Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

^ea dagje ^^\Ooudöckoten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

^ea dagje ^^\Ooudöckoten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een traditie van jaren de conferentie van Gereformeerde Bondspredikanten, ook wel genoemd: de contio, op Woudschoten. Een bijeenkomst die door het hoofdbestuur van de G.B. wordt belegd in

de eerste volle week van januari. De dienaren van het Woord die zojuist de „Tiendaagse Veldtocht" achter de rug hebben, krijgen de gelegenheid op adem te komen en bij te tanken.

Voorheen begon deze conferentie op woensdagmorgen en eindigde ze op donderdag rond het middaguur. De laatste jaren duurt de bijeenkomst twee dagen — woensdag en donderdag — maar met uitzondering van de avonden. Dat heeft tot gevolg dat er bijna geen deelnemers meer zijn die blijven overnachten. Vrijwel alle predikanten zijn tegenwoordig mobiel en geven er de voorkeur aan. ook wanneer ze de tweede dag nog komen, op de eerste avond naar eigen huis en haard terug te keren.

Ook dit jaar stemde de deelname tot tevredenheid. Het aantal predikanten dat 2 dagen aanwezig is, is betrekkelijk klein. Wil zijn er steeds veel „dagjesmensen": de één komt uitsluitend op woensdag, de ander is er alleen op donderdag. Maar alles bij elkaar waren het toch dit jaar zo'n 150 predikanten die de conferentie bezochten.

Ik was er op donderdag en zoals altijd heb ik er geen spijt van gehad. Het is niet

de bedoeling hier een verslag te geven van deze dag, dat hebben de kranten gedaan. Bovendien bevat 'De Waarheidsvriend' van 16 januari, zowel het volledige openingswoord van ds. L. J. Geluk, als een samenvatting van het referaat van ds. S. Meijers, en een terugblik van de hand van ir. J. van der Graaf. Wat mij voor ogen staat is slechts een persoonlijke nabeschouwing.

De referaten

Zoals altijd werd de conferentie geopend door de voorzitter van de Ger. Bond. De „domineespreek" kreeg ditmaal de titel: „waarom zijn wij predikant geworden? " In een tijd van ontkerkelijking en saecularisatie is het meer dan ooit nodig dat de dienaar des Woords de Heere Jezus en Zijn Gemeente liefheeft. Het was een inspirerende en bemoedigende toespraak om die liefde aan te wakkeren en het roepingsbesef te versterken.

Afgestemd op de tijd waarin we ons werk doen was ook de lezing van ds. Meijers over „hermeneutiek en cultuurcrisis". Hoe hebben we het Woord van God te vertolken in een tijd waarin alle binding aan God is opgezegd en waarin de moderne mens zichzelf in staat acht om zijn leven richting te geven. De hoofdschotel van de tweede conferentiedag was de voordracht van ds. M. van Campen over „Leven uit Gods beloften bij Calvijn". Wie enigszins thuis is in de geschriften van de Hervormer zal wel veel bekende dingen hebben gehoord, maar de grote verdienste van dit referaat was dat de zaken weer eens op een rijtje werden gezet. De belofte is bij Calvijn het eigenlijke Woord en het geloof dat zich richt op die belofte heeft de zekerheid.

De conferentie werd afgesloten met een lezing door dr. A. van Brummelen „Gemeenzaam met het heilige". Op de hem eigen, pastorale en humoristische wijze schilderde hij het werk van de dienaar van het Woord, met de gevaren die eraan verbonden zijn, èn met de aansporing tot trouw, tot volharding in de omgang met de Heere, met Zijn Woord en met de gemeente.

Bezinning en ontmoeting

Het was. wat mij betreft, een goede dag, en op grond van wat ik van anderen hoorde, goede dagen. Allereerst uiteraard om wat er geboden werd. We mogen dankbaar zijn dat er ieder jaar weer predikanten gevonden worden die bereid zijn de resultaten van het studie aan hun collega's door te geven. Niet iedereen vindt de tijd en de gelegenheid tot diepgaande studie. Dan is het een voorrecht op deze wijze mee te eten van de vruchten die anderen hebben geplukt.

Dankbaar mogen we ook zijn voor de manier waarop met elkaar van gedachten werd gewisseld. Juist in de discussie blijkt meestal dat anderen bezig zijn met dezelfde vragen waar men ook zelf mee bezig is. Dat kwam duidelijk openbaar na de lezing van ds. Van Campen, toen de verhouding tussen praedestinatie en aanbod van genade aan de orde werd gesteld. Dan zijn we bezig met de diepste levensvragen: de vraag naar de toeëigening van het heil en de zekerheid van het geloof.

Van groot belang is het ook elkaar te ontmoeten. Wij, predikanten, hebben over het algemeen een volle agenda en een druk programma. We staan dikwijls op een eenzame post en we zien elkaar niet te vaak. Dan doet het goed, collega's te ontmoeten met wie je hebt gestudeerd, of met wie je in een vorige ring of gemeente hebt samengewerkt. En het duurt meestal niet lang of het gesprek is in volle gang. Dat kan bemoedigend zijn. Ik moet in dit verband nogal eens denken aan Paulus, die op weg was naar Rome. Toen de broeders hem tegemoet kwamen „dankte hij God en greep moed".

Nog goede dingen

We weten allen dat we niet in een gemakkelijke tijd predikant zijn. Dat is ook op de conferentie één-en andermaal aan de orde geweest. Er is ook in eigen kring véél dat ons kan ontmoedigen. In plaats van schouder aan schouder te staan in de strijd tegen de tijdgeest zijn we vaak bezig elkaar te verketteren, nemen blokvorming, groepsvorming en polarisatie toe. Zelfs dat kan op zo'n conferentie worden geconstateerd, niet bij hen die er zijn, maar uit het feit dat anderen schitteren door afwezigheid.

Toch mag dit alles ons niet moedeloos maken. „Ook waren er in Juda nog goede dingen", zo vermeldt de Kroniekschrijver... Die goede dingen worden ook onder ons nog gevonden. Er zijn onder de predikanten vriendenkringen die van tijd tot tijd samenkomen om de geschriften uit de tijd van de Reformatie te lezen en te bestuderen, of om naar eikaars preken te luisteren, en die te bespreken. Jaarlijks bezoekt 'n aantal predikanten de conferentie van Leicester. Inmiddels hebben we sinds vorig jaar een soortgelijke bijeenkomst in eigen land, die bovendien interkerkelijk is.

Laten we, zolang deze mogelijkheden ons gegeven worden, deze ook benutten. We hebben elkaar broodnodig, voor de doordènking van de Gereformeerde theologie, èn voor de bemoediging in het ambtelijke werk. waaraan we allen op z'n tijd weieens zwaar tillen. Zo worden we weer toegerust met vreugde in de dienst van de Koning. Van die vreugde zongen we aan het eind van de conferentie:

„Zodat ik in het heilig huis des Heeren Een lange reeks van dagen blijf verkeren".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

^ea dagje ^^\Ooudöckoten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's