De inhoud van het belijden
Palmzondag en Pasen
Het is weer de tijd waarin jongeren en ouderen in het midden van de gemeente belijdenis doen van hun geloof. In vele gemeenten is dat afgelopen zondag gebeurd en zo schrijft de eKrkorde het ook voor (Ord. 9-7-1): „in een kerkdienst, bij voorkeur op de Palmzondag". Andere gemeenten volgen sinds mensenheugenis de traditie dat de nieuwe lidmaten op de Eerste Paasdag belijdenis doen. En wanneer ik het goed zie is er momenteel een neiging om de belijdenis te verschuiven r.aar de Eerste Pinksterdag. Dat heeft te maken met de ijver van (vooral jonge) predikanten die vinden dat de kennis van de aanstaande lidmaten nog te wensen overlaat, of die met schrik tot de ontdekking komen dat ze nog lang niet door het boekje heen zijn, en daarom graag de catechisatie nog wat willen voortzetten...
Op zichzelf maakt het natuurlijk geen verschil op welk tijdstip belijldenis wordt gedaan. We mogen dankbaar zijn dat mensen, vooral jonge mensen, zich bereid verklaren toe te treden tot de gemeente en medeverantwoordelijkheid willen dragen voor die gemeente.
Aspecten van het belijdenis-doen
Op de eerste catechisatie-avond komt meestal reeds de vraag aan de orde: waarom wil je belijdenis doen? In de loop van het seizoen wordt over die vraag vaker gesproken en vooral in de persoonlijke gesprekken met de aanstaande nieuwe lidmaten is er gelegenheid die vraag nog wat uit te diepen.
Er zitten allerlei kanten aan het doen van belijdenis. In de eerste plaats is er een relatie tot de Heilige Doop. Toen we baby waren lieten onze ouders ons dopen en toen beloofden ze ons in de leer der Godzaligheid te onderwijzen. Bereiken we de volwassen leeftijd, dan nemen we die beloften voor onze eigen rekening. Dat is één kant van de zaak.
Een andere kant is dat we door het belijdenis-doen toegang vragen en krijgen tot het Avondmaal. In de breedte van de kerk is er de neiging tot het zogenaamde open Avondmaal, dat wil zeggen: ieder die dat wenst, lidmaat of niet, mag het Avondmaal meevieren. Ik denk dat het reformatorisch is de belijdenis te laten fungeren als een poort die toegang geeft tot de dis van het Nieuwe Verbond.
In ieder geval staat belijden tussen de Doop en het Avondmaal in. Ik las ergens: „het is de knoop in de band tussen de beide sacramenten".
Er zitten nog wel meer kanten aan deze zaak. Door het doen van belijdenis gaan we mede-verantwoordelijkheid dragen voor het wel en wee van de gemeente. We krijgen stemrecht en kunnen meedoen aan ambtsdragersverkiezingen. We kunnen zelf ook gekozen worden in het ambt. En zo zou er nog wel meer te noemen zijn.
Wat men belooft
Het valt altijd weer op, dat de aanstaande lidmaten zwaar plegen te tillen aan wat ze op zich gaan nemen. Dat zeggen trouwens ook doopouders steevast wanneer met hen gesproken wordt over de betekenis van de Heilige Doop. „Je belooft zoveel." En dan zit daar de gedachte achter: „En je kunt het niet nakomen."
Het zijn overigens niet de slechtsten die ervoor terugschrikken het ja-woord uit te spreken. Ze hebben er tenminste enig besef van dat het niet gering is „voor God en Zijn Gemeente" ja te zeggen op vragen waarbij je dingen moet beloven die je krachten verre te boven gaan.
Het is ook geen kleinigheid wat de nieuwe lidmaten op zich nemen: „tegen de zonde en de duivel te strijden, de Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk". Het is een goede zaak de belijdenis-catechisanten voor te houden dat ze dat allemaal nooit in eigen kracht zullen kunnen volbrengen. En tegelijk hen erop te wijzen dat het ook niet hóeft in eigen kracht, omdat de Heere alles wil schenken wat we nodig hebben.
Wat men belijdt
Waar het ons nu echter om gaat is niet zozeer wat men belooft, maar wat men gelooft. Anders gezegd om de inhoud van het geloof waarvan men belijdenis doet. Het kan geen kwaad daarop wat meer de nadruk te leggen.
In het Nieuwe Testament betekent het woord „belijden" eigenlijk „hetzelfde zeggen". Dus hetzelfde zeggen wat velen vóór ons ook al hebben gezegd. Instemmen met het belijden van de kerk der eeuwen. We belijden niet op ons eentje, we doen het in gemeenschap met de belijdenis van de gemeente van alle tijden en plaatsen.
Uit het Nieuwe Testament kan ook duidelijk zijn wat de inhoud van dat belijden is. Het gaat er niet om dat we zeggen wie we zelf zijn, maar wie de Heere is, en wat Zijn grote daden voor ons betekenen. Belijden hangt dan ook nauw samen met de heilsfeiten. Jezus Christus, Die de Zoon van God is. Die ons vlees heeft aangenomen, Die in onze natuur voor de zonde heeft geleden en is gestorven en opgestaan en ten hemel gevaren. Aan de hand van talrijke teksten zou dit kunnen worden geïllustreerd.
Tegenover de heersende dwalingen van zijn tijd zegt de apostel Johannes bijvoorbeeld: alle geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God" (1 Joh. 4 : 2). We geloven en belijden dus de vleeswording van de Zoon van God. En aan Zijn discipelen vraagt Jezus Zelf: Wie zegt gij dat Ik ben? " en op die vraag antwoorden zij: Gij zijt de Christus" (Matth. 16 : 16). Van de Heere Jezus Zelf lezen we ook dat Hij „voor Pontius Pilatus op goede belijdenis betuigd heeft" (1 Tim. 6 : 13). En in de Hebreeënbrief wordt Hij genoemd de „Hogepriester van onze belijdenis" (Hebr. 3 : 1). Ook wordt het belijden in verband gebracht met de opstanding van Christus uit
de doden: Indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden" (Rom. 10 : 9). Ook Zijn verhoging is het onderwerp van de belijdenis: alle tong zal belijden dat Hij de Heere is tot heerlijkheid van God de Vader" (Filipp. 2 : 11). Dat alles samen en nog veel meer vormt de inhoud van het belijden: e Persoon en het werk van Jezus Christus. En in de belijdenis van Zijn Naam stemmen we in met de kerk der eeuwen. Dat is geen zaak van ons verstand alleen, maar een zaak waarbij, als het goed is, heel ons hart betrokken is. „Terwijl ze Hem hun harten wijden, Zijn Naam belijden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1986
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1986
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's