Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godzaligheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godzaligheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

Even vaak weet ik het niet. Dat stemt je verdrietig. Ik bedoel het volgende. Een willekeurig voorbeeld. Wanneer iets achteruitgaat. Iets waar wij voor staan. Een vereniging, een gemeente, een partij, een heilzame zaak. Dan zeggen zij: „Wat zit je daar nu over in? Het is toch iets tijdelijks? Als het verlies eeuwige winst voor je bewerkt ben je er nog goed mee af." Had ik evenwel een paar dagen eerder beweerd dat ik niet van plan was daar iets voor te doen? „Wat maakt het uit? Voor al die tijdelijke belangen hoef je je niet af te sloven", zij hadden op mijn huid gezeten en gezegd, dat wij vanwege het geloof en vanwege het evangelie in de voorbijgaande dingen moeten ijveren. Immers de godzaligheid is tot alle dingen nut, daar zij de belofte heeft voor het tegenwoordige en het toekomende leven. Zo krijgt een mens er gedurig van langs. Als hij zich op het toekomende leven beroept moet hij het tegenwoordige niet verpeten; doet hij het omgekeerde dan moet hij juist veel meer op het toekomstige letten. Anderen weten daarmee juist altijd gelijk te krijgen. Je hebt twee benen om op te staan, üp het tegenwoordige en op het toekomende. Alleen je kunt tot de ongelukkige categorie behoren die altijd op het verkeerde been staat, omdat het dan juist het andere moet zijn. En de grote mond heeft alles overschreeuwend het altijd bij het rechte eind.

De godzaligheid. Een moeilijk woord eigenlijk. Nog al wat bijgeluiden. Wat rooms, wat bakvisachtig ook: gebakjes smaken al zalig. Verder 't wereldvreemde. Het hiernamaals heb je immers niet meer! Het oude testament kent het hele woord niet. Evangeliën en brieven niet of nauwelijks. Pas in de pastorale brieven komt het ineens vrij fors naar voren. Timotheüs, vooral de eerste, en Petrus en dan diens tweede brief. Het gaat in het Grieks om wat heet de seb-stam. Sebastos bijvoorbeeld. De verhevene. Het Augustus van het Latijn is in het Grieks Sebastos. De Russische stad Sebastopoi komt ervan en Sebaste, verarabiseerd tot Sebastije, zoals Samaria Augustus ter ere door Herodes de Grote werd genoemd. Denk ook aan de heiligennaam Sebastiaan. Godzaligheid is eusebeia en godzalig eusebès. U ontdekt dezelfde stam in dit woord. Ook de naam van de kerkvader Eusebius. Het was het typerende Griekse woord voor godsdienstig, vroom, voor eerbied voor goden en de goddelijke zaken. Vermoedelijk was het te belast, te besmet om ineens zonder overgang te dienen in de taal van de evangelieprediking. De radioactiviteit van ongeloof en bijgeloof moest er eerst helemaal af zijn om te kunnen dienen. Heidense eusebeia had teveel van afgodische schuwe angst, van werkheilige ascese en joodse eusebeia riekte te wettisch. Pas laat kwam eusebeia in aanmerking om het heel eigensoortige van de christelijke levenshouding uit te drukken. Het woord moest eerst gereinigd zijn van alle vreemde en misverstandoproepende bijsmaken.

Dan is godzaligheid niet om er beter van te worden, geen winstobject, daarentegen toch — waarachtig geestelijk — een groot gewin met veel voldoening. (1 Tim. 6 : 5 en 6). Echte genade leert ons die eusebeia, die godzaligheid of godsvrucht, weten we van Titus. De ware pietas, pieteit. De heuse godsvrucht is sap uit de wijnstok Christus. Een geheimenis of verborgenheid. De verborgenheid der godzaligheid is groot. Inderdaad heeft die beloften voor het tegenwoordige en voor het toekomende. Afgelopen is het met het vrome en in wezen super onvrome kiekeboe spelen. Dat wij, als wij bij het tegenwoordige present moeten zijn en dat beleven, ijlings zweverig en dweperig vluchten in het toekomende, óf dat wij ons zwelgend onderdompelen in al wat deze tegenwoordige tijd heeft te bieden, terwijl wij voor het toekomende paraat moeten zijn. De mens met alle schrifture op de lippen is van nature onfeilbaar bekwaam om voortdurend in het verkeerde schuitje te zitten als het om de genoemde aspecten gaat. Zodoende is hij nooit thuis daar waar hij op dat ogenblik aanwezig moet zijn. Zelfs leven er met hun gedachten en met hun mond vol van w T at de eeuwige toekomst zal brengen, terwijl zij voor het tegenwoordige de briesende leeuw en de ruige wereld en het valse vlees vrij spel laten.

Als we echt bij Christus horen en met Hem en bij Hem zijn en Hij met ons, bij ons, ja in ons, dan ontvouwt zich de belofte van dit en van het toekomende leven, dan liggen beide in eikaars verlengde, doordringen zij elkaar over en weer, zijn ze in elkaar geïntegreerd. Op zo niet te beschrijven maar slechts te beleven manier dat het tegenwoordige en toekomende om ons heen is als het naadloze kleed dat onze Heere Jezus droeg. Als u weet wat ik bedoel. %

Doet aan de Heere Jezus Christus en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden. Aldus óók Romeinen 13. Helemaal aan het end.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Godzaligheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's