VERLOREN ZOON
Toen ik eertijds, verre van U was, gedompeld in de zonde en verloren. Mijn leven dof, als een beslagen glas. wist ik niet, dat ik U zou toebehoren.
en ook niet, dat U mij al zocht; zolang mijn blinde hart naar U niet wilde horen. Ik wenste vrij te leven, zonder dwang. De dienst aan U, zij kon mij niet bekoren.
Ik heb wanhopig op Uw deur geslagen: „O Heere, doe toch open. Iaat mij leven. Vergeef de zonden, die ik heb gedaan,
en neem, alleen om Jezus' wil mij aan. Wil toch, barmhartig, al mijn schuld vergeven. Zó verder leven, kan ik niet verdragen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's