Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

019 twee zonnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

019 twee zonnen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KOL-OMMETJE

Hoe overkwam me gistermorgen? Sporend van Utrecht naar 's Gravenhage. Ter hoogte van Haastrecht. Aan de andere kant van de trein stond laag aan de hemel de blozende morgenzon. In mijn raampje spiegelden zich vlak naast elkaar — de éne iets hoger en de ander veel helderder — twee zonnen. Zij bewogen zich op en neer. Niet vreemd in de Goudse omgeving, toen de trein scheef ging, zakten beide zonnen onder de horizon en gleden over de winterse weiden. Ik wil maar tegen de sombere Prediker zeggen dat niet altijd de dingen van de natuur zo moede worden, dat je het niet kunt uitspreken.

Twee zonnen. Meteen had ik het. De psalm die geduldig wachtte op een bescheiden beurt. In dit kleine hoekje. Psalm 19: „Gods lof in Schepping en Schriftuur". De psalm bestaat in twee helften. Hecht verbonden als Maagdenburger halve bollen (bollen die op elkaar passen en — luchtledig gepompt — slechts met grote kracht van elkaar gerukt kunnen worden; door Von Guericke (overl. 1686, bijkans drie eeuwen voordezen) te Maagdenburg uitgevonden).

In het eerste deel loven de HEERE al Zijn werken aan alle plaatsen van Zijn heerschappij. Vertegenwoordigd door de hemelen. Ik hoor Augustinus in gesprek met moeder Monica te Ostia. Vijf dagen voor haar plotseling verscheiden. „Wij doorliepen de hemel, vanwaar de zon en andere de aarde belichten. Als alle onrust zwijgt en de ziel zelf dan zouden al deze dingen zeggen: Niet wijzelf hebben ons gemaakt, maar Hij heeft ons gemaakt." Het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. Niet wat de Heere moet (doen), maar wat Hij doet. De éne dag stort een spraakwaterval uit over de volgende. Enzovoort. Zij zeggen, ook juichen zij.

Guido Gezelle's glimmende Schrijverke: „Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg, de heilige Name van God". Geleerden beweren dat op voor ons onhoorbare golflengten alle schepselen signalen, stemmen, informatie produceren. Kortom alles één en al informatica, 'wetenschappelijker' (vers 3) dan de onze.

Zijn wij vanwege de zonde (val) hartsteken doof geraakt? Het geluid gaat hemel door en aarde over. Geen wonder, hoe wonderlijk het overigens is. Immers door het Woord heeft onze God en Vader alle ding gemaakt dat gemaakt is. De jonge gemeente te Efeze las dat God alles door Jezus Christus geschapen heeft. Hoe Christelijk is wel de schepping! In de velden van Efrata begon de voltooiing: Ere zij God in de hoogste hemelen. Hoe ruiste langs de wolken. Opnieuw zongen de morgensterren vrolijk. En het hemelse orkest werd geleid' door de zon. Gerecapituleerd. De Bruidegom in kleurverschietend kleed, die telkendage zijn vrolijke gang gaat. In zijn tent. Die 's avonds het hoofd laat zakken en in de vroege morgen het hoofd weer opsteekt uit het slaapvertrek. De koesterende warmte dringt overal door. Overal, zelfs in het duister meest grommende hart. Kom er toch voor uit.

Dan de wet. Die andere zon en dat andere richtsnoer. Levenslicht. Zes namen lezen we. Voor die wet. Onder andere: de vreze des HEEREN. De wet immers wekt die, èn leert, bevat en is die. Niet te stringent in Paulinische zin aan wet gedacht. Denk liever aan Verbond, zegt Calvijn. En verderop: „de hele leer van de wet, die eveneens het evangelie insluit, en, daarvoor, onder de wet begrijpt hij Christus".

Luther springt bij en noemt „de in deze psalm door het Evangelie lievenswaardig gemaakte wet". Wat wil je nog meer? De wet is goud, maar ook — want koning Midas kon van al wat onder zijn hand in goud veranderde eten noch drinken — honigzeem. Zoeter dan honig. O, raadsel van Bruidegom Zon. Hij kreeg goud, wierook en bittere mirre, opdat voor de Zijnen honig zou overschieten. Zes namen en zes zegeningen. Wat de Evangeliewet niet dóet. Bekeren, wijsheid verlenen, verblijden, verlichten, bestaan, waarheid wezen plus rechtvaardig zijn. Na die zes dagen werken is de sabbat zoet. O Zonne der gerechtigheid werp licht en koestering in al ons duister.

* Tenslotte kom je jezelf tweemaal tegen: Uw knecht. Alles vindt hij. Bekering en dagelijkse vernieuwing. Ontdekking en openbaring. Niet terug hebben van de hoogmoed, moeder van alle zonde. De varren der lippen, het harte-offer. Zon en Schild. Hoogste top van dit lied: o, HEERE, Rotssteen en Verlosser. Rots van vastigheid en Losser van al waar ik me onwrikbaar aan vast klonk. U kennen, de Rots, de enige waarachtige God, èn Jezus Christus, de Losser.

Dat was, nee dat is psalm negentien. s rond. Onder de hemel éne Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's

019 twee zonnen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's