en positiever. Dacht ons jongste voorgeslacht niet anders over de luchtvaart? Nu maken zendelingen en evangelisten gebruik om op hun plek te komen. Zelfs gewichtigste predikanten op weg naar hun transatlantisch gebiedsdeel. Als het allernieuwste er maar af is, accepteren wij de idioot genoemde zegeningen van de techniek. Hoe krijgen we de woorden bii elkaar? Ik reageerde niet per kerende post. Ik liet de tijd, die onderwijscapaciteit heet te bezitten, leren. Tsjernobyl kwam. Dat gaf en geeft te denken. Ontwikkelingen op terrein van medische techniek. Ik noem maar iets. Dank zij de geneeskunst zou de ernstige onvruchtbare ineens een vijfling mogen verwachten. Dat was nou ook weer niet de bedoeling. Meervoudige abortus toegepast. Mag ik me afvragen waar wij mee doende zijn? Voorheen dachten ze dat de wereld aan vlijt zou ten onder gaan. Tegenwoordig ziet het er naar uit dat het gebeuren gaat aan techniek en genie. De risico's van ruimtevaart worden steeds minder, brengt mijn briefschrijver me op de hoogte. Gaat men dan verder met ondernemingen met nieuwe risico's, is mijn vraag. O.a. na Tsjernobyl wordt geopperd dat de grootste risico-faktor de mens zelf overboord, omdat die te veel strofalcr zich presenteert. Straks zet de perfekt getechniseerde maatschappij de mens zei foverboord, omdat die te veel gevaren oplevert en niet past in het systeem.

Kort wil ik de „punten van onenigheid", als ik die zo noemen mag, bespreken. Allereerst de naam „Challenger". De ruimte vormde de uitdaging en nooit is beoogd God Zelf uit te dagen. Ik denk ook niet dat bewust de Heere werd opgeroepen. Voor vele moderne mensen bestaat God helemaal niet meer. De wetenschap en techniek, ja de hele maatschappij waar wij deel van uitmaken.

gaat zo onafhankelijk en zelfbepalend te werk ten aanzien van hemel en aarde, die het wettig eigendom zijn van de éne ware God, dat Zijn goedkeuring of afwijzing alleen de schouders doet optrekken. Onze kracht en ons vernuft zijn onze goden. Op de achtergrond hoor ik klanken als te beluisteren vallen in Ez. 28 : 2 en 2 Thess. 2 : 4. Wijzen en verstandigen horen het niet. Wel de zuigelingen. Ik beroep mij evenals de brief die ik kreeg op psalm 8. Trouwens dc berijming van psalm 2 geeft te kennen dat de mens er niet te goed voor is „God naar de kroon te steken".

Ik wil toegeven dat er zeer wel christelijke astronauten kunnen zijn. Ik oordeel niet over mensenharten. Zelfs is het scheppingsverhaal gelezen in de Apollo-8, wordt me tegemoet geworpen. Zonder mij als inquisiteur te melden blijft toch de vraag of dit getuigenis vertolkt is als hoe — hoog — ook gewaardeerde cultuuruiting dan wel als openbaring van de waarachtige Schepper van hemel en aarde. Maar wat dit aspect betreft merk ik op in alle bescheidenheid dat niet het feit dat christenen, hoe heilig ook, iets doen of ergens aan meedoen bepaalt dat om die reden iets de toets van goed en kwaad heeft doorstaan.

Lees ik dat het om een andere ruimte gaat dan de „ruimte waar God woont". Er is wel theologie te vinden zelfs, die beweert dat God niet te begrijpen is binnen onze categorieën van tijd en ruimte. De Bijbel zegt dat onze God verblijft in ontoegankelijk licht. Of dat evenwel mensen met meest geavanceerde middelen ervan weerhoudt om niet te proberen, indien mogelijk? Op de eerste bladzijden van de Schrift lezen wij reeds: „Laat ons een toren bouwen waarvan het opperste in de hemel is en laat ons een naam maken". Die mentaliteit is niet uitgestorven. Een naam die zich verheft tegen de Naam.

Ook het woord 'belachen' dat ik bezigde roept kritiek op. Geeszins was het opzet om openlijk en welbewust de Heere te belachen. Ik dacht bij het woord aan Job 39 (driemaal) en Job 41. Deze grootsheid van leven (1 Joh. 2 vers 16) doortrilt bij tijd en wijle het ganse schepsel. Geen vrees voor God en duivel en geen ontzien van anderen.

Psalm 8 tenslotte geelt in vers 7 te kennen dat God ons alles onder de voeten gezet heeft. Let op de woordkeus: onder de voeten. Bij al de voorbeelden lees ik niet van hemellichamen. De vogels in zoverre zij neerstrijken. Zonder daarmee alle gedachtenwisseling af te sluiten wil ik voor evenwichtige beoordeling psalm 115 vers 16 in de gedachtebepaling betrekken.

Volmondig erken ik dat door de ruimteontwikkelingen vindingen op de markt kwamen die elders nuttige en levensreddende toepassing verkregen. Op zichzelf evenwel rechtvaardigt die omstandigheid onvoldoende.

Artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis stelt duidelijk dat de menselijke geest tijdens onderzoek ongeoorloofd grenzen kan overschrijden. Zou toegepaste wetenschap als het voorzienigheid en schepping aangaat dan wel halt maken?

Trouwens ik heb de ruimtevaart niet in absolute termen afgewezen. Wanneer de Overheid vanuit defensieve verplichtingen ermee bezig is zie ik een taak. De strekking van het KOL-ommetje destijds was een oproep tot ingetogenheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

de „Challenger” opnieuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's