Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vraag naar god

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vraag naar god

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8)

Tenslotte nog de bewijzen die meer liggen op het vlak van de volkeren en de geschiedenis. Het eerste is vrij bekend. Vaak wordt er in de gesprekken op gewezen dat er bij ieder volk, waar ook ter wereld, wel één of andere vorm van godsdienst is. Zendelingen, ontdekkingsreizigers, wetenschappelijke onderzoekers, ze leggen daar eenparig getuigenis van af. Soms leek het op het eerste gezicht dat een bepaald volk werkelijk geen godsverering kende, maar wanneer men langzamerhand door betere kennis van taal en gewoonte dieper tot de volksziel doordrong, bleek er bij zo'n volk juist een vrij abstrakt godsbesef te leven. Een diep gevoel voor de hoogheid en de majesteit van het goddelijke deed zo'n volk zich afwenden van allerlei mens-en diervormige godengestalten.

Voor velen heeft dit feitelijke gegeven grote overtuigingskracht. Als het gevoel voor het hogere en voor het goddelijke zo algemeen is, dan moet het toch eigenlijk wel op waarheid berusten. Het is toch moeilijk voor te stellen dat een zo algemeen innerlijk besef ons zou misleiden. Als we er aan beginnen om aan zulke algemene beseffen te twijfelen, waar eindigen we dan? Dan zijn er ook nog wel andere ter discussie te stellen. Zo hebben wij mensen algemeen de ervaring, dat er een werkelijkheid is buiten onszelf. Dan kunnen we daaraan ook wel gaan twijfelen. En zo zijn er meer dingen te bedenken.

Toch spreekt ook dit bewijs niet voor iedereen vanzelf. Er zijn allerlei verklaringen gegeven voor het ontstaan van godsdienstige gevoelens. We hebben het al over de projektietheorie gehad. In 1979 verscheen in Duitsland een bundel van godsdienstwetenschappelijke opstellen onder de titel: Godsvoorstelling en maatschappij-ontwikkeling. Ernst Topitsch tracht daarin aan te tonen hoe een wereldbeschouwing ontstaat in samenhang met de ontwikkeling van het leven. Binnen zo'n wereldbeschouwing vindt de godsdienst zijn plaats. Naarmate echter de maatschappij zich ontwikkelt en de mens meer in staat is tot redelijke autonome verwerking van de dingen, wordt voor de wereldbeschouwing de godsdienst meer en meer overbodig. Godsgeloof hoort dan bij een lager stadium van de menselijke ontwikkeling. Zoals een kind naar volwassenheid moet groeien, zo moet de mensheid als geheel zich ook ontdoen van het kinderlijke. Dat algemeen besef van het goddelijke moet dus en zal ook steeds meer vervangen worden door het bewustzijn van eigen kennen en kunnen.

We hebben al eerder gezien hoe de projektietheorie geen bevoegdheid heeft om over de waarheid van het bestaan van God te beslissen, hoogstens over de wenselijkheid of niet wenselijkheid daarvan. Zo zijn er ook bii de zgn. primitieve godsvoorstellingen allerlei faktoren aan te wijzen die moeilijk verklaarbaar zijn uit de omstandigheden waarin een bepaald volk leeft. Simpel gezegd er blijkt altijd weer meer aan de hand te zijn.

En dan kunnen vooral de grootste vragen gesteld worden bij die hele gedachte van de ontwikkeling der mensheid. Meer kennis en meer macht betekenen nog niet altijd meer waarheid en meer wijsheid. Aan het moderne leven te zien kunnen we het omgekeerde vrezen. En hoe eenzijdig is niet een natuurwetenschappelijke benadering van de werkelijkheid? Het zou best eens kunnen zijn dat een kind dichter bij de volle werkelijkheid staat dan een natuurwetenschapper, die niet anders meer weet dan experiment, proefondervindelijkheid, herhaalbaarheid en wat dies meer zij. In het dagelijks leven wordt zo iemand betiteld met de minder fraaie uitdrukking van vakidioot. We zouden ook kunnen denken aan de oogkleppen die er voor zorgen moesten dat bepaalde dieren niet te veel werden afgeleid. De prestaties van zulke dieren zijn voor hun bazen bepaald aantrekkelijk. Maar het gaat veel te ver als wij vandaaruit konklusies willen trekken over de werkelijkheid en de waarheid van hun blikveld.

Een herinnering aan het woord dat Jezus sprak over het worden als een kind is hier zeker gepast. Afleggen wat van een kind is betekent in vervolg daarop dan dat we niet één bepaalde sektor van de werkelijkheid

uitkiezen en die tot waarheid verheffen, maar in alle bescheidenheid totaliteit van het bestaan, denken proberen na te gaan.

Dan zijn er nog de bewijzen uit de historie, de geschiedenis, of nog anders gezegd, uit datgene wat ons mensen overkomt. We kunnen hierbij denken aan het geheel, maar ook aan bepaalde afzonderlijke feiten. Eerst maar iets over dat geheel. Er zijn mensen die er op wijzen dat er toch een bepaald verband, een bepaald geheel, ja een bepaalde zin is op te merken in de geschiedenis van onze wereld. Men meent meer of minder duidelijk te bemerken dat het ergens op aan gaat. Er lijkt een bepaalde bestemming, een bepaald doel te zitten achter de gang der dingen. En dat veronderstelt toch een hoger wezen, dat de leiding in handen heeft.

Wie dit tegen het ongeloof in het veld wil voeren, kan rekenen op fel verzet. Hier laat men het niet bij een onverschillig schouderophalen, maar protesteert heftig. Men wijst op de barre ellende van Verdun in de eerste wereldoorlog die deze eeuw heeft meegemaakt. En alsof dat nog niet genoeg was, is daar ook nog de tweede wereldoorlog met z'n Auschwitz, z'n Sobibor, z'n Treblinka, enz. Bij zulke verschrikkelijke dingen is toch van geen enkele zin meer te spreken! Nog onlangs heeft oppositieleider Den Uyl bij wijze van een wat onsmakelijke verkiezingsstunt gezegd dat we na Auschwitz niet meer over God moeten spreken. Als je je afvraagt hoe hij op het idee is gekomen gaan sterke vermoedens in de richting van bepaalde theologen. Want bepaald origineel is zo'n uitspraak zeker niet. Het zou dan ook wel eens een van te voren tot mislukken gedoemde onderneming kunnen zijn om in onze wereld uit de gang der dingen iemand te overtuigen van het bestaan van God.

We slaan hier even een zijpaadje in. Het voert ons niet al te ver van onze hoofdroute. In artikel 5 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat handelt over het gezag van het Woord van God, wordt beleden dat dat gezag niet rust op het getuigenis van de kerk omtrent het Woord van God, maar fundamenteel op het getuigenis van de Heilige Geest in ons hart. Het Woord overtuigt ons door de Geest Zelf van de goddelijkheid van z'n boodschap. En dan staat er nog een merkwaardige zin achter. De Schriften hebben het bewijs dat ze van God zijn bij zichzelf, aangezien zelfs de blinden tasten kunnen dat de dingen die daarin voorzegd zijn geschieden. Uit wat er geschiedt als vervulling van de profetieën van het Woord Gods kan de goddelijkheid van dat woord bemerkt worden en indirekt dus ook het bestaan van God.

Op allerlei dingen wordt hier gewezen. De terugkeer uit de ballingschap. De herbouw van Jeruzalem en de tempel. Maar later ook weer de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen. Het lijden van de getuigen van de Heere Jezus. Maar ook de groei van de kerk. Ook worden hier bepaalde ontwikkelingen in het moderne leven naar voren gebracht. De grondtrekken daarvan zouden te vinden zijn in het Openbaringenboek. Ook de wonderlijke terugkeer van de joden naar hun land en het ontstaan van de staat Israël na de tweede wereldoorlog wordt als opmerkelijk feit vermeld. De nacht van Auschwitz zou nodig geweest zijn voor deze nieuwe dageraad.

Zulke dingen zijn zonder meer opmerkelijk toch is het al weer de vraag of ze werkelijk zullen overtuigen. Het is opvallend dat onze geloofsbelijdenis zegt dat de blinden tasten kunnen dat de woorden Gods vervuld worden, het is namelijk zeer de vraag of ze dat ook werkelijk doen en werkelijk willerr. De Heere Jezus moest de Emmaüsgangers verwijten dat ze onverstandig waren en traag van hart om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hadden, Lukas 24 : 25. En in vers 45 van datzelfde gedeelte vertelt Lukas van de opening van hun verstand zodat zij de Schriften verstonden. Dat is de oorzaak ervan dat iets voor de een zeer opmerkelijk is terwijl het een ander helemaal niets zegt.

Precies hetzelfde geldt voor allerlei incidentele gebeurtenissen. Dan gaat het dus niet over bepaalde ontwikkelingen of bepaalde lijnen die er aan te wijzen zouden zijn in de geschiedenis, maar om afzonderlijke gebeurtenissen. Om een voorbeeld te noemen, toen in 1588 door de Engelse en Hollandse vloot de Armada van Spanje werd uiteengedreven, de resten van deze paradevloot door stormen zwaar werden geteisterd, werd na afloop een penning geslagen met het opschrift: Gods adem heeft ze verstrooid. Een voorbeeld uit de moderne tijd zou kunnen zijn: de ramp met de kernreaktor in Tsjernobil. Daarin hebben velen onder ons iets gezien van de hand van God, die aan hoogmoedige mensen wilde laten zien hoe beperkt ze eigenlijk wel zijn.

En zo zijn er ook allerlei dingen in het persoonlijke leven van mensen. Soms gelden daarbij ook bepaalde normen. Wil iets echt als een ingrijpen van God gelden en dus ook als een bewijs van Zijn bestaan en werken kunnen dienen dan moet het niet verklaard kunnen worden uit natuurlijke oorzaken. Het moet daar juist haaks op staan. Het mag niet in de lijn van de menselijke verwachtingen liggen. Maar hoe men dat ook keert of wendt, het blijft moeilijk. Want een onwillig hoorder zal altijd zijn schouders kunnen blijven ophalen en zeggen: Je moet het er maar in zien. Ik zou liever willen spreken van een gelukkige samenloop van omstandigheden of van puur toeval.

Zo moeten we konstateren dat ook het resultaat van deze bewijzen maar erg pover is. Dat hoeft ons overigens niet te bevreemden. Paulus schreef al in Romeinen 1 : 18 dat wij mensen de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.

E.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De vraag naar god

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's